TTOSCA'
!M
KLOOSTERBALSEM
Hei gebod zijns vaders,
ijiwde%tme
Vtwdmffieer1
RUG
NIEUWE
CREATIES
AKKER'S
30
Poeder, doos 0.60
Creme, tuben 0.50 en 0.90
Creme, potten .1.25
Brillantine, flesch0.75,1.10
Brillantine, tuben 0.50
Vervolg van bladz. 11
m
Dat wits ten minste correct. Zij allen
waren op de hoogte van Charlotte's
moeilijkheden en gunden haar graag
het genoegen, te redden wat ze redden
kon. En misschien was het Charlotte
alleen maar om die paar schilderijen te
doen.
Notaris Verhoeven keek naar den
tweeden bieder. Het was een eenvoudig
maar goed gekleed man, met rustige
houding en kalme stem. Hij stond een
beetje afzijdig, met den rug naar het
venster, zoodat van zijn gelaat niet veel
te zien was. Af en toe blikte hij in zijn
catalogus. Niemand scheen hem te
kennen.
„Driehonderdtachtig gulden gebo
den," dreunde de stem van den afslager.
„Driehonderdtachtig guldennie
mand meer?"
„En tien," riep de zachte stem van
Charlotte van Heusden.
„En tien," echode de man bij het
venster.
„Vierhonderd gulden geboden.
vierhonderd gulden voor twee meester
werken van Gerard Don.... vierhon
derd, niemand meer? Vierhonderd
gulden eenmaal...." Hij zweeg even
en keek naar het tafeltje bij den muur.
Charlotte van Heusden fluisterde met
notaris Boerliout. „Vierhonderd ander
maal. De hamer ging omhoog.
„Niemand meer? Vierhonderd gulden
voor dien meneer rechts!"
De veiling nummer B bracht sen
satie. De gouden en zilveren snuisterijen
kwamen aan bod en de man bij het ven
ster bleef hardnekkig bieden tegen
Charlotte van Heusden. Twee gouden
oorijzers, ingezet voor honderd gulden,
noteerden ten slotte, door het wanhopige
bieden van Charlotte, negenhonderd
gulden. Ze kon niet hooger gaan en trok
zich terug.
Twee Haagsche antiquairs hadden dit
moment verbeid om een „grapje" uit
te halen. Ze merkten al lang, dat de man
bij het venster met alle geweld koopen
wilde. Tot nu toe had hij zich nog niets
laten ontgaan. Welnu: de twee gouden
oorijzers, ter waarde van hoogstens vier
honderd gulden en reeds genoteerd op
negenhonderd, zouden hem nog veel
duurder te staan komen. Wat verbeeld
de die kerel zich wel? Dacht hij soms,
dat ze voor hun plezier van Den Haag
gekomen en al die onkosten gemaakt
hadden? Ze zouden hem eens flink laten
bloeden. Had hij zijn kruit verschoten,
dan kwamen ook de anderen aan bod
en konden ze wat verdienen.
„Negenhonderd gulden voor twee
antieke oorijzers," riep makelaar Schut.
„Negenhonderd gulden. Niemand meer?
Negenhonderd eenmaal, negenhonderd
andermaal
„Duizend!"
Notaris Verhoeven keek op. Tja, wat
was dat? Papenhuvzen. de oude Co van
Papenhuyzen Co, bood duizend gul
den voor een paar gouden oorijzers, die
met de helft (lik en dik betaald zouden
zijn! Wat bezielde den kerel?"
„En vijftig," antwoordde de man bij
het venster kalm.
„En vijftig!" echode Papenhuyzen.
„Kom, beeren, niet zo lui!" Makelaar
Schut begon schik in het geval te krijgen.
„Elfhonderd gulden voor een paar
gouden oorijzers! Een paar pracht
stukken. Mijnheer Papenhuyzen uit Den
Haag is het laatst aan bod. Elfhon
derd geboden, elfhonderd eenmaal...."
„Vijftienhonderd," zei de man bij het
venster.
Papenhuyzen gaf z'n Co een por in
de zijde. „Karei," fluisterde hij, „we
hebben hem te pakken. Ilij gaat er op in.
Slacht hem meteen af! Hoe gauwer wc
hem kwijt zijn, des te beter.
„Achttienhonderd," riep de oudste
Pa-pei11 utyzen grinnikend
„En vijftig!" zei de man bij het ven
ster.
„Ik maak het rond," verklaarde-
de antiquair. „Tweeduizend gulden,
meneer Schut!"
„En vijftig." antwoordde de man bij
het venster.
„Mooi!" riep Schut. In de zaal
heerschte een electrische spanning.
