Honderdyijftig kilometer lang
is Karin's weg naar school
ARBETS-STUGOR
VOOR
SCHOOLKINDEREN
NOORD-ZWEDEN
lie kolonist van de Kuorsvh-Zweedsche, grens brengt in October zijn kindereu Karin, Brila en Ber met zijn
slede na-ar Arjeplog, de hoofdplaats van een der negen Lapmarken, waar zij in de arhets stuga voor hun
negen schooimaanden huisvesting zullen vinden.
En Brila, Karin s oudere zusje, svhrij/t al spoedig
een langen brief naar huis om te vertellen van de
ervaringen der eerste schooldagen.
Bijna drieeneenhalf maal zoo groot als Neder
land is de oppervlakte van de Lapmarken, het
Zweedsche gedeelte van het over Noorwegen,
Zweden, Finland en Rusland verdeelde Lapland. En
die 118.000 vierkante km. Lapmarken, meer dan
een kwart van het geheele Zweedsche gebied, her
bergen gemiddeld geen twee inwoners per vierkanten
kilometer.
De eigenlijke Lappen maken van de ca. 180.000
bewoners der Lapmarken nog slechts een klein ge
deelte uit: naar schatting zijn er een 4000, die met
hun rendierkudden een nomadeideven leiden, en
3.200, die zich op vaste woonplaatsen gevestigd
hebben.
En het is bewonderenswaardig, hoe het Zweedsche
gouvernement bij de in het hooge noorden heer-
schende toestanden er toch in geslaagd is. met kleine,
driemaandsche zomerschool ties en grootere negen-
maandsche winterscholen de Lappenkinderert op te
voeden tot een volkje van waarlijk niet geringe ont
wikkeling en intelligentie.
Maar ook de ca. 30.000 Finnen en ca. 140.000
Zweden, die de Lapmarken verder bevolken, wonen
over dit enorme gebied nog zoo verspreid, dat het
onderwijs er een probleem vormt, waarvoor nood
oplossingen gevonden moesten worden. Wel woont
een groot deel van deze Finnen en Zweden bijeen in
dorpjes en kerspels, die er bun eigen school op na
kunnen houden. Maar nog altijd blijft er een
aanzienlijk aantal boeren en kolonisten, wier
hoeven en kleine, frisch rood geverfde houten
blokhuisjes, op onderlinge afstanden van 80 tot 80
km., vaak meer dan 100 km. van het naaste dorp
gelegen zijn. En voor hun kinderen is er dus van
Mis de weersomstandigheden gunstig zijn, kunnen de honderdvijftig
kilometer over sneeuw en ijs in twee dagen worden afgelegd.