OVERSTAPPIE
ZIT IN EEN SUB-COMMISSIE
B IJ ONZE
„JONGENS
TE VEEDE"
28
Jou moete goed begriepe, sergeant," zegt Friesche
•Titles. „Verleden week lieb ik óók al op skild-
wacht 'staan."
„Dat kan best wezen," zegt de sergeant van de
week. „Maar vanavond sta je d'r wéér op." En on
verstoorbaar prikt hij 't briefje met de namen van
de opkomende wacht op het dienstbord. .lilies' ver
ontwaardigde protesten vermogen hem niet te deren,
hij is er zoo langzamerhand wel aan gewend, dat
z'n wacht- en corvéebriefjes een weinig gunstig
onthaal vinden.
„Ziezoo," zégt de sergeant en dan verdwijnt hij
naar 't bureau om de verlofpasjes te halen. Over 'n
half uurtje zullen de verlofgangers, blinkend opge
poetst, zich bij hem melden om de veelbegeerde
papiertjes in ontvangst te nemen. En wonderlijk,
dén wordt er nóóit gemopperd. Onze brave .lilies
uit Tietjerksteradeel bekijkt zuchtend het papiertje,
dat hem veroordeelt vanavond naar het wachtge-
bouw te gaan in plaats van z'n voorgenomen bezoek
aan Mientje. Er staan méér bekende namen op het
lijstje, dat de sergeant van de week aan de hand van
z'n corvée-rooster heeft opgemaakt. Ook Nellie, onze
keurige Hagenaar, is van de partij en verder prijken
op het dienstbord de namen van Opa en Charlie, den
altijd grinnikenden Rotterdammer. Haastig gaat
.lilies naar de kamer om het nieuws te vertellen.
„Presenteer. gewéér!" beveelt 's avonds de
commandant van de oude wacht.
.Presenteer. gewéér!" commandeert ook de
sergeant, die 't bevel over de nieuwe wacht zal voe
ren.
Daar staan ze nu op wachtparade, Jilles en zijn
kornuiten. Ze hebben de helmen op en brengen keu
rig het eerbewijs. Vierentwintig uur zal het duren eer
ook zij weer worden afgelost.
Charlie krijgt de eerste aflossing en verdwijnt
naar z'n schilderhuis. De anderen maken het zich
gezellig in 't waehtgebouw.
En daar komt al spoedig
bezoek ook. facteur Over-
stappie arriveert met 'n
stapel kranten. Met open
armen wordt hij ontvan
gen.
„Komme jou ook op
wacht!" vraagt Friesche
Jilles hoopvol.
Nee, op wacht komt
Overstappie niet. Daarvoor
is hij immers facteur. Maar
wel wil hij er voor de ge
zelligheid 'n poosje bij
komen zitten.
„Wat zoo'n facteur toch
'n lijn heeft," zegt Opa
afgunstig, ,,'n Beetje met
z'n brieventasch heen en
weer fietse. koppies thee
drinken bij burgers
„Tja," zegt Overstappie
met 'n vaag handgebaar.
En daarmee is de kwestie
afgedaan. Per slot van
zake, boffers heb je overal.
„Siesoo," zegt dan de
facteur, terwijl hij zich
behaaglijk installeert, ,,'t-
Heele ploegie is weer kom
pleet. Sonde dat se Pap
kind vanavond geen korpo-
raol van aflossing hebbe
gemaokt."
„Die siene je tegenwoor
dig nóóit meer," beklaagt
Jilles zich. „Geen avond is
ie meer thuus. Al in geen
vief dage heb ie zitte
miezemauze.
„De korporael gaet
's aevonds naer den dro
gist," weet de keurige
Hagenaar te vertellen.
..Seker om se likdoorns
te laote snije." veronderstelt de facteur boosaardig.
Opa weet er meer van. „Ze benne an 't vergadere,"
zegt hij.
„Hoe bestaot 't!" verwondert zich Overstappie.
„Wil ie soms in «le gemeenteraad komme?"
Doch neen, dergelijke aspiraties koestert onze dik
ke korperaal niet. 't Gaat om 'n soort feest, 't Dorpje,
waar we in kwartier liggen, herdenkt binnenkort z'n
zooveeljarig bestaan, 't Fijne weet Opa er ook niet
van. maar wei staat vast dat korporaal Papkind
bij de komende herdenking een belangrijke rol zal
spelen.
„D'r komt '11 soortement optocht," weet Opa te
vertellen.
„Seker net. soo iets as met Sinterklaos, toen Pap
kind se helm niet af kon krijge," meent de facteur.
„En pas maor op, Jilles, dat je niet nóg 's foor swarte
Piet mot spele, want dan loop je wéér 'n week met '11
swart bakkes rond.
En dan is het tijd dat Opa z'n bajonet moet op
zetten en schildwacht Charlie gaat aflossen.
