25 te worden opgeleid voor een der oorlogsfuncties van: a. administrateur van een compagnie; b. fourier; c. onderofficier administrateur, toegevoegd aan een vorplegin gsoff icier d. onderofficier, bestemd voor den intendance- dienst. Op den 2tenvandie maand vertrekken de geslaag den naar de verschillende korpsen der landmacht als sergeant (wachtmeester) titulair. Aan den met nr. 1 geslaagden leerling wordteen armbandhorloge als belooniug uitgereikt. Voor den verderen duur der eerste oefening ont vangen zij bij de korpsen een practi che opi iding voor de hiervoren genoemde functies, terwijl ook aandacht wordt geschonken aan het uitoefenen van gezag, het handhaven van de krijgstucht en het na komen van de bepalingen van den inwendigen dienst. De niet-geslaagden vertrekken op dienzelfden da tum als korporaal naar het korps, om daar verder hun eerste oefening te volbrengen. Daags na het einde der eerste oefening worden de leerlingen aangesteld in den effectieven rang van sergeant of fourier. Op dat tijdstip wordt als regel een beperkt aantal leerlingen toegelaten tot een ver bintenis als sergeant- (of fourier eapitulant. Gedurende herhalingsoefeningen en bij mobilisa tie zijn zij bestemd om zelfstandig in hun functie werkzaam te zijn. Bij gebleken geschiktheid kunnen de voor com pagnies-administrateur bestemden den laatsten dag van de herhalingsoefeningen worden aanges eld tot sergeant-majoor (opperwachtmeester) administra teur. Deze aanstelling kan bij buitengewone oproe ping ook plaatshebben, zoodra gebleken is, dat zij in hun functie goed voldoen en minstens een jaar den effectieven rang bezi ten. Dit is de eenige groep van dienstplichtigen van ons geheele leger, die den rang van sergeant-majoor kan bereiken. In den loop der jaren verlieten 3464 dienstplich tige onieroffi ieren-admiuistrateur deze inrichting. Uit diverse uitlatingen van vele hooggeplaatste leger-antoriteiten is meermalen gebleken, dat leer lingen bij de korpsen in de meeste gevallen een zeer goeden indruk maken, niet alleen wat betreft hun militaire administratieve kennis, maar ook wat aangaat hun gedrag, militaire houding en optreden. Toekomstige dienstplichtigen, die naast de noodige algemeene ontwikkeling (minstens M.U.L.O- diploma) over voldoenden administratieven aanleg beschikken, en voor een plaatsing bij deze school in aanmerking wensclien te komen, moeten bij de keu ring voor den dienstplicht dit verlangen kenbaar maken aan den voorzitter van den keuringsraad. Tijdens een les in administratie. In een der moderne leslokalen: een les in reglementen. Des avonds wordt in de leslokalen de verplichte eigen oefening gehouden. De staf van onderwijzend personeel in leerarenvergadering hijeen met den commandant. Na verlenging van de eerste oefening van negen maanden tot een jaar voor de onderofficiersop leiding, werd het verblijf aan de school bepaald op zeven maanden. Bij de laatste legeruitbreiding werd ook de school gereorganiseerd en thans bestaat deze uit een staf en 2 compagnieën. De eerste maand van het verblijf is bestemd voor de algemeene militaire opleiding; daarvoor wor den dan eenige onderofficieren van diverse korpsen, door den com mandant van het veldleger, bij de bchool gedetacheerd. De theoretische opleiding vangt aan den eersten werkdag van de tweede maand van het verblijf bij de school. Deze opleiding omvat de navolgende vakken militaire admihistratie(17 uur per week) dienstreglementen en voor schriften 7 militaire wetten5 sport, exerceeren, gasdienst en gymnastiek 4 kaartlezen, schieten, enz3 dienstbriefwisseling1 organisatie 1 inspectie, enz1 Behalve deze lessen ('s morgens 4 uur en 's na middags 3 uur) moet des avonds van 18.00 tot 20.00 verplichte eigen oefening worden gehouden; leer lingen, die zich bij het onderwijs bijzonder onder scheiden, kunnen daarvan door den commandant van de school worden vrijgesteld. Behalve de bekende bewegingsvrijheid op Zon- en feestdagen (z.g. 24 uur en eenmaal per maand 36 uur) wordt met Paschen en Kerstmis 10 k 12 dagen verlof verleend. Omstreeks drie maanden na aanvang van de theoretische opleiding worden de dienstplichtigen, wanneer zij de opleiding met vrucht volgen, en overigens in staat worden geacht gezag te kunnen handhaven, aan gesteld tot korporaal. In de laatste maand van het verblijf bij de school wordt, na gehouden examen, door den com mandant van de school beslist de onderwijzers gehoord of een dienstplichtige de opleiding met voldoenden uitslag heeft gevolgd, om bij het korps verder practisch

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1940 | | pagina 25