Zantlug 4 Februari ])e conferentie der Balkanentente is geëindigd met de publicatie van een communiqué, waarin de nadruk gelegd wordt op de handhaving van den vrede en van de onafhankelijkheid en integriteit van het grondgebied der vier landen, die lid iler entente zijn. Het communiqué van de achtste zitting van den permanenten raad der Balkanentente werd voorgelezen door den voorzitter, den Roemeen- selien minister van buitenlandsehe zaken Gafencu. Het luidt als volgt: De permanente raad van de Balkanentente heeft op 2, 3 en 4 Februari 1940 te Belgrado vergaderd. Griekenland was vertegenwoor digd door zijn premier en minister van buitenland sehe zaken Metaxas, Roemenië door zijn minister van buitenlandsehe zaken Gafencu. Turkije door den minister van buitenlandsehe zaken Saradzjo- gloe en Joegoslavië door den minister van buiten landsehe zaken Markowitsj. De gedachtenwisselingen, die in een geest van hartelijkheid en vertrouwen gevoerd zijn, maakten het mogelijk eensgezind het volgende vast te stellen: lo. Het gemeenschappelijke belang der vier staten bij de handhaving van den vrede en orde en veilig heid in het zuidoosten van Europa. 2o. Hun vastbeslotenheid om hun uitgesproken vredespolitiek voort te zetten, door hapdhaving van hun standpunten ten aanzien van het huidige conflict, ten einde dit deel van Europa de l>eproe- vingen van een oorlog te besparen. 3o. Hun wil binnen de entente eensgezind te blij ven, welke entente slechts haar eigen doeleinden nastreeft en tegen niemand gericht is. en de wil ge meenschappelijk te waken voor de eerbiediging der rechten van elk hunner, de eerbiediging van de on afhankelijkheid en van het nationale grondgebied. 4o. De oprechte wenseh de vriendschappelijke betrekkingen met de nabuurstaten te handhaven en te ontwikkelen, in een geest van verzoening, we- derzijdsch begrip en vreedzame samenwerking. ao. De noodzakelijkheid de economische banden en verbindingen tusschen de Balkanstaten nauwer aan te halen resp. te vervolmaken, speciaal door uit breiding van den handel tusschen de leden der en tente. 6o. De verlenging van 't Balkanpact voor 'n nieuwe periode van zeven jaar, ingaande 9 Februari 1940. 7o. De vier ministers besluiten onderling een nauw contact te blijven onderhouden tot de volgende ge wone zitting van den permanenten raad, welke in Februari 1941 te Athene bijeenkomt. Dr. Walter Funk, president van de Rijksbank, hie,ld een rede over de economische oorlogvoering. Stanley ging voort: Wij strijden tegen een dapper maar meedoogenloos en vastberaden volk. Er is geen overwinning zonder tranen mogelijk. Wij, hier te lande, zijn in staat de waarheid onder de oogen te zien. Wij hebben geen hartversterkingen noodig met allerlei sprookjes. De overwinning zal komen, doch als gevolg van volharding, zelfopoffering, moed. Alles wat wij hebben moet in de waagschaal worden geworpen. De Sovjet-Russische bommenwerpers hebben van daag hun massa-aanvallen op de Finsehe steden en dorpen weer voortgezet en ditmaal vooral zuidwest- Finland bestookt. De schaarsche berichten, die hier omtrent binnenkomen, geven te kennen, dat dit de meest vernielende aanval is geweest, dien Finland tot nu toe gekend heeft en dat nog nimmer zooveel slachtoffers zijn gevallen. Het eerste officieele rapport van hedenavond spreekt reeds van honderd dooden en honderd ge wonden. Er zijn zesduizend bommen uitgeworpen. Dj) één plaats werden zeven schuilkelders vernield, waardoor dertig mensehen om het leven kwamen. Het Nederlandsche consulaatsgebouw in een stad ..ergens in Finland" is tijdens een van de Russische vliegeraanvallen door een zware bom getroffen en in een ware ruïne herschapen. Naggiar, de ambassadeur van Frankrijk te Moskou, zal onverwijld uit Moskou met ziekteverlof naar Frankrijk vertrekken. Tijdens zijn afwezigheid zullen de zaken van de ambassade behartigd worden door den gevolmachtigden minister Pavart, als zaakgelastigde. Men neemt dit ziekteverlof echter niet heelemaal au serieux, hoewel de gezondheidstoestand van den ambassadeur reeds langen tijd te wenschen overliet. Overigens hebben Engeland en Italië onlangs al hun gezanten uit -r.i-w Moskou teruggeroepen, zoodat men ,5^C: uf - niet van een overhaast besluit kan spreken. Het is bovendien niet «kssStiS waarschijnlijk, dat de Fransche regeering de, diplomatieke betrgk- kingen op eigen initiatief zal ver breken. De verantwoordelijkheid g'N daarvoor zal zij vermoedelijk aan de andere partij willen overlaten. 2f Bij beschikking van den minister van Defensie zijn de mobilisatie- toelagen verlaagd, speciaal voor de ongehuwden. De Nora, een Nederlandsch kust vaartuig, liep op een mijn, doch werd drijvende gehouden. Bij' het opkomen van den vloed sloeg het schip echter tegen een pier, waardoor honderd meter van dit bouwsel werd weggeslagen. De toelagen van de gemobiliseerden, die niet in hun vredeswoonplaats gelegerd zijn, zijn thans als volgt vastgesteld. Het bedrag tusschen haakjes geeft aan. welke toelage de ongehuwden per dag krijgen: opperofficier f 4.(f 1.50). hoofdofficier f 3.(fl 1.subalterne-officieren f2. (f 0.75). onderofficieren boven den rang van sergt.-majoor (opperwachtmeester) f 1.25 (f 0.50), sergt.-majoor (opperwm.) f 1.— (f 0.40), overige onderofficieren f 0.75 (f 0.30). Jaarwedde genietende korporaals en soldaten f 0.40 (f 0.20). Voor soldij genietende kor poraals en soldaten is de mobilisatietoelage (f 0:15) hetzelfde gebleven. Vannacht om half twaalf is het Nederlandsche stoomschip „Laërtes", van de Stoomvaartmaat schappij „Oceaan" uit Amsterdam, in het Kanaal op een mijn geloopen. De bemanning van honderd koppen is ongedeerd en vocht om ver na middernacht nog met alle niacht om het brandende schip te be houden. Het zag er op dat moment echter slecht voor ze uit, maar om twee uur boekten ze waarlijk succes. De machines waren weer op gang gekomen en de „Laërtes" begon langzaam op te stoomen. De Noorsche „Buccaneer" was echter op de noodsig nalen full speed naderbij gekomen en was gereed om, als 't mis mocht gaan, de bemanning van de „Laërtes" over te nemen. In het jaarverslag van de Holland-Amerika-Lijn over 1939 wordt medegedeeld, dat de directie van de Holland-Amerika-Lijn zich in beginsel bereid heeft verklaard, deel te nemen aan een syndicaat, dat een rechtstreekschen vliegdienst naar de Vereenigde Staten langs de Noord-Atlantische route ten doel heeft. Voor dit syndicaat, waarin in samenwerking met de K. L. M. ook de Staat der Nederlanden en de Nederlandsche vliegtuigenfabriek Fokker zullen deelnemen, zal de Holland Amerika-Lijn haar passa giersorganisaties in Europa en Amerika ter beschik king stellen. Verder wordt in het verslag medegedeeld, dat de Nederlandsche regeering door haar gezant te Washington bij de regeering der Vereenigde Staten reeds een concessie voor het openen van een vlieg dienst tusschen Nederland en Amerika heeft laten aanvragen. Dit is eigenlijk geen „oorlogsnieuws", doch het besluit houdt toch wel verband met de huidige om standigheden. De oorlogvoerende landen immers kunnen niet zooveel aandacht aan de regelmatige uit voering van zulk een dienst wijden, zoodat Neder land nu de kans heeft een bijzondere plaats in te nemen in het internationale luchtverkeer.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1940 | | pagina 17