EEN WERELDDAG
LOOPT TEN EINDE
DOOR
E. PE1VKALA
Kala Rahoe, de veroorzaker van zon- en maan -eclipsen.
Een demon, die volgens de mythe naar den hemel
was opgestegen, om den onsterfelijk makenden Soma-
drank te rooven. Wishnoe sneed hem het hoofd af
daar toen echter de nectar hem reeds in de keel was
gekomen, was de kop onsterfelijk geworden. Deze
vliegt nu nog steeds door het luchtruim en tracht, om
zich te wreken, zon en maan in te slikken.
wereldeeuw wordt korter. De levensgang bespoedigt
zich, de goddelijke orde verliest steeds meer vasten
grond. In de derde „Wereldeeuw" veranderen de
vier kasten hun levenswandel tot het slechte. Brah
manen en vorsten zijn enkel en alleen op winst be
dacht. Het streven naar reinheid en vasten verdwijnt.
In de vierde eeuw heeft de goddelijke kracht slechts
een vierde deel van zijn macht. Er is geen Wijze meer,
die de waarheid zegt en geen die zijn woord houdt.
Het gedrag der wijze Brahmanen lijkt op dat van de
laagste paria's. De ouden doen alsof zij jong zijn, de
jongen handelen als grijsaards. Dan ziet Wishnoe, dat
het wereldlichaam rijp is voor „Vernietiging". 12.000
herfsten zijn voorbijdat is één dag van Brahma, de
„Eeuwige Wereldgeest". In den beheerscher van het
heelal, Wishnoe, groeit de wensoh alles weer tot zich
te nemen, zooals hij het eens uit zichzelf ter wereld
gebracht heeft. Van Brahma af, den „Hoogste", die
De mooie zeegod Baroena.
Menigeen ziet verbaasd
ennietbegrijpend naar
de vreemde en onbe
haaglijke beelden van de In
dische godenwereld. Zooals
deze bijvoorbeeld in ruime
mate in het Koloniaal mu
seum te Amsterdam te aan
schouwen zijn en waar de
hier afgebeelde foto's door
den schrijver gemaakt zijn.
Veelarmige en veelkoppige
monsters met angstwekken
de, verwrongen gezichten,
uitpuilende, schrikaanjagen
de oogen, roode uit den
mond hangende lange tongen,
klauwen met ellenlange na
gels, scherpe en gekromde
olifantsslagtanden staren den
toeschouwer aan. Maar ook
de „Heerlijk-Verhevenen"
de goden zelf die voor den
Hindoe een bovenaardschen
glans schijnen te verspreiden,
zijn voor ons Europeanen
nog zóó afschrikwekkend, dat
wij in hun beelden niets
aantrekkelijks kunnen waar
nemen.
In Nederlandsch-Indië is
de Hindoe-religie nog het
Doerga, de ongenaakbare, komt men in ver
schillende gedaanten tegen. Zij wordt de
zwarte godin des doods genoemd. Ook geldt
zij als de beschermster van hen die in de
wildernis verdwaalden, schipbreuk leden op
den oceaan of door slechte ihenschen gevan
gen worden gehouden. Zij heeft vier gezichten,
maar slechts vier armen, draagt een diadeem
van schitterende kleur, en haar embleem is
de pauwestaart.
meest op het mooie eiland
Bali, dat juweel van Insu-
linde, bewaard gebleven.
Toch behoort de bevolking
van Bali niet tot de Hindoe-
isten. Het volk vereert meer
zijn voorouders en de als
berggeesten verpersoonlijkte
natuurkrachten. Het Hin
doeïsme, dat aan Bali zijn be
koring verleent en de oorzaak
is van de grootsche „Pale
bon"-lijkverbrandingen, is
beperkt tot de nakomelingen
van de Brahmanenkaste.
Niettemin heeft de officieele
religie van deze vooraan
staande kaste ook op Bali
in den loop der eeuwen
groote veranderingen onder
gaan: de meest in het oog
loopende is, dat niet de
schepper Wishnoe de heer
van hemel en aarde is, maar
een andere godheid der
drieëenheid: Oiwa, de „Ver
delger". Daar alle goden hun
oorsprong in Wishnoe heb
ben, kunnen wij aannemen,
dat deze verschuiving in
rang zich slechts schijnbaar
voltrokken heeft en in ver
binding staat met het nade
rende einde van den tegen-
woordigen W erelddag'
Maar laten wij den „schep
per" Wishnoe zelf spreken,
zooals dit in de oude boeken staat
opgeteekend. Een heter beeld van het
Indische geloof kunnen wij niet krij
gen.
Manoe, de eerste menseh, heeft in
het begin van den tegenwoordigen
„Werelddag" aan Wishnoe verschillen
de vragen gesteld:
„Hoe kwam de wereld uit u voort,
toen ge nog in de „Wereldzee" lag!
Hoe ontstonden door uw macht de
goden en de zienerscharen! Verkondig
mij: het groote werk van uw Yoga-
kracht; hoe lang ge in de „Wereldzee"
rustte; hoe lang uw hoogste Wezen
slaapt; hoe lang het duurt, tot u op
staat in uw groote heerlijkheid! En
hoe brengt de Verhevene de heele
wereld te voorschijn!"
Wishnoe verkondigde Manoe iets
van de „Werelddagen" en „Wereld
nachten." 12.000 herfsten duurt een
„Werelddag"! .En 4.000 herfsten de
eerste „Wereldeeuw"! In deze eeuw
worden goede mensehen geboren, die
hun leven in dienst van de plichten
stellen, die de goddelijke Voorzienig
heid hun aanwees. De Brahmanen
gaan voort in hun heiligen wandel, de
koningen volharden in hun edele
handelwijze en de onderworpenen
blijven gehoorzaam. Ieder volgende
Tama is de god van de hel en de ko
ning van de dooden. De kraai en de
duif zijn z'n boodschappers. Yama
heeft twee vier-oogige honden, nakome
lingen van Sarama, waarvan hij zich
als strijdrossen en nieuwshrengers be
dient. Hij roept de menscheli bij elkaar
en geeft hun een plaats in den hoog-
sten hemel bij fluitmuziek en gezang.
Hij is de zoon van Vivasvant. Volgens
de mythe zou hij de eerste sterveling
zijn geweest, die dood ging, en die de
menschheid heeft geleerd te sterven.
Zijn honden bewaken het land der
dooden tegen zondige menschen.