"i +Z3Bm
WAT
DE WINTER AAI
OXS BRACHT
V* A "r.
Langs ingesneeuwde wegen en naar geïsoleen
Commentaar overbodig 1
Ergens op den hoofdverkeersweg Amsterdam-Utrecht
Op den weg naar Kansdorp liet de auto ons in den steek
Onze herhaalde pogingen om den wagen te bevrijden,
bleken evenwel nutteloos ts zijn. Steeds werkte de auto
ziek dieper in de sneeuwmassa's.
De winter '39-'40 heeft dien van '28-'29 over
troffen, verre overtroffen zelfs enin alle
opzichten Radioberichten, krantenarti
kelen en statistieken hebben ons dit over
duidelijk gemaakt voor zoover wij het niet aan den
lijve ondervonden hebben. En wat die statistieken
betreft: nog enkele dagen slechts zijn noodigom den
barren winter van 1890-1891waarover ook nu nog bij
monde van de oudere generaties de meest fantastische
verhalen de ronde doen, met groote stappen zoowel in
lengte als in karaktergetal te passeeren. Maar we dur
ven gerust zeggen, dat niemand er naar haakt, dat
record gebroken te zien, doch dat er slechts één ver
langen blijft bestaan, namelijk 'n flinke stijging van
temperatuur en dus dooi, zooals op het moment dat
we dit schrijven het geval is! Hadden we in hèt begin
van dezen ijswinter hoofdzakelijk te kampen met
een felle vorst, die het water in de rivieren deed
stollen en het scheepvaartverkeer stremde, de
sneeuw, die in de afgeloopen weken ons land in een
smetteloos wit gewaad heeft gestoken, heeft ver
keersmoeilijkheden veroorzaakt, die we alleen uit het
buitenland of van hooren zeggen kenden. Want, de
felle oostenwind der laatste weken blies geweldige
hoeveelheden stuifsneeuw van de uitgestrekte lande
rijen over de wegen, ten gevolge waarvan deze óf
moeilijk berijdbaar óf zelfs volkomen onbegaanbaar
werden gemaakt. Traras en treinen sneeuwden radi
caal in en t.allooze automobilisten bleven met lmn
wagens in de sneeuwwoestenij steken; sommigen
hebben zelfs een langen, kouden en versclirikkelijken
nacht in hun voertuigen moeten doorbrengen, omdat
onbekendheid met de omgeving een voortzetting
van de reis te voet onmogelijk maakte. Dit alles
leidde ertoe, dat wij, gezeten in een behoorlijken auto
en gewapend met schoppen, matten en andere
ingrediënten, welke ons
t
Tot meer dan 1.50 meter
hoogte had de sneeuw
zich aan den kant van
den weg opgehoopt.
van pas zouden kunnen
komen, er op uit trokken
om onze cameramen-
schen in de gelegenheid te
stellen het aspect, van
dezen barren winter voor
't nageslacht te bewaren.
We kozen daartoe eenige
wegen uit rondom de
hoofdstad, waarvan be
kend was dat ze in een
verre van behoorlijke
conditie verkeerden en
welke zelfs leidden naar
Na eenige uren vergeefs
getobt te hebben, kregen
we hulp van een twintig
tal sneeuwruimers, die ons
uit onze benarde positie
bevrijdden,
Een opname van een verbindingsweg tussehen twee kleine dorpen? Neen,
dezen aanblik leverden zelfs verschillende hoofdverkeerswegen in ons land
op. Wellicht zal niemand vermoeden, dat deze foto op den grooten rijks
weg Amsterdam-Utrecht, tussehen Abcoude en Duivendrecht, gemaakt werd.
Op sommige plaatsen zakten de wielen run de
weg en moest de schop er tuin te
bepaalde dorpen en streken, die geheel geïsoleerd
zouden zijn. En we moeten bekennen, het is een rit
geworden, die ons nog lang heugen zal! Want al
verliep onze reis aanvankelijk gunstig de ver
bindingen tussehen Uithoorn, Mijdrecht, Vinkeveen,
Nieuwersluis waren bijvoorbeeld zeker niet onbe
gaanbaar te noemen de groote verkeersweg
Utrecht-Amsterdam, en meer speciaal het gedeelte
tussehen Abcoude en Duivendrecht, leerde ons wel
anders. Hier was inderdaad geen sprake meer van
een weg, doch slechts één primitief spoor door een
bevroren sneeuwbedding stelde ons in staat moei
zaam vooruit te komen. En dit ondanks het feit, dat
groote ploegen sneeuwruimers gestadig dag en nacht
doorwerkten om een behoorlijk wegdek te verkrijgen.
Zoo zeulden we voort, tot. we langs allengs beter
begaanbare wegen de hoofdstad bereikten om daarna
het Waterland o bittere ironie te verkennen
en te tracht
dorp te he
hier hetzelfo
berijdbaar
toren zich d
de soeeuwla
steeds meer
geving van i
waifcre mo
ons Srenwel
lonze a
had.
wind
lannen
Saliari
ware 11
liting f
waren
toen
boor
oosti
inges
witte
zijn,
de ri
(en
4