Mode 1940 onder de loupe
II. IN JURKEN
ONEINDIG VEEL VARIATIE
38
SPECIALE REPORTAGE UIT P A R IJ S
Met andere toilet-onderdeelen kan het minder
gemakkelijk gaan, maar wat de jurken be
treft, maakt Vrouw Mode het ons ditmaal niet
moeilijk, met een juiste keus voor den dag te
komen. De verscheidenheid is zoo groot, dat er
gerust van „elck wat wils" gesproken kan worden.
Intusschen legt deze ruime keus van den anderen
kant ook weer verplichtingen op, daar men nu meer
dan ooit moet trachten het eigen type te kennen,
zoodat men in staat is, een keus te vormen, die het
geheel op zijn voordeeligsk doet uitkomen. Het naar
voren brengen van aantrekkelijke eigenschappen, het
verdoezelen van kleinere en grootere onvolmaakt
heden. ziedaar het geheim van de elegante vrouw.
Bij de jurken van 1940 valt het allereerst op. dat
de rokken nog weer een ietsje korter geworden zijn,
behalve dan bij de producten van enkele huizen, die
nog aan den nauwen rok vasthouden, in elk geval
nog niet geheel met dit model gebroken hebben.
Men vertoont jurken met. kwieke klokrokjes, maar
ook met een massa plooien, die zelfs geheel rondom
werden aangebracht, zij het dan ook, dat ze over het
algemeen op de heup een vijftien of twintig centi
meter ingestikt zijn. Maar er is ook een meer inge
wikkelde ruimte-verdeeling: jurkjes, die geheel glad
vallen van voren en waarbij alle ruimte van achteren
door een toegestrikt ceintuurtje vastgehouden wordt.
Omgekeerd zien we ook modellen, waarbij de ruimte
zoodanig valt, dat zij een uitkomst vormen voor het
vrouwtje in gezegende omstandigheden, terwijl deze
ook reeds profijt heeft van den wijden swagger, die nog
steeds gebracht wordt. Zoo wordt de ruimte op alle
mogelijke manieren verwerkt en zij kan, hoewel min
der vaak dan dezen winter, ook nog aan een vernuf
tige drapeering ontspringen. Wat het lijfje betreft,
zien we, naast de bekende gedrapeerde modellen, ook
veel sportiefs in het genre der overhemd-blouses.
Gewone rechte lijfjes met een plat, kraagje, maar ook
ingestikte plooien en daarbij dan gewoon glad inge
zette mouwen. Slechts voor het korte pofmouwtje
van dun materiaal wordt hier en daar soms een uit
zondering gemaakt en dan zien we een uiterst be
scheiden kopje. Lange mouwen vallen gewoonlijk
strak om den arm; slechts eeu enkele maal, dat we
een Russische mouw tegenkomen. De korte mouw, die
zeer populair schijnt te worden, is voor het sportieve
jurkje gewoonlijk niet veel meer dan een recht nauw
kokertje. Het doet in elk geval
vlot en jeugdig aan, wat. niet ge
zegd kan worden van de rechte,
nauwe driekwart mouw, die som
mige huizen trachten te lanceeren.
Oonstateeren we, dat de halzen
vrijwel over de heele linie hoog
blijven, zoo dient er toch even
aandacht besteed te worden aan
het bescheiden puntlialsje, dat al
dan géén revers vertoont. Bij ver
schillende modellen staat de stof
iets tegen den hals op.
Nieuw zijn de zakken, die vele
jurken sieren, tot zelfs avond
japonnen toe. Platte, ingewerkte,
maar ook groote buidelzakken.
Er is zelfs een huis, dat ze
achter op den rok aanbrengt, zoo
dat het een puzzle wordt, hoe de
draagster moet gaan zitten, ter
wijl een en ander vast en zeker
„zakkenrollers" zal kweeken. Op
sommige zijden jurkjes zien we
coquette zakjes met een strikje er
op. Veel zakken (lus, maar toch is er geen sprake van een
universeele zakkenmode. En wie weifelen mocht inzake het kl
dan niet aanbrengen van zakken, kieze den gulden middenweg
en volge het vdetspoor van de mode-koningen, die hun modellen
slechts met één grooten zak versieren.
Wat de kleuren betreft, neemt het dezen winter geheel op
den achtergrond geraakte marineblauw wraak. Er vertoont zich
heel veel marine en dan liefst met wat wit piqué. Parijs zou zichzelf
ontrouw zijn geworden, als zwart ook maar eenigszins op den
achtergrond geraakt ware, maar daarnaast zien we toch ook heel
wat zomereche, lichte kleuren. Lichtblauw in vele nuances, parel
grijs, zandkleur, een typisch geelgroen, dat Scandinavisch groen
genoemd wordt, en mosterdgeel doen de vele helgekleurde, maar
daarnaast ook vrij matte imprimé's geweldige con
currentie aan. Als we 't over die vrij matte druksels
hebben, denken we aan het fond van een zeer licht
grijs, waarop motiefjes in een ietwat donkerder
grijs, een geheel nieuw zijden imprimé, (lat in
Parijs opgang maakt. Ook ballen blijven populair
en daarnaast zagen we schelpen in soorten, kleine
dobbelsteenen, tulpen en andere bloemen in velerlei
formaat.
Op het punt van weefsels wordt voor het gewone
stoffen jurkje veelal een gladde wollen stof gebracht
ofwel een soepel laken. Ook wollen crêpe en matting,
jersey en allerlei Engelsche stoffen doen opgeld,
terwijl voor het meer gekleede jurkje surali, een soort
foulard, een geweldige concurrent van crêpe de chine
is. Voor den hoogzomer zijn er veel lichte jurkjes van
zijden piqué en ook linnen. Tafzijde, kant en open
geborduurde stoffen blijven gereserveerd voor de
verschillende uitgangetjes, die zelfs in oorlogvoerende
landen nog op het programma staan.
Ons jurkje voor het komende seizoen! We hebben
nog tijd in overvloed om op onze knoopen er zijn
modellen, die van voren met minstens twintig knoo
pen sluiten na te tellen of we er beter zullen uit
zien met wijde klokken ofwel discrete plooigroepjes,
dan wel dat een vlotte plissé of gewoon bij elkaar
genomen ruimte ons meer kunnen bekoren.