Mode 1940 onder de loupe
i HET
MANTELPAKJE FAVORIET
38
SPECIALE REPORTAGE UIT PAR IJ S
De Januari-shows in Parijs worden ditmaal juist
veertien dagen eerder dan andere jaren gehou
den, in verband met expeditie-moeilijkheden,
vooral met Noord- en Znid-Amerika, die op het
oogenblik zeker de belangrijkste klanten vormen.
Over Europa heerscht vrieskoude en in de aristo
cratische woonsteden Place Vendöme, Champs
Elysées en Avenue Matignon, die nog van een roem
rijk verleden spreken, doeh waar nu de voorname mo
dehuizen gevestigd zijn, is de verwarming op derge
lijke temperaturen niet ingesteld. Maar we troosten
ons met de gedachte, dat elders wel méér koude wordt
geleden
Inmiddels hebben we onze ontdekkingen gedaan.
De mantelpakjes vormen de dracht
bij uitnemendheid voor het voor
jaar. De rokken zijn, als het kan,
nog iets korter gewordende schou
ders benadéren het normale; we
zien korte revers en een bescheiden
tailleurkraagje, en rokjes, die ge
woonlijk in meerdere of mindere
mate klokken, soms ook enkele
plooigroepen voor en achter ver-
toonen, welke echter slechts zelden
recht vallen. Onze aandacht wordt
getrokken door mantelpakjes met
een ietwat langer jacquet, dat in
negen van de tien
keeren sluik om
de heupen valt,
met korte revers
en een bescheiden
tailleurkraagje
ofwel lieelemaal
geen revers en
kraag. Er zijn donkerblauwe pak
jes, die men gaarne garneert met
wit piqué. Niet alleen dient daar
voor het wit van de blouse, die
veelal een aangeknipte sjaal heeft,
welke als het plastron van een rui
ter onder de kin geknoopt wordt,
doch vaak zelfs een los wit kraagje
en een smal randje piqué langs
mantelzoom, ceintuur of zakjes.
Misschien is de combinatie van
gestreept of geruit rokje met een
bijpassend effen manteltje nog
populairder. Sportieve ruitjes val
len op, maar hier en daar ook het
klassieke wit-zwarte speldeknop-
ruitje met daarop een zwart jasje.
Een nieuw verschijnsel vormen de
ruitjes van een onuitgesproken
lichtgrijs met wit. Voor meer spor
tieve pakjes brengt men een massa
verschillende Engelsche tweeds, die
uiterst praktisch zijnVoor gekléede
pakjes zijn ook zandkleur en parel
grijs favoriet.
Voor lioogzomer zal het zijden
pakje opgeld doentafzijde met een wijden klokrok
imprimé in surali, een zware foulardzijdetussor, grof
linnen, krakend satijn met een klein werkje. In de
meeste gevallen draagt men blouse en rok onder het
manteltje. De rokken beginnen vrij laag in de taille
en hebben daarbij meestal eeh smal leeren fantasie
ceintuurtje, waaraan vaak een klein rond plaatje
van verguld metaal hangt, het in de oorlogvoerende
landen veelgebruikte identiteitsplaatje.
Op het gebied van blouses onderscheiden we twee
„richtingen"het overhemd-genre met lange mouw
dat van uitgesproken „vrouwelijk" materiaal als
satijn, mousseline de soie, surah, shantung, crêpe de
chine en vooral ook het jeugdige witte piqué kan
zijn en het fantasiebloesje met kort mouwtje.
De voorspelling van een mode met geweldig groote
zakken komt blijkbaar niet uit, want de meeste pak
jes vertoonen ófwel twee bescheiden opgestikte zak
jes ófwel twee of vier ingewerkte zakken met een
klepje. In een enkel geval zien we een vrij grooten
opgestikten zak, maar dat is er dan ook maar één, en
die eene hangt dan vaak iets langer dan de rokzoom
van het jasje.
Djt zijn zoo de eerste glimpen, die we van de
nieuwe mode opvangen, en wat het populaire pakje
betreft kunnen we best tevreden zijn.