„Tweeduizendenvijftig gulden voor
een paar prachtige, antieke, massief
gouden oorijzers. een paar pronk-
juweelen van goudsmeedkunst, wie
meer dan tweeduizend vijftig gulden..."
De oude Papenhuyzen wilde zwijgen.
Zijn Co joeg hem op. „Karei, maak er
een eind aan. Jaag op tot vierentwin
tighonderd vijftig en laat hem hangen
op twee en 'n half mille."
Papenhuyzen bedacht zich even. „En
vierhonderd," riep hij in vol zelfver
trouwen. Zoo, dat was zijn laatste bod.
Met twee en '11 half mille was de kerel
al voldoende geplukt.
„Vierentwintighonderd vijftig gul
den geboden!" Schut straalde. Zoon
veiling beleefde je ten minste niet alle
dagen. Dat schudde je eens lekker
wakker. „Vierentwintighonderd vijftig
gulden voor een paar prachtige gouden
oorijzers, 't is te geef, vierentwintig-
honderd vijftig gulden, wie meer dan
vierentwintig en halfkom, meneer
bij het venster, niet zoo lui, gooi er een
schepje op, vierentwintig half is een
krom getal, maak het eens rond...."
De meneer bij het venster bleef zwij-
gen.
Papenhuyzen Co werden een beetje
bleek om den neus.
Schut werd onrustig. „Vierentwintig-
honderd vijftig gulden geboden
wie meer dan vierentwintig vijftig.
niemand meer?" Hij keek weifelend
naar den man bij het venster, die rustig
in z'n catalogus bleef bladeren. „Vieren
twintig vijftig eenmaal, vierentwintig
vijftig andermaal. Een lange pau
ze. De hamer viel. „Vierentwintig-
honderdvijftig gulden voor Papenhuy
zen A Co!"
Karei Papenhuyzen sprong op. „Zoo
was het niet bedoeld!" schreeuwde hij.
„Ik. ik protesteer.
„Meneer Papenhuyzen!" De stem van
notaris Verhoeven was ijzig. „U accep
teert uw koop of zult alle gevolgen van
dien ondervinden."
Karei Papenhuyzen zonk machteloos
terug op de bank. Vijf minuten later
had hij met zijn Co de zaal verlaten.
Dit was het eerste lesje, door den man
bij het venster gegeven. Het werd stil
in de zaal. De biedingen verliepen een
poosje regelmatig en de man bij het
venster kocht alles. Tegen normale
prijzen.
Nog eenmaal probeerde een rariteiten
handelaar uit Amsterdam een kunst
stukje toen E. 212 aan de beurt kwam:
een ond getijdenboek. Ook hij wilde
den man bij het venster opjagen en
bleef zelf „hangen" op twaalfhonderd
gulden, terwijl hij in het. gunstigste geval
voor het getijdenboek zestig gulden zou
krijgen.
De kooplieden probeerden het op
een andere manier. Zij allen waren regel
matige veilingbezoekers; hun bod was
zoo goed als geld. Maar wie was de
vreemde snoeshaan bij het venster?
IN OEN
Laat dadelijk 'n grooten pot Akker's
Kloosterbalsem halen en laat U drie
maal per (lag flink daarmede wrij
ven. Akker's Kloosterbalsem heeft
de bijzondere eigenschap diep in
de weefsels te dringen en daar op
lossend te werken. Kloosterbalsem
tast dus Uw spit in zijn oorzaak
aan. verdrijft verrassend snel de pijn
en maakt Uw spieren weer gezond.
Ongeëvenaard als wrijfmiddel bij
spit. rheumatiek. spierverrekkin-
gen. stramheid, kneuzingen, ischias.
jPer
«;r. fö.f»*2V/s, pot van 50 fir. f 1.04
Gisteren een Glaasje gedronken
en vandaag Hoofdpijn?
Tegen de onaangename gevolgen van
het genoegen, dat een goed glas kan
schenken zijn de Spalttabletten een heil
zaam middel. Zij zijn vooral daardoor
zoo uitstekend, omdat zij ook de spastische
oorzaken der hoofdpijnen bestrijden. Wie,
zoodra hij 'n dof gevoel in het hoofd ge
waar wordt een Spalttablet neemt, zal
tot zijn groote vreugde bemerken, dat
hij dan heelemaal geen last van hoofd
pijn krijgt. Om het iedereen mogelijk te
maken altijd een paar Spalttabletten bij
zich te hebben, ontvangt U bij elke ver
pakking van 20 stuks een plat doosje, dat
in 't kleinste taschje een plaats vindt.
Prijs:
10 stuks f 0.50, 20 stuks f 0.90.
Verkrijgbaar bij alle
apothekers en drogisten.
Dr. H. Nonning,
Den Haag. Korte Poten 7a.
lkBLE.ÏTE
Sbïettcrv