A
0
7
Uitgeleide gedaan tot aan het hek....
Dat intieme kasteeltje
hij zijn jeugd
had doorge
bracht, verla
ten moest wor
den, omdat
men niet lan
ger over de
middelen be
schikte om het
te bewonen.
Nog dien
zelfden avond
schreef heer
Herman Wil
link een kort briefje aan hertog Robert de Bon-
bardone, waarin hij Zijn Hoog Edele met verschul-
digden eerbied verzocht, als gebuur met zijn gezin
des anderendaags bij hem zijn opwachting te mogen
maken.
Een sluw lachje speelde om de lippen van den
hertog, toen hij het met
sierlijke letters geschreven
epistel van den koopman
inzag.
„Zeg, Louis, ken je dien
man?" vroeg hij den die
naar, die hem de bood
schap had overhandigd. „Is
Herman Willink niet die
groote zakenman, die in
Amsterdam op de dia
mantbeurs zoo in aanzien
staat?"
„Zeker, monsieur," ant
woordde Louis. „Als ik u
raden mag, zou ik maar
goede maatjes met hem
worden."
„Daar zal het niet aan ontbreken," sprak de hertog
vrcolijk.
Terstond ging hij naar zijn secretaire, doopte
de ganzenveer in den inkt en schreef op het van een
gouden kroon en wapenschilden voorziene perka
ment, dat bij volkomen bewilligde in het bezoek en
zeer gaarne met zijn heer gebuur en diens familie
den vclgtnden dag vilde kennismaken des middags
rond drie uren.
Als gold het een adel
brief, zoo zorgvuldig borg
Herman Willink dit briefje
weg.
Op het vastgestelde tijd
stip maakte Willink, ver
gezeld van zijn vrouw en
dochter, zijn opwachting op
„Plaetse Welbehaegen".
De hertog ontving hen
minzaam in den gróoten
salon van zijn villa. Het
was hem een eer en een
groot genoegen, bij zijn
komst in deze streek reeds
t( r tend kennis te mogen maken met zijn naaste
buren.
Herman Willink was opgetogen over deze be
groeting en liet dit duidelijk blijken. Hij hoopte een
goede gebuur van den hertog te mogen zijn, aan
wien hij tevens zijn vrouw en dochter wilde
voorstellen.
Fietje ontdekte, dat Eveit's beschrijving van den
hertog geheel
Niet bepaald innemend.... overeenkwam
met haar kijk
op 's mans
persoon. Zij
kon zijn ge
zicht ook niet
bepaald in
nemend noe
men. De trek
ken vond z\j
wel regelma
tig. maar er
lag iets on-
defenieerbaars
in dien blik,
iets onheil-
Een sluw lachje speelde om zijn
lippen
spellende, waarvoor zij bang zou zijn. Inderdaad
droeg hij een prachtige pruik en vertoonde aanleg
voor corpulentie, doch de elegantie, waarmee hij zijn
costuum8 wist te dragen, dwong bewondering af. Voor
papa Willink zou deze hertog de stoutste verwezen
lijking beteekenen van zijn droomen. Zulk een edel
man voor zijn dochter, het was meer dan hij verwach
ten durfde. Niet slechts een titel, maar tevens een
vermogen, want dat de hertog de Bonbardone een
vermogend man was, viel uit alles af te leiden. Welk
een weelde stond hier te pronk gesteld in dezen salon
Later mochten de gasten nog een schitterende collec
tie miniaturen en edelsteenen bewonderen, waardoor
de welgesteldheid van den hertog bij koopman
Willink boven eiken twijfel verheven werd.
Het duurde dan ook niet lang of hertog Robert
de Bonbardone behoorde tot de huisvrienden van
Herman Willink en op het buiten aan de Vecht vorm
de de Fransche edelman het middelpunt van de
belangstelling, tot niet geringe ergernis van Evert-
Haugenwitz-Latour, die thans niet meer zoo dikwijls
gevraagd werd op partijtjes en wiens tegenwoordig
heid door den koopman
schijnbaar nauwelijks werd
opgemerkt.
Fietje was het daarmee
allesbehalve eens. Voor
haar gold Evert nog immer
als het ideaal der jonge
lingschap zij vond den
hertog bepaald onsympa
thiek en voelde zich nooit
op haar gemak in zijn ge
zelschap. Zij moest walgen
van de vleiende compli
mentjes, die hij haar veel
vuldig maakte. Niet zonder
ergernis bemerkte zij, dat
haar vader deze hof
makerij met kennelijk wel
gevallen zag en zelfs in de hand werkte, waar hij kon.
Evert, aan wien Fietje haar nood klaagde, was
woest geweest, hij had den hertog wel terstond tot
een duel willen uitdagen. Het meisje hield hem echter
van dit dwaze plan af, omdat hij toch moeilijk een
redelijke aanleiding tot zooiets zou kunnen vinden.
Bovendien werd 's jonkers stemming direct een stuk
milder, teen hij de uitnoodiging ontving om op een
tuinpartij van de familie Willink tegen
woordig te willen zijn.
Dit feest werd bijna een
eclatant succes. Fietje
voelde zich als een prinses
in haar nieuwe crinoline,
waarboven een strak keurs
lijfje de aantrekkelijkheid
van haar figuurtje sterk
accentueerde. Een flonke
rend snoer van kostbare
juweelen sierde haar blan
ken hals en schouders. Dit
kleinood had haar vader
haar voor deze gelegenheid
geschonken en het meisje
was er zielsgelukkig mee.
Tijdens het spelevaren
ontdekte het meisje echter
eensklaps, dat haar nieuwe snoer verdwenen was. Ze
kon zich niet herinneren, dat ze een plons in het water
had gehoord en in den tuin hadden nog verschillende
vrienden haar collier bewonderd. De vroolijkheid
was op slag verdwenen. Fietje was ontroostbaar en
haar ouders verkeerden ook in nerveuzs stemming.
Een kostbaar familiestuk was verdwenen. Op voor
stel van den hertog begonnen de heeren in de Vecht
te dreggen. Na een uurtje vruchteloos werken gaf
men het echter op. De gasten namen afscheid, na
enkele opwekkende woorden tot den gastheer en
diens echtgenoote gericht te hebben. Fietje had zich
met haar verdriet opgesloten op haar kamer.
In diep gepeins begaf jonker Evert von Haugen
witz-Latour zich huiswaarts. Zijn geest hield zich
nog immer bezig met de verdwijning van Fietje's hals
snoer. Was 't werkelijk ia de rivier gevallen of had
men het gestolen? Tal vai gedachten en veronder
stellingen kruisten zijn brein. Wie zou hij nu van
diefstal moeten verdenken? Nog nimmer had hij zulks
meegemaakt op een feest. Wanneer hier van diefstal
sprake was, moest het een geraffineerde schelm zijn,
die zijn slag geslagen had. Toen zij zich naar de boot
jes begaven,
had Fietje de
juweelen nog
Vaag herin
nerde hij zich,
dat de hertog
het meisje had
geholpen bij
het in de boot
stijgen. Later
had men de
vermissing
ontdekt. Zou
de hertog.
Neen, dat was
niet aan te
Ze walgde van zijn complimentjes....
nemen, die was rijk genoeg en behoefde niet op de
juweelenjacht te gaan.
H )ever hij deze gedachten aanvankelijk ook van
zich afwierp, telkens weer kwam er verdenking bij
hem op tegen den hertog, en hoe langer hij er zich
mee bezig hield, hoe sterker drang hij in zijn avon
tuurlijk gemoed gevoelde,
om eens op onderzoek uit
te gaan. Ten slotte kon hij
aan de bekoring geen
weerstand bieden en zoo-
dra de duisternis gevallen
was, sloop jonker Evert
naar het buiten van den
hertog. Hij wilde eens
trachteniets meer te weten
te komen van het leven op
Fietje was ontroostbaar.
paadje tusschen beuken
hagen kwam hij achter het
huis, waar zich de boom
gaard uitstrekte. Door het
geboomte zag hij in de verte
eenige verlichte vensters.
Hij zou trachten daar binnen te gluren. De jongeman
kroop door een gat in de heg en sloop in de richting
van het huis. Reeds berekende hij, hoe hij uit de
schaduw van het geboomte zou komen, snel de bin
nenplaats zou oversteken, om langs het huis te slui
pen, toen hij werd opgeschrikt door het grommen
van een hond. Er liep een waakho d in den tuin,
waaraan Evert in zijn jeugdigen overmoed niet
gedacht had. Nu begon het dier te blaffen, doch
neen, dat kwam van een
anderen hond, meer achter
hem.
Evert maakte rechts
omkeert, doch het was reeds
te laat. Hij voelde hoe een
groot dier tegen hem op
sprong. Hij slaakte een
kreet van schrik en pijn,
want een paar scherpe
tanden drongen door zijn
kleeding heen en drukten
in het vleesch van zijn arm.
De jonker zat in de klem.
Hij wilde zich losrukken en
wegloopen, maar de hond
zette zijn tanden nog dieper
vast.
In het achterhuis ging een deur open, en Evert
zag een knecht met een lantaren naar buiten
komen, gevolgd door enkele andere leden van het
personeel.
„Wie is daar!" riep er een.
Het troepje kwam in Evert's richting. Spoedig
had men hem gevonden.
„Wou je soms appels stelen?" vroeg de man met
de lantaren.
„K< m maar Hoe'ngroot diertegenhemopsprong....
eens mee naar
monsieur. Af,
Belloriep
h\j tegen den
hond, die nu
Evert's arm
losliet.
De jongeling
werd mee naar
den hertog ge
nomen.
„Wat. jonker
von Haugen-
witz, welk een
eer! Wat ver-
Eenige verlichte vensters