En ook tegen vliegtuigen baat het niet, omdat deze behoudens in uitzonderlijk donkere nachten gemakkelijk het witte, schuimende kielwater op merken. Ook het zigzagvaren kan niet onverdeeld ge prezen worden, vooral niet bij matig snelle schepen. Gesteld, men wil noordoost koersen en stoomt dan beurtelings oost en noord, met iedere tien minuten een koerswijziging. Het gevolg is dat men in den koers noo doost minder opschiet, waardoor een duik boot de kans krijgt om onder water het schip voor bij te komen en het daarna op korten afstand aan te houden. Meer afdoend hleek een simpel trucje: het uit de midscheeps plaatsen van de masten, waardoor de duikbootkapiteins gewend aan nette, mid- scheepsche masten den koers verkeerd berekenden en hun torpedo verkeerd schoten. Dit had juist daar om zoo'n succes, omdat de duikbootkapiteins, met hun laag uitzichtpunt, gewend waren aan den stand der masten -- meer of minder „open" den koers te gissen. Maar wel vereischt het verplaat sen der masten een vrij omvangrijke verbouwing. Een even listige zet bleek het tevens om vooral bij groote schepen op de witte of lichtgrijze huid een torpedojager te schilderen. Het effect werd dan verhoogd, door aan de toppen der „schoorsteenen" in zachte teer gedrenkte dotten poetskatoen te laten smeulen, terwijl een op de plaats van den geschilderden voorsteven aan de huid geklonken richel voor een bedrieglijk echte „boeggolf" zorgde. Zelfs neutrale zeelieden prezen het verras sende effect en het lijdt geen twijfel, of menig duik bootcommandant heeft zich door zoo'n geschilderden torpedojager laten intimideeren. Ondan' s al deze trucs werden de schepen toch door duikboot m lastig gevallen en om ze dan een kans te geven alsnog te ontkomen, heeft men de schepen met geschut uitgerust. En al moet worden toegegeven, da deze kanonnen menig schip hebben gered, toch zijn de resultaten niet geheel bevredigend geweest. Vaak l)e bewapende Britsche stoomer Silver Laurel arriveert na een moeilijke over den Atlantischen Oceaan in een Amerikaansche haven. was het moeilijk een kanon op een volgebouwd achterschip te plaatsen, terwijl het bijna immer uiterst lastig was, om een voldoend sterke opstelling te vinden. Een kanon toch ondervindt een zwaren terugschok en om dien behoorlijk opte vangen,verviel men dikwijls in uitgebreide versterkingsmaatrege'en. En nóg is het voorgekomen, dat het kanon tijdens de actie los ging zitten. Veel ig er getobt met de geoefendheid van het geschutp'ersoneel, dat doorgaans bestond uit één of twee beroepskanonniers, die slechts een haastige oorlogstraining hadden genoten, aangevuld door daarvoor aangewezen leden van de bemanning, die er nog minder kaas van hadden gegeten. Om niet eens te spreken van de talrijke malen, dat de be roepskanonniers doodelijk zeeziek in hun kooien lagen. Heel vaak bleken de bewapende koopvaarders niet tegen de getrainde duikbootlieden opgewassen, terwijl andere keeren het moreel van de verdedigers beneden elke kritiek was. Verschillende malen zijn er woedende gevechten geleverd, waarin de koop vaarder met eere onderging of gelukkig ontsnapte, doch talrijke malen is het ook gebeurd, dat de bemanning het na een eersten treffer opgaf. Vooral gekleurde zeelieden Ohineezen en Britsch-Indiërs bleken slechte vechtersbazen, die liever roeiden in de redding-- boot, dan op hun schip te sneuvelen. Trouwens, ook de duik- bootvaarders hadden hun trucs tegen het geschut. Dan doken ze van dichtbj op, waarna ze onmiddellijk het stukgeschut onder mitrailleurvuur namen. En terwijl het schip werd aan gehouden, bleef het ge- schutpersoneel niets anders te doen, dan zich in het gangetje gedekt op te houden. Ondanks al deze heeft Nooit zijn de sloepen beter in orde dan in oorlogstijd. Een kijkje langs den zij wand van het Engelsche schip Arondara Star. De stormladders hang en op gerold gereed. Men be- g ijpt hoe moeilijk het is om oude menschen en kin deken langs zoo'n Ico 'Irechte ladder veilig in de sloepen te brengen. tekortkomingen Engeland toch weer een aantal koopvaar ders bewapend, in de welgegronde hoop, dat het, met vermijding van de vroegere fou ten, thans betere resul taten zal bereiken. Een andere maatregel wordt ten slotte getroffen door de neutrale scheepvaart, die alles in het werk stelt, om haar schepen zoo goed mogelijk kenbaar te maken. Daartoe worden op de huid zoowel de natievlag als de naam van het schip en die van het land van herkomst geschilderd. Dat zou een heel goede maatregel kunnen zijn, doch het ongeluk wil, dat deze maatregelen door de oorlogvoerenden worden overgenomen. Hst wordt nog steeds geoor loofd geacht, zich door andermans naam en vlag te beschermen, in welk opzicht het in den oorlog te land netter toegaat. Zoolang de vijanden s'eshts elkander dwars zitten, gaat het nog, doch zóó worden de neutralen de dupe en er is voorloopig geen uitzicht, dat dit zal veranderen. Ongeacht de talrijke maatregelen gebeurt het nog dagelijks, dat schepen in den grond worden geboord en dan blijft slechts de hoop op de reddingbooten. Over de voor- en nadeelen van de verschillende soorten reddingbooten zijn boeken vol geschreven; de patenten om de booten te water te laten zijn even talrijk als de merken lucifers en dus moeten we ons tot het uiterste beperken. En dan kan gezegd worden, dat de booten een redelijke veiligheid geven alstusschen het torpedeeren en hst zinken niet te weinig tijd verloopt; het schip stil of vrijwel s'il ligt; als de booten tijdens het te water laten niet defect raken en de behandeling deskundig geschiedt. Verder komt het er op aan, dat de menschen veilig en wel in de booten komen, wat vooral bij passagiers de grootste moeilijkheden oplevert, terwijl ten slotte in de te water gelaten boot met beleid moet worden opgetreden. Het beste is vooral in een boot vol passagiers rustig te wachten, tot de op de nood seinen toegesnelde schepen hulp komen bieden. Het behoeft ten slotte geen betoog, dat het in deze oorlogsomstandigheden beter is van de zee weg te blijven. Het risico is voor één reis niet zoo groot, maar het bestaat wel degelijk. We kunnen bewonde ring koesteren voor hen, die ondanks deze gevaren toch doorvaren, om hun land van het noodige te voorzien, doch er is geen aanleiding, zonder dringende noodzaak hun voorbeeld te volgen. Tegenwoordig heid van geest is goed, afwezigheid van lichaam beter. TH. E. BOOSMAN Een Kanaalboot, welke tot hospitaalschip is omgebouwd, in een Zuid-Engelsche haven. Men lette op het tweede schip, dat met zigzaglijnen beschilderd is, waar door van verre een bedrieglijke indruk gevestigd wordt. Het hospitaaLchip is niet ge camoufleerd en draagt duidelijk de kenmerken, welke internationaal voorgeschreven zijn De Aquita'iia, een der grcote mailschepen van de Cunard Line, in het g: ijze ooilogslcleed. Het ver blindend witte kielwater blijjt echter uit de lucht zichtbaar. £38:

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1940 | | pagina 3