Hei Leidscheplein in de laatste jaren der vorige eeuw. Rechts de tegen woordige stadsschouwburg de derde op 't Leidscheplein die toen nog fonkelnieuw was. Links het oude gebouw der firma Hirsch. voorgevel ran den stadsschouwburg den tweeden op het Leidscheplein. welke slechts De uitgebrande schouwburg, gezien vanaf de Lijnbaansgracht waar het Kleint zestien aar heeft dienst gedaan. Gartmanplantsoen ligt. Niet alleen het Leidscheplein zelf, maai ook zijn toenmalige onmiddellijke omgeving zon voor ons menige verrassing bergen. Wel het meest het nti geheel gemetamorphoseerde Bellevue. dat toen nog .Vlaison Stroueken heette, naar den man, die het in 1875 stichtte. Want er was nog geen Leidschekade het water van de breede Singelgracht spoelde tot aan het gebouw. En aan den overkant, voorbij den nog ongedempten Overtoom, stond de zwavelzuur- fabriek van Ketjen. En eindelijk het straatbeeld. De paardentram, het aapje, de bolderende sleeperskar, de roode kiosken. I)e brandweer en het reddingstoestel van Sinck met schimmels en walmende toortsen. De menschen op het Leidscheplein: groteske, fantastische vrouwen figuren, het middel samengesnoerd in liet corset, beneden een deinende rokkenvracht, reikend tot over de schoenen, op de schouders ballonmouwen en losse opzetsels. Fier en rustig de heeren met dikke rottingen, witte foulards, blauwe jassen over de zware, zwartlakensche kleedii. broeken van blokjes- goed, hooge hoeden of vermakelijke dopjes. De dames droegen een scheiding, een toet, een kapsel a la Fedora: hooge coiffures met krullen en toeven. Hun echtgenooten tooiden zich met knevels en bakke baarden. Geen bioscoop, geen radio, geen jazz, geen K.L.M. en geen verkeerslichten. Men wandelde nog rustig, zonder haastige jacht, op straat en een avond uit was nog een feest. Niemand ergerde zich aan het rood zwart costuum der Burgerweesjes en dc dienstbode bekende openlijk haar beroep, dragend boezelaar en cornet en onder haar arm het onafschei delijk hoodschappenmandje. Zoo was het oude Leidscheplein. Men ging er prettig uit. De comedie bloeide. In de koffiehuizen was stemming en sfeer. Een andere tijd, die andere eischen aan het leven stelde, dat bescheidener was, maar misschien nog wel zoo gelukkig. ten de vroegere boomklok uit den Oudekerks- ren. [leze klok werd geluid, wanneer inhetavond- ir, li ngs het havenfront der stad, de doorvaart- 'eniiten met den boom werden gesloten. De klok is li ketul om haar helderen, vriendelijken klank, it bi het slaan der uren, wanneer men er, hoven t ut dsrumoer uit. op let, nog altijd te hooren is. Nog meer zou onze verbazing wekken. Het Kleine irtm iuplantsoen bestond nog nietde Lijnbaans- acht liep tot het plein door. Rechts was de firma irscl ('ie al sinds 1882 gevestigd, maar pas in ui er het groote, moderne winkelpand ver- echt tegenover den schouwburg. Naast Hirscli as zowaar een caféterras, heel bescheiden, van het zelli e koffiehuis „Hollandais". Links van de aang acht, op den hoek waar nu „Moderne" is, had men heel gemoedelijk een hekje Een heel merkwaardige foto: Maison Stroueken in zijn eerste jaren. Ras in 1901 zou het gebouw wor den herdoopt in Bellecue. De Leidschekade is er nog niet. De schoorsteen op den achtergrond is van de suikerraffinaderij „De Ametelheden de plaats van het 8t. Bernardusgest'cht. langs het huis en twee hoornen er pal voor, zooge naamde eigenaarsboomen, die anno 1940 vrijwel overal uit het stadsbeeld verdwenen zijn. Van Maison de Vries, thans de K.L.M., was nog geen sprake. Van de Stadt-Schanke evenmin. Alles van na den wereldoorlog. Wat het minst veranderde is het hoekje naast den schouwburg, thans parkeerplaats voor auto's, waar de geveltjes op den achtergrond nog in hoofdzaak dezelfde zijn gebleven als in de dagen van den schouw burgbrand.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1940 | | pagina 21