35
verscheen de „Einden" voor de haven van Madias in
Britsch-Indië. Met. haar zoeklichten op de olietanks
gericht, opende zij het vuur en weldra schoten de
vlammen omhoog. De „Einden" keerde en verdween
uit het gezjeht. De schade bedroeg meer dan twee
honderdduizend gulden.
De kust volgend, verscheen de „Emden" bij Pon-
dicherry, doch intusschen bracht zij nog vijf Britsche
schepen tot zinken. Nu had ook een Russische kruiser
de achtervolging opgenomen. Maar de „Emden" begaf
zich nu naar den drukken scheepvaartweg in de
buurt van Ceylon. Tegen 27 September had ze nog
maals vijf Engelsche schepen tot zinken gebracht
en een kolenschip met zevenduizend ton steenkool
buitgemaakt.
In twee weken boorde men niets van het schip en
later bleek, dat 't zich teruggetrokken had in den
Ohagos-archipel, waar de ketels werden schoonge
maakt en de romp van planten en andere aanhang
sels werd bevrijd.
Weldra verscheen 't echter bij de Lakkadiven,
waar weer vijf schepen tot zinken werden gebracht,
terwijl een tweede kolenschip werd buitgemaakt.
Intusschen waren nu nog twee Japansche kruisers en
een Russische kruiser op zoek naar het schip. In
tien dagen hoorde men er weer niets van. Plotseling
echter, drieduizend kilometer verwijderd van de
plaats, waar zij het laatst was gesignaleerd, dook de
Het
He brandende olietanks f<
door de
Madras na de beschieting
Emden"
„Emden" op voor de ver
sterkte haven van Pinang,
in de Straits Settlements
en haalde hier baar bru
taalste stukje uit.
Een Russische kruiser,
de „Dzjemtsjoek", lag
vredig voor anker in de
ochtendschemering. De
wacht zag een oorlogs
schip binnenkomen, maar
schonk daar niet veel aan
dacht aan. Het leek op
den Britschen kruiser
„Yarmouth". Gestadig
stoomde de vermeende
„Yarmouth" op, tot zij
langszij den Russisclien
kruiser kwam, op 'n afstand
van nauwelijks driehon
derd meter. Er was niets te
zien dat wantrouwen kon
wekken. Plotseling echter
ging de Duitsche vlag om
hoog, de stilte werd ver
broken door een oorver-
doovend salvo en de onge
lukkige Rus begon te zin
ken. Voor alle zekerheid
vuurde de „Emden" nog
twee torpedo's af.
Op 9 November stoom
de zij bij daglicht de haven
van het South Keeling-
eiland in de groep der
Oocos-eilanden binnen. Zij
had nog haar valschen
schoorsteen staan, maar de vermomming was nu
bekend. Nauwelijks was zij in het gezicht gekomen
van het Britsche radiozendstation of de plaats, waar
zij zich bevond, was wereldkundig gemaakt.
Toevallig was een gewapend transport van
Australië op weg naar het Suez-kanaal.
De „Emden" gebruikte wel iswaar haai eigen zender
om de boodschap van de Eugelsohen onverstaanbaar
te maken, maar de fragmenten werden toch „aan
elkaar geknoopt" door een marconist van den Brit
schen kruiser, „Minotaur", die de transport
schepen convoyeerde. Onmiddellijk werd de groote
kruiser, „Sydney", op den Duitscher afgestuurd.
De .Emden" was intusschen de haven binnenge
varen, zij zette een troep aan land, die opdracht
had den zender en de installatie te vernielen.
Von Mueller hield echter oplettend de wacht. Onraad
bespeurend en zonder op de landingsexpeditie te
wachten, keerde de Emden", en stoomde op volle
stoomschip ttjüsen buitgemaakt door de
hulpkruiser onder den naam „Gomoran"
den tater
He
Eranxvhe torpedojager „Jlousquet". door de „Emden" ten noorden ran
Pinang tot zinken gebraakt op 28 October 1914.
kracht de „Sydney" tegemoet. Meteen liegon het
gevecht.
Een volle laag van de „Emden" beschadigde de
vuurleiding van de „Sydney" en e?n van haar
schootsafstandbepalende instrumenten. Onder een
hagelbui van granaten keerde de Duitscher en de
„Sydney" ging hem achterna. De Australiër liep
twee knoopen meer en had 15 cm. kanonnen, tegen
de „Emden" maar 10 cm. geschut. Een salvo van
de „Sydney" schoot een van de schoorsteenen weg,
alsmede een mast. Daarua viel een tweede schoor
steen en weldra stond de „Emden" in vlammen.
Von Mueller stuurde zijn schip op een rif van het
North Keelingeiland. Hoewel er brand uitgebroken
was, bleef de kleine Duitscher zich met zijn laatste
stuk geschut verdedigen. Drie salvo's, in snel tempo
achter elkaar gegeven, maakten van de „Emden" een
hoop oudroest en de vlag werd gestreken.
De overwinnaars moesten toegeven, dat zij zich
dapper tegen de overmacht verdedigd had. De ver
liezen van de „Emden" waren enorm. Tien officieren,
zesentwintig onderofficieren en drieënnegentig ma
trozen werden gedood.
Von Mueller was tot het einde van den oorlog
gevangene in een kamp in Wales, doch werd steeds
niet grooten eerbied behandeld. Hij stierf in 19211
te Bronswijk, in zijn vaderland erkend als een der
groote helden uit den wereldoorlog.
I an de drie echte schoorsteenen zijn er twee stukge
schoten en de kruiser heeft nog maar één stuk gesehut.
dat bediend kan worden. He rest van de bemanning
geeft zich over en verlaat het schip.