GROOTSCHE PLANNEN
Inderdaad, het gerucht bevat waarheid. Papkind
is werkelijk geroepen tot het hooge ambt van ge
meentelijk feest-organisator en daar heeft hij 't ge
weldig druk mee. Natuurlijk doet hij al dat werk niet
alléén, hij wordt trouw ter zijde gestaan door drogist
Puypkrijdt. voorzitter van de plaatselijke vereeni-
ging voor vreemdelingenverkeer. Op twee dingen
is de eerzame drogist fel ten eerste moet tijdens de
komende feestelijkheden de volle aandacht worden
gewijd aan een lokale overlevering, waarin sprake is
van 'n draak en 'n schoone jonkvrouw en ten tweede
moet er een groot kegeltornooi komen. Want is
drogist Puypkrijdt niet oprichter, voorzitter en
kampioen van de wijdvermaarde kegelclub Gooilust
Ht>OKi4hJ
Verleden week heb ik óók al op skihl-oehl 'slaan." zegt Fries, he Jilles
In korporaal Papkind heeft de drogist een vriend
voor liet leven gevonden.
,,'n Reuzenfeest maken we ervan," verzekert hij
opgewonden. „Wat zeg ik? '11 Feestwéék!" Jammer
vindt hij het alleen, dat dikke Papkind niet kan ke
gelen. „Maar dat leeren we 11 nog wel, korporaal."
belooft hij
Er is natuurlijk reeds '11 comité en daarvan is de
burgemeester eere-voorzitter. Ten einde het contact
met de weermacht te bewaren, heeft ook onze of
ficier van O. en O. een functie en dan is er nog de
hoofdonderwijzer van de dorpsschool, meester Mom-
melman. Hij is historisch adviseur, want per slot
van zake is liet. meester Mommelman, die in stoffige
archieven 't heele verleden van ons dorpje heeft uit
geplozen. 'n Heel boek heeft de meester daarover
geschreven en hij twijfelt er niet aan of eens zal er een
uitgever komen om dit meesterwerk in een fabel
achtige oplage te doen verschijnen, bij welke gele
genheid meester Mommelman eens en voor goed zal
worden opgenomen in de rij van Neerlands grootste
historieschrijvers. Voorloopig is het echter zoo ver
nog niet,. Meester Mommelman heeft de keurige
cahiers, waarin z'n manuscript is vervat, al vele
malen terugontvangen met een begeleidend schrij
ven, waarin de uitgevers tot hun groote spijt, moes
ten verklaren, dat zij, voorloopig althans, niet in de
gelegenheid zijn een uitgave'van 's meesters «liep-
doorwrochte studie te verzorgen. Daarom heeft de
meester nu zélf keurig netjes z'n schriften ingebon
den en van een fraaien band voorzien. En zoo staat
het dikke boek nu, goed zichtbaar, op de boeken
plank van den huize Mommelman.
Er komt een winkelweek, er komt een optocht,
onze kompie zal langs liet gemeentehuis defileeren,
de schooljeugd krijgt een feest, er moet gevoetbald
worden: u ziet hei, er valt véél te regelen. En dus
zijn er talrijke commissies benoemd en die hebben
weer geleid tot de vorming van sub-commissies. Een
dezer sub-commissies komt thans bijeen ten huize
van meester Mommelman. Haar taak is het uit te
maken of de mogelijkheid bestaat *0111 '11 historisch
openluchtspel op te voeren.
Papkind mag op deze vergadering niet ontbreken
en ook zijn onafscheidelijke vriend Puypkrijdt is
van de partij. Verder zien we daar den braven Jilles
uit Tietjerksteradeel, die als leider van ons kompies-
st,rijkje de muzikale illustratie te verzorgen zal
krijgen. En ten slotte is er facteur Overstappie. Wat
die er bij doet, is ons een raadsel.
„Algemeene leiding!" verzekert hij bescheidelijk.als
de sectie naar den aard van zijn functie informeert.
Voorloopig heeft echter meester Mommelman de
leiding en voor hem op tafel ligt zijn boek. Hij draagt
heel deftig een pandjesjas en bekijkt over zijn lorg
netje heen de vergadering op dezelfde manier, waar
op hij op school z'11 klas pleegt te inspecteeren. (iaat
hij sommetjes opgeven? Poeh neen, meester Mom
melman maakt zich gereed voor 'n wijdloopige
historische beschouwing. Plechtig opent hij het boek.
MEESTER MOMMELMAN DOCEERT
„Zeven honderden vijf tig jaar is het geleden, dat
ons vreedzaam dorpje voor 't eerst in een oorkonde
werd genoemd. Dit eerbiedwaardig geschrift, mijne
heeren, wordt bewaard in Den Haag.
De vergadering knikt vol ontzag en meester
Mommelman gaat thans over tot een beschrijving
van de oude oorkonde. Vol geestdrift roemt hij «le
schrijfkunst van den klerk, die het stuk samenstelde.
Trouwens, de meester is zelf óók 'n kundig calligraaf.
getuige de fraaie wandspreuk, die ons in kunstige
letteren «le oude waarheid „Eigen haard is goud
waard" voorhoudt. Dat document zit veilig achter
slot en grendel. „Maar ik, mijne heeren," zegt mees
ter Mommelman fier. „heb het met eigen oogen aan
schouwd
En dan gaat de meester heele hoofdstukken uit
zijn boek voorlezen, 't Blijkt nu, dat in den jare
„<loe men screef XI duusent ende negentigh" een
zekere ridder Charles «le l'Osse, '11 edelman uit het
Henegouwsehe, feestelijk als heer werd ingehaald.
Zooals dat hoort, had hij '11 stuk of wat boogschutters