VcnJtcuJe TKcvf1 STAMPPOT RAAP STELEN w BORINO «|i bevel van ileii Zeevlieg mei 30 CHOCOLADE Pittige, aromatische chocolade. Eenvoudige, maar smaakvolle doosjes, royaal gevuld; met één, twee of vier lagen; 25, 45 en 85 cent. Los 25 cent per ons. Vraagt ze Uw winkelier. Vervolg van bladz. 18 De jus van Mevrouw van der Maden Werd niet bruin als ze kalfs- vleesch moest braden. Toen zei een vriendin: Doe wat Buisman d'r in. Dan zal niemand je jus meer versmaden. efotuvV- AOc\> ULOOV Receptenboekje wordt op aanvraag gratis Gronden door de fabnek te Zwartslws. ROUND" OP HET BLIKJE VELERLEI KNAX-RECEPTEN dat Brand als schipper afgedankt is. dat hij den lieelen das in ll(' kroes zit, dat hij gevochten heeft als. Karei Stevens eens in een zekere Spaansehe havenstad," zoo viel de Zee vlies den woedenden koopman in de rede. liet gelaat van Stevens onderging hij (leze woorden een algeheele verandering. Het zag rood van drift en v.erd plotse ling krijtwit. Alle heftigheid voer vit den koopman en over alle leden bevend viel hij in zijn stoel terug. „Bakema. je bent toch niet gekomen om mij te zeggen, dat je die geschiedenis uit Spanje aan degroote klok zal hangen?" „Dan ken je me heel slecht." „Vergeef me, Bakema. Ben oogenblik was ik bang. Bangdat door jouw toedoen mijn dochter te weten zou komen, wat zij nimmer mag vernemen. Blze is het liefste wat ik op de wereld bezit. Alles wat het leven in mij verwoest heeft, heb ik in haar wakker gehouden. Zij is zui ver als goud. Bakema, en als zij wist.... „Zij behoeft niets te weten. Stevens," zei de Zeevlieg rustig. „Ga zitten en luister. Ik ben niet gekomen om je te vertellen dat ik verklikker ga spelen. Maar wel wil ik je herinneren aan het feit. dat dertig jaren geleden door jouw toedoen 'nmeuschenleven verloren ging. Stevens kreunde en borg zijn gelaat in de handen, „Ik weet, het," stamelde hij zacht, „Ik weet het nog heel goed. Ik was dronken en wij kregen ruzie bij 't kaarten. Het was mijn mes, dat een der Spanjaarden doodde Stevens zweeg. Het was of hij het verschrikkelijke van dat feit tot zich wilde laten doordringen. Na enkele oogenblikkeir vervolgde hij: „.lij. Bake ma. verloste mij met den inzet van je leven uit die kroeg, uit het gezelschap van de wraakgierige landgenooten van den verslagene. .Jij wist mij uit handen van de politie te houden. Zonder jou zou ik een groot deel van mijn leven in een Spaansehe gevangenis hebben moe ten doorbrengen. ïk vergat het, al die jaren. Maar gestraft ben ik, Bakema. Ik heb geen rustig oogenblik meer gehad. Wroeging, berouw en zelfverwijt heb ben mij gekweld als ik in de oogen keek van mijn kind," „Nu heb je een kans dat verwoeste leven in te ruilen, Stevens," zei de Zee- vlieg, nadat hij, niet zonder ontroering, de woorden van den koopman aange hoord had. „Wat bedoel je, Bakema?' „Toen, op dien avond, dertig jaar geleden ging door jouw toedoen een ritenschenleven verloren. Zou je nu die schuld niet. afdoen door twee levens te redden?" „Twee?! Man, je raaskalt!' „Ik weet wat ik zeg. Stevens. Als jij wist dat je dochter weg was van Klaas -Brand, zou je haar dan bij hem vandaan willen houden alleen om het feit. dat hij zijn drift niet de baas geweest is? „Bakema, wees redelijk. Hoe kan mijn dochter gelukkig zijn met een ma troos, desnoods een schipper? Hij zal haar nooit kunnen geven wat ik haar gegeven heb, een verfijnde luxe-omge ving. alle gemakken van het leven. „De ziel van een vrouw is als een grond-zee, Stevens. Je weet nooit wrat- zij doet. Al wat ik van je vraag is dit: als Elze Brand kiest, leg hun dan geen stroo- breed in den weg." En toen, ziende dat Stevens nog ver dere tegenwerpingen wilde maken, zei de Zeevlieg haastig: „Denk er over na. Stevens. Elze zal zich niet weggooien aan een Brand die drinkt en vecht De kerel zal eerst moeten toonen dat hij zijn leven wil beteren. Maar dan. als dat zoo is. Stevens, om den wille van hem, die in Spanje zijn leven liet. laat hem vrij het hart van jouw dochter te veroveren. Als je mij dat belooft. Stevens, zal ik al mijn invloed aanwen den hem weer naar zee te krijgen. En dan zal je over twee jaar je verlustigen in het geluk van je eenigst kind en dat zal de nachtmerrie van je leven voor altijd doen verdwijnen.' De Zeevlieg stond op, duwde zijn pruim recht en besloot: „Denk er over na, Stevens! Denk er over na!" Meteen zwaaide de Zeevlieg de deur uit. Stug liep hij de lange, marmeren gang uit en sloeg de voordeur met een slag achter zich dicht. „De snotneus," mompelde de Zeevlieg, terwijl hij tegen den storm optornde naar huis. „Het was een smerig karweitje en ik heb nooit kunnen denken, (lat ik voor hem tot 'zoo iets in staat was. In het groote heerenhuis van den koopman Stevens bleef den gansehen nacht het licht branden. Na den avond van dronkenschap en de zinlooze vechtpartij in de zeemans kroeg Het Anker voelde Klaas Brand zich ellendiger dan hij ooit geweest was. Het bericht van zijn vechtpartij, zijn dronkenschap en opsluiting, ging na tuurlijk als een loopend vuur door de stad. Letterlijk iedereen zou er schande van spreken, ook Elze. Als zij er nog ooit aan gedacht had liem trouw te blijven, in de hoop dat hij eens weer een man van beteekenis zou worden: dan moest zij daarin wel zeer teleurgesteld zijn. Klaas kende Elze veel te goed. Dat hij meer in Het Anker zat dan goed voor hem was, kon Elze hem misschien vergevenmaar dat hij zich liet verlagen tot dronkenschap en vechtpartijen, dat zou haar trots niet kunnen verdragen. Zelfs de liefde van Elze Stevens moest aan dezen laag-bij-den-grondschen mis stap ten onder gaan. En welke vader dacht er aan, zijn dochter te geven aan een nietsnut van een kerel zooals hij. Welke feeder kon er aan denken, een van zijn schepen te geven aan een man die er vermaken van het laagste allooi op nahield. „Neen. Klaas," mompelde de jonge man, „je hebt je laatste kans verspeeld, llet is misschien het beste, dat je de plaat poetst en ergens anders probeert opnieuw te beginnen.' Wonderlijk, nu deze gedachte eenmaal in hem wakker geroepen was, voelde hij dit als de eenige oplossing. Hier was niets meer goed te maken, zou men hem met den nek aanzien en weigeren verder vertrouwen in liem te stellen. Hier was hij alleen zijn moeder tot last, den Zee vlieg een ergernis en Elze tot een voort durende bron van verdriet. Wat liet hij hier meer achter dan een mislukt leven Zijn moeder. Nu Klaas het plan de wereld in te trekken in zich wakker wist, voelde hij zich plotseling sterk gebonden aan de plaats waar hij opgegroeid was. Vaak worden bij het afscheid nemen de din gen, welke eerst verwaarloosd zijn, ons eigener; schijnen zij omtooverd met den milden glans van een alles vergevende liefde. Zoo voelde Klaas nu, dat hij niet zonder smart afscheid kon nemen van het huis waarin hij zijn kinderjaren doorbracht. In deze woning kende hij het verdriet om stukgeslagen drooinen. volbracht hij de wording van jongen tot man, beleefde hij de vreugde om een eersten stap in de maatschappij, ervoer hij de bitterheid om een verloren liefde en oen ff ebroken carrière.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1940 | | pagina 30