door dr. A. J. Cronin
22
HÜCHp
Toen Lucv weg was. begon Anne in te
pakken. Zij had al besloten, den vol
genden ochtend te vertrekken zoodra
't goed licht was. Dit besluit was niet voort
gekomen uit wrevel om haar ontslag. Maar
zij dorst het niet aan, den anderen zusters
in de conversatiezaal onder de oogen te
treden, haar opmerkingen aan te hooren,
haar betuigingen van leedwezen of eritiek in ont
vangst te nemen. In haar geval was de beste weg.
zoo gauw mogelijk niet stille trom te maken, dai
zij verdween.
En toch was er nog één ding, dat zij niet na kon
laten. Om elf uur. toen de lichten in het zusterhui-
waren uitgegaan, ging zij de trap af. en ongemerkt
sloop zij de binnenplaats over naar een klein steenen
gebouwtje, dat afzonderlijk, als een kapelletje, dicht
bij den buitenmuur stond. Dat was het lijkenhuisje.
Anne ging er binnen, onbevreesd. En daarbinnen
stond zij, eenige minuten, die snel voorbijgingen,
met ernstig gelaat te kijken naar hetgeen het stille
bouwsel nu omvatte. Zij bedacht, hoe erbarmelijk
de dood van een klein kind was.
Hoe dubbel erbarmelijk, nu dat
•EERSTE; kind niet had hóéven te sterven.
VERVOLG Zij voelde haar ziel in haar bin-
nenste bonzen. Zij bad, zooaks zij
van haar heele leven nog niet
gebeden had voor haar zuster, voor haarzelf,
voor haar beider toekomstdat zij te zanten en
ieder afzonderlijk die ontzettende fout van Lucy
mochten uitboeten. Toen, van een vreemden troost
vervuld, keerde zij terug en ging zij naar bed.
Om kwart voor zes den volgenden morgen liep
Anne's wekker af. Zij stond op, kleedde zich snel
aan, en verliet haar kamer, met haar eenen hand
koffer. Zij had geen lust om op zoo'n tijd van den
dag een heldhaftig afscheid te nemen. Toen zij langs
haar zusters kamer kwam, schoof zij een briefje
onder de deur door. Zij was er van overtuigd, dat
Lucy het begrijpen zou. Toen ging zij naar beneden,
de verlaten trap af. en voor de laatste maal passeerde
zij de poort van het ziekenhuis.
Het regende een beetje, een zacht regentje van jle
zee; het motte in haar haren en het bleef in fijne
pareltjes aan de blauwe stof van haar regenjas han
gen. Toen zij voortliep op den langen weg naar de stad,
dorst zij niet 0111 te kijken, uit angst, dat zij zou
gaan schreien.
Een minuut of acht misschien had zij geloopen.
toen haar aftocht vertraging vond. Een vinnig signaal
met een claxon bracht haar eensklaps tot staan, en
tegelijkertijd zwenkte een ietwat liavelooze auto
over de natte keien naar het trottoir, om daar sputte
rend te stoppen. Het volgende oogenblik stond Joe
Shand naast haar, een nogal kleine jongeman met
blond haar, in een vuil werkpak. Zijn ronde, goed
hartige gezicht vertoonde een uitdrukking van mede
lijden, die bijna aandoenlijk was, zoo slecht paste ze
bij zijn welvarend en meestal zonnig uiterlijk.
„Ik ben prachtig op tijd. zie ik. Je wilt zeker den
trein van half zeven hebben, is 't niet?"
Anne dacht 11a over hetgeen er opgesloten lag in
die haperend uitgesproken opmerking van Joe. Ze
zei langzaam
..Wist je dan, dat ik wegging?"
...Ta natuurlijk, de heele stad heeft 't.
Joe brak zijn zin af, maar te laat Anne had de
ontbrekende woorden al ingevuld. De heele stad
praatte er over, iedereen in Shereford wist, dat zij
ontslagen was: het nieuwtje was natuurlijk van mond
tot mond gegaan en werd nog ijverig besproken.
Het was een zeer bittere pil voor Anne. Zij zette
haar tanden op elkaar.
„Ik moet voortmaken, Joe. Ik zal nog hard moe
ten loopen, om den trein te halen."
„Nee, doe dat nu niet," protesteerde hij verlegen.
„Daar ben ik juist voor gekomen. Je kunt toch zelf
niet met dien koffer slepen? En trouwens, als je
't boemeltje van half zeven neemt, moet je in Grim-
thorpe vijftig minuten wachten. Hoor nu eens, Anne.
Laat ik je met den wagen naar kruispunt Grimthorpe
brengen, 't Is voor mij een kleine moeite t is
WAKE
maar dertig mijl. En 't spaart jou een massa last."
Nadenkend keek Anne in zijn gemoedelijke, eerlijke
gezicht, 't. Was waar, wat hij zei. Als ze met hem
meeging, won ze tijd. en bespaarde zij zichzelf een
paar onaangename ontmoetingen op het station van
Shereford
„Graag dan, dank je, Joe." stemde zij met rustige
erkentelijkheid toe. „Echt iets voor jou, 0111 daar aan
te denken."
Een minuut later zaten zij in den auto en wentelden
de wielen voort in de richting van Grimthorpe. Joe
reed bijzonder goed; dat was de eenige kunst en
wetenschap, waarin hij 't ver gebracht had: hij
kende en heheerschte volkomen ieder onderdeeltje en
ieder beweginkje van een auto. Dat was trouwens
zijn vak. In alle andere dingen was hij onhandig en
verlegen.
Nu bestuurde hij zwijgend zijn ouden, maar zuiver
loopenden wagen. Anne keek hem van terzij in het
gezicht, dat wel aantrékkelijk was, maar niet vrij van
weekheid; en zij zag aan hem. dat hij ergens geweldig
over tobde. Dat wekte ook bij haarzelf bezorgdheid.
Zii had Joe Shand van kind af aan gekend. Zij en
Joe en Lucv plachten vroeger samen naar school
te gaan. samen gingen zij in de bosschen vogelnesten
zoeken, samen zongen zij in de kerk op het koor. en
samen waren zij volwassen geworden. En Joe had
haar zoo dikwijls ten huwelijk gevraagd, dat zij geen
raad meer wist, als ze het zooveelste aanzoek voelde
aankomen.
Zij waren een mijl of vijf buiten de stad, toen Joe
er opeens met een somber gezicht uitstiet, wat hem
hinderde.
„Ik moet. je toch even zeggen, dat ik er geen steek
van begrijp, Anne. 't. Is gewoon te gek. Wat ze alle
maal zeggen bedoel