Twee donkere figuurtje» in de wijde, witte wereld. en postpakketten. De menschen in de polders hebben een groot respect voor deze bestellers en toonen dit door ze te laven met heete koffie en thee. Wij hebben nooit geweten, dat een kop heete koffie zoo lekker kon smaken! De om geving, waar we door trokken, was wel ongeloofelijk mooi en van een rust, die niet te beschrijven is. Ondanks al het wit was er afwisseling genoeg. Hier een smal vaartje, waar we tusschen de wuivende rietpluimen verder gingen, dan een ijsbarricade, die genomen moest worden, op de eene plaats kniehoog door de sneeuw 0111 daarna weer te glijden over spiegelglad ijs. Op de dijken, klauterend over hekken of afdalend glijden we weer naar '11 ander water. En steeds ging de tocht verder. Toen we eindelijk, na vier uur zwoegen, op 'n boerderij onze middagboterham aten, waagden we het te vragen, hoe ver we nu waren. Niet erg geruststellend klonk het antwooYd: „We zijn bijna op de helft, maar het zwaarste, gedeelte komt nog." De weg terug was zwaar. Automatisch deden de beenen hun plicht. Ze volgden het spoor der voorgangers, zooveel mogelijk profiteerende van de gemaakte voetstappen. Toen we eindelijk, aan het eind onzer krachten, tegen zes uur de verlichte deuropening zagen van het postkantoor, vonden we dit het schoonste gedeelte van den langen dag. Het gulle onthaal van de familie v. d. Hoven, en de waardeerende woorden van de be stellers over ons uithoudingsvermogen waren als balsem voor onze meer dan pijnlijke onderda nen. Het is voor deze bestellers 'n zeer zware dienst, maar erger wordt het nog, wanneer de dooi in gaat vallen. Dan is er geen mogelijkheid om over het ijs te gaan en moet men trachten in 'n bootje, telkens het ijs stukslaande, de overzijde te berei ken. Menigmaal wordt hier een nat pak mee ge haald en men kan gerust zeggen, dat het dan levensgevaarlijk is. Maar de mensehen in de pol ders wachten op hun post en ze krijgen deze, koste wat het kost. Een woord van warme waar deering voor deze plichtgetrouwe mannen is hier zeker op zijn plaats. Ze helpen er aan mee om den goeden naam, dien de Nederlandsche posterijen overal hebben, hoog te houden. 1 Vel van deze hekjes moesten we over. Ren oase in de witte wildernis. Een bus wordt e/elicht. Neemt u dit post pakket eenden eren mee t

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1940 | | pagina 7