ccpteefpi'töwl f IK BEN NOG WEL KLEIN, fAAAR IK ZAL WEL GAOW GROOTeR WOROEN MET TOMATENSAP. AW FABER CMTECC c^/J-eecL ïcvtaaff JLJ%J L-iT/tw-w 13 De blanke had inderdaad niet over dreven. Het paard scheen gewoonweg door zijn knieën te zakken, nu eens door de eene dan weer door de andere. Soms leek het, of het door alle vier te gelijk ging. De negers joelden van pret, toen Skee- ter met zijn voorstel kwam aanzetten. Ze onderzochten beenen en voeten van het dier en ten slot te wilden ze met Skee- ter een weddenschap aangaan, dat hij niet vooraf zou kunnen zegge; door welke knie het paard bij een volgenden stap zou zakken. Maar toen Little Bit in het zadel zat. hielden de negers op met lachen. Dat paard kon loopen als een haas en sprin gen als een tijger! „Dat paard is de beste grappenmaker, dien ik ooit heb gezien," brulde Ccnko Mukes, „maar ik zet er mijn tien dollar op. Dat dier kan loopen." „Maar wie zal er nu verder voor ons paard zorgen?" wilde Pap Curtain weten." „Ik," zei Skeeter. „Ik kan hem vrij laten rondloopen op die wei van master John Flournoy, die er trouwens nooit achter zal komen. Hij kan gerust al de haver en de rogge van master ,lohn op vreten, zonder dat die er iets van merkt." Twee uur later keerde Skeeter terug naar Henscratch en overhandigde me neer Nuhat de som van negentig dollar. „Ben jij verantwoordelijk voor wat er verder met 't paard gebeurt?" vroeg Nuhat. „Alleen als hij zóóveel vreet, dat hij stikt," lachte Skeeter. „Ik zorg voor eten en drinken." „Jammer," zei Nnhat, „dat je geen deel kunt nemen aan de rennen; je zou er een boel geld aan kunnen verdienen." „Dat komt nog," zei Skeeter. „We zullen hem eerst goed volproppen en dan zelf op hem wedden." „Prop hem niet té vol," zei Nuhat. „De kracht van dat paard zit 'm in zijn figuur. AVanneer het er té goed uitziet, wordt er niet tégen hem gewed." De blanke kocht nog een pakje siga retten, dankte voor den verkoop en verliet de bar. Toen het al middernacht was gewor den, had Skeeter nog geen sterveling gezien. Dat bracht hem haast tot wan hoop. Zijn bar was vroeger de drukst bezochte gelegenheid uren*in het rond en thans kwam er bijna niemand meer in z'n lokaal, dat als eenige attractie de vage reputatie bezat van een goed klinkenden naam. „De negers vermijden m'n bar als een pesthuis," lamenteerde Skeeter. „Twee honderd dollar zouden me in staat stel len, een bioscoop te koopen. Dat zou de mensehen nog eens trekken en wat een massa ijseo's zou ik niet kwijtraken." Hij rookte de eene sigaret na de an dere, maakte elke nieuwe tot een ver lengstuk van het oude peukje. En onder - tusschen probeerde hij een middel te bedenken om die paar honderd dollar op den kop te tikken. Misschien zit er iets in 't paard, dacht hij, maar de winst moet al héél groot zijn, als je ze met z'n tienen moet deelen. Den volgenden morgen, toen het tijd was om het paard te voeren, ging Skeeter naar het stuk weiland. Hij zag, dat er een groot gat in de omheining was, waar door 't paard vermoedelijk een goed heenkomen gezocht had. Ik moet dat paard te pakken zien te krijgen, dacht Skeeter, voordat het te ver weg is. Het is vast teruggeloopen naar zyn ouwen baas, maar ik weet niet welken kant uit. Twee uur later waren ze met z'n tie nen op zoek naar 't paard. Een hope- looze taak trouwens, want het dier kon Den volgenden dag stond Skeeter zo* goed als voor een bankroet. Conko hieh van opscheppen en vertellen en gaf hoog op van de methode, die hij had gebruikt om zijn tien dollar weer in handen ti krijgen. Dat was méér dan voldoemb voor de overige acht negers om een zelfde trucje te probeeren. ATnegar Atts dook al heel vroeg op. in gezelschap van Conko Mukes. „Mijn geld terug, Skeeter," brulde hij „Ik heb er met Conko over gepraat ei hij was zoo vriendelijk, zijn pistool tot mijn beschikking te stellen. Duurt het nog lang, voordat die tien dollar t« voorschijn komen?" „Ik heb ze niet, Vinegar," zei Skeetei zenuwachtig. „Conko kan je vertellen, dat hij mijn laatsten dollar heeft gekre gen." „Praatjes!" brulde Vinegar. „J: speelt onder één hoedje met dien blanke. Maar ik wil mijn centen hebben." „Je moet me tijd geven," smeekte Skeeter. „Zoo waar als ik hier sta: ik heb ze niet." Vinegar keerde zich om en keek Vervolg op blz. 18 j in alle mogelijke richtingen verdwenen zijn en voorgoed. De tien negers zwier ven rond het stadje en zochten naai sporen. Maar.nergens konden ze ook maar eeöige aanduiding vinden, wadr het dier de wildernis was in getrokken. Ten slotte ging elk van hen op eigen houtje zoeken langs verborgen paden, tusschen stinkende poelen en te midden van een gewirwar van kruipende plan ten en gonzende, stekende insecten. Toen het middag was, waren ze alle tien wees terug bij het gat in de omhei ning. De grond was er zacht- en drassig, maar nergens konden ze het spoor van paardenhoeven vinden. Dienzelfden avond, tegen tien uur. trad Conko Mukes de bar binnen. „Skeeter," zei hij, „ik kom mijn centen terughalen. Ik ben van idee ver anderd en doe niet mee." „Ik kan je dat geld niet teruggeven," zei Skeeter. „De blanke heeft, al het geld meegenomen en het paard is weg- geloopen." „Ik heb niets te maken met blanken," zei Conko strijdlustig. „Alleen met jou. Dat paard kan me gestolen worden. Ik weet niet eens meer, hoe het er uitziet." „Ik ook niet-," bekende Skeeter. „Ik zou liet alleen kunnen herkennen aan dat hinken." „Ik koop geen paard, dat er niet is," zei Conko koppig. „Ik wil mijn geld terug!" „Ik heb je al gezegd," zei Skeeter. „dat die blanke het geld heeft mee genomen. Je moet hem maar gaan opzoe ken. Maar je- kunt beter zoeken naar een naald in een hooiberg. Je hebt het paard gezien, maar niet dien blanke." „Ik zie alleen jou," zei Conko nijdig. „Ik gaf jou mijn geld en jij hebt het aangenomen. En jij geeft liet mij terug." „Maar ik heb het toch niet," jammer de Skeeter. „Aroor den dag ermee," brulde Conko Mukes. Hij haalde een zwaar pistool onder zijn linkerarm vandaan en legde het op het tafeltje, met den loop naar Skeeter. Skeeter zag bijna wit. Conko stond al gemeen bekend als een scherpschutter en Skeeter voelde er niets voor om als schietschijf te dienen. Hij sprong haastig naar de kleine safe achter het buffet, trok het deurtje open en gaf Conko zijn tien dollar. „Tot je dienst, Skeeter," spott Conko. „Dat was op het nippertje, want ik doe het soms ook voor minder dan tien dollar!" III voor vlug en duidelijk schrift, voor snel en rechtsgeldig onderteekenen. voor de statistiek en de organisatie, voor de boekhouding en de cor rectie. voor een vlot. loopend dictaat. en OnuitwisfM»8»r

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1940 | | pagina 13