DE HONDERD DAGEN VAN
DE „EMDEN"
34
De „Knielen", die in het betfin
ran den wereldoorlog de vloten
tier geallieerden op een dwaal
spoor bracht door een nierden
schoorsteen van hout en doek te
bouwen en die in staat bleek
00 dagen onvindbaar te blijven
De Duiische kruiser „Emden" werd 95 jaar
geleden tof zinken gebracht door den Austra-
lischen kruiser „Sydney". In de lOO dagen
van haar activiteit had zg 97 vaartuigen tot
zinken gebracht of buitgemaakt.
ijfentwintig jaar geleden werd
M de zwervende Dnitsche kruiser
1/ „Emden" in een wanhopig ge-
V vecht op den Jndischen Oceaan
door het Australische oorlogs
schip „Sydney" tot zinken gebracht
en hiermee eindigde een van de meest
romantische hoofdstukken in de ge
schiedenis van den wereldoorlog.
Het verslag der daden van dezen „geesel" der
Indische wateren, die de geheele wereld in spanning
hield, lijkt meer op een verzonnen verhaal dan op een
waarheidsgetrouwe opsomming.
Voor de vlag van den kleinen kruiser gestreken
werd, had hij in minder dan honderd dagen zeven
entwintig schepen veroverd of tot zinken gebracht
en was hij er in geslaagd, te ontsnappen aan de
oorlogsschepen van Groot-Brittannië. Frankrijk,
Japan en Rusland, die voortdurend jacht op hem
maakten. Op een gegeven oogenblik werd de „Emden"
achtervolgd door negentien geallieerde oorlogs
bodems.
De kruistocht van dezen kruiser berokkende de
koopvaardij in de Indische wateren en die van het
Verre Oosten een verlies van ongeveer vijfentwintig
millioen gulden.
Bij het tot zinken brengen der handelsschepen ging
geen enkel leven verloren en de commandant, kapi
tein Carl von Mueller, behandelde de gevangen
genomen zeelieden met de grootst mogelijke hoffe
lijkheid.
Toen het nieuws van de vernietiging van de „Em
den" Londen bereikte, ging een groot gejuich op in
Lloyd's, het bekende centrum der verzekerings
maatschappijen, de groote bel van de „Lutine",
die alleen bij heel bijzondere gelegenheden geluid
wordt, kondigde den ondergang van den gevreesden
vijand aan en eenige oogenblikken werden alle zaken
opgeschort. De verzekeringspremie daalde onmid
dellijk met vijftig procent.
De Britsche pers was vol lof over de „Emden" en
haar kapitein. De Times zei o.a.: „Het verheugt ons,
dat de „Emden" ten slotte vernietigd is, maar wij
beschouwen kapitein von Mueller als een dapperen
en ridderlijken vijand."
De Britsche admiraliteit stond toe. dat Von
Mueller, die gered werd na den slag. zijn degen
mocht houden. Toen hij als krijgsgevangene naar
Engeland gebracht werd, betoonde men hem alle
eer, zoo'n tegenstander waardig; op speciaal verzoek
van koning George werd hij in het Buckingham-
paleis ten eten genoodigd.
Na den oorlog nam een nieuwe „Emden" de plaats
in van de vroegere.
De eerste „Emden" had slechts een waterver
plaatsing van zesendertighonderd ton. Zij was ge
wapend met tien 10 cm. kanonnen en acht vijf
ponders. Zij had twee torpedolanceerbuizen. zij liep
vijfentwintig knoopen en kon negenhonderd ton
kolen laden. De bemanning bestond uit driehonderd-
eenenzestig koppen.
Toen de wereldoorlog uitbrak, bevond de „Emden"
zich in de huurt van haar basis te Tsingtao, op het
Kapitein von Mueller, commandant van de Emden"
Duitsch territorium in ChinaKiatsjou.
Op 6 Augustus 1914 slaagde zij er in,
de haven uit te glippen, langs de
Eugelsche bewakingsschepen, en maak
te geen Russisch vaartuig buit, dat
zij naar de haven bracht.
Zes dagen later voegde de „Emden"
zich bij het Duitsch-Aziatische eskader,
dat bij het eiland Quelpart station-
neerde. Von Mueller stelde voor, dat zijn schip het
verband zou verlaten om op eigen gelegenheid de
koopvaardij afbreuk te doen. Op 13 Augustus
heescli het vlaggeschip het sein:
„Emden buiten verhand, wenscli u veel succes".
Von Mueller seinde terug: „Dank u" en vertrok.
„Allen wisten wij," zei Von Mueller later, ...<lat we
elkaar voor het laatst gezien hadden." Om den open
oceaan te kunnen bereiken, moest de „Emden" een
nauwe straat passeeren, waarin heel wat visschers-
schuiten rondvoeren en de kapitein was er niet op
gesteld, dat hij in de heldere, maanlichte nachten
opgemerkt zou worden.
Alle Britsche oorlogsschepen in de nabijheid
hadden twee of vier schoorsteenen, geen had er drie,
zooals de „Emden". Men bouwde nu op vernuftige
wijze een vierden schoorsteen van lieschilderd zeil
doek en latten. De „Emden" leek nu precies op
den Britschen kruiser „Yarmouth" en voerde,
wanneer het in haar kraam te pas kwam. de Britsche
vlag.
Een maand lang hoorde men niets van het schip
en toen dook het plotseling op in de Golf van Benga
len, zesduizend kilometer verderop.
Het Italiaansche stoomschip „Loredoro" dat te
Calcutta aankwam, rapporteerde, dat het dooi
de „Emden" was aangehouden. Op 16 September
kwam het Engelscbe stoomschip „Kabinga" te
Calcutta aan met de bemanning van vijf andere
Engelsche schepen aan boord, die twsschen 10 en 14
September tot zinken waren gebracht.
Kort daarna vernam men, dat de „Emden" in dr
False-baai kolen had ingenomen, op ongeveer
tweehonderd kilometer van Calcutta dus. Drie
Britsche kruisers en drie Fransche torpedojagers
begonnen de achtervolging. Een paar dagen later
werd een Engelscli stoomschip, de „Clan Matheson",
voor den mond van de Rangoon tot zinkeu ge
bracht. Nu voegde een Japansch oorlogsschip zich
bij de achtervolgers.
Terugvarend over de Golf van Bengalen