NEDERLANDS VROOLIJKSTE PLEIN IN GROOTVADERS DAGEN mr Juisl vijl tig jaar geleden hrandde de Anisterdam- srlie schouwburg al. Op een stralenden winterdag, 19 Febniari 1890. vierde Amsterdam den 73sten verjaardag van koning Willem III. Vlaggen ontplooiden zicli langs de gevels der oude grachtenhui- zen. Blijde klokkeklanken vulden de heldere vrieslucht. In de Plantage werd parade gebonden, opgeluisterd door de staf muziek van 't 7e. In al' ieelv inük onthaalde men tweeduizend kinderen, die nog een mooie ijsmuts als aanden ken kregen. Assants, concerten, illumi naties stonden voor 's avonds op het program. Ook in den stadsschouwburg werd 'n feestvoorstelling gegeven: „De terugkeer van den koloniaal" door 't Nederlandsch Tooneel, besloten met een door Bengaalsch vuur verlichte apo theose. Weinig vermoedde 't publiek, dat onder den indruk van het fantastisch slottafereel den schouw burg verliet, om in de feestelijke stad nog een blik te werpen op brandende vetpotjes en gaspitten aan tal van gevels en voor het huistoe gaan nog even verpoozing te zoeken in de naburige koffiehuizen, dat het de laatste maal was geweest, dat men den kunsttempel op het Leidscheplein betreden had. Want in den vroegen morgen van 20 Februari 1890 brak een felle brand uit, welke in enkele uren tijds den schouwburg verwoestte en pas laat in den avond volkomen bedwongen kon worden. Om ze uur in den morgen was het groote gebouw één vuurzee, waartegen de brandweer met haar zes stoomspuiten en de „Jan van der Heyden" in de Baangracht machteloos stond. Een harde zuidoostenwind blies de loeiende vlammen aan en slechts met de grootste moeite slaagde men er in, de belendingen te behouden. Burgemeester van Tienhoven behoorde tot de eersten, die op de plaats van de ramp verschenen. Op het gerucht van den brand stroomden tegen den ochtend duizenden naar het Leidschepleiu, waar bij het aanbreken van den dag zich de rookende ruïne vertoonde van het eens zoo trotsche gebouw. Heel den 20en Februari bleef een groote menschenmenigte op de been, want ononderbroken duurde het blus- De Singelgracht ter hoogte van het huidige Lido. Linke het Leidsche Bozchje. Toen de morgen van 20 Februari IS90 aanbrak, zagen duizenden dammers ontzet naar hun uitgebranden schouwburg. Heel den dag tot toe duurde het nablussehen. schingswerk voort. Vooral de kroonlijst brandde hard nekkig en telkens zag men, nu hier, dan daar, hot vuur weer oplaaien. Het nieuws verspreidde zich snel door de stad. Overal verzamelde men zich om de catastrophe te bespreken, die zooveel schade met zich bracht. [)f. jn het gebouw verzamelde muziek bibliotheek was verloren gegaan, evenals de parti culiere bibliotheek van den directeur, den heer Stumpf. Eu algemeen was de deernis niet den een- voudigen gasfitter van den schouwburg, die zijn spaarpenningen - ft. 5000.- in het gebouw het veiligst had gewaand en nu radeloos hij het blus- schingswerk toezag. Later zou de man althans het baargeld, zij het gedeeltelijk gesmoltenén vormeloos, oog onder de puinhoopen terug vinden. Voor de twèede maal was de Amsterdamsche schouwburg door het vuur vernield. Het in 1637 met Vondel's „Gyshrecht" ingewijde gebouw op de Kei zersgracht hij de Runstraat werd in den avond van 11 Mei 1772 een prooi der vlammen. De nieuwe schouwburg, van hout opgetrokken, verrees toen bij de 1 -eidschepoort naar ontwerp van den stads bouwmeester J. E. Witte. l)e inwijding volgde op 15 September 1774 met het vaderlandsch treurspel „Jacob Simonsz. de Rijk". De houten kast, zooals inen dit gebouw noemde, heeft bijna honderd jaar dienst gedaan. Pas op 2 Februari 1874 gaf het gezelschap Aibrecht. en van Ollefen de eerste voorstelling in den geheel herbouwden kunsttempel, dooi de architecten B. de Dreef en W. Sprin ger ontworpen, welk gebouw echter maar 'n kort leven zou zijn beschoren. Want zestien jaar later thans een halve eeuw geleden brandde het volkomen uitDe huidige stadsschouw burg, die later op dezelfde plaats ver rees, is dus de derde, die aan het Leidscheplein is gebouwd. In die vijftig jaar heeft zich het aspect van dit plein wel sterk gewij zigd. Thans een centrum van groote stadsleven. was het er in die dagen rustig en gemoedelijk, zooals trouwens in heel 't toenmalig Amsterdam, eigen lijk nog slechts 'n groote provinciestad. Wel gezellig en heel genoeglijk om in te leven, maar waar het geslacht van Anister- vandaag zich nauwelijks meer thuis avonds zou gevoelen. Wat zouden wij vreemd opzien als wij nog eenmaal werden teruggeplaatst op dat Leidscheplein. waar onze grootvaders tevreden mee waren en zich best amuseerden. Onze verwonderde blikken gingen waarschijnlijk 't eerst naar het in dien tijd moderne, maar voor onze begrippen gedrochtelijke, oude American Hotel, dat daar in 1882 was gebouwd, grenzende aan den brandweer- en politiepost met bovenwoning voor den buurtmeester, die het bevol kingsregister van de wijk bijhield, en het klokke- torentje. Het geheele complex heeft in 1900 plaats gemaakt voor het huidige American Hotel, gebouwd door architect W. Kromhout. In den toren van dit nieuwe hotel hangt nog de klok van het oude hoek torentje en dat is wat weinige Amsterdammers I)e hoek Leidschestraat en Leidscheplein, thans het passagebureau der K.L.M. Het hoekhuis luat wel zien. dal het begrip ontsierende reclame blijkbaar nog niet was ontdekt. Het oude American Hotel met het politiebureau untax brandweerpost. In het hoektorentje hangt de historische boomklok, welke later werd overgebracht naar den toren van, het moderne American. Op den achtergrond de zwavelzuurjabriek van Ketjen. De xl li ge weten de toren, leze 1 uur, I ngs h openii gen m was b pend w: a t bi het s het st dsrun Nog meer Bartin inplan gracht liep t Hirscl Oi 1910 ju er rijzen, echt f was z( iwaar gezelli e kot Baang acht, gevest gd is,

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1940 | | pagina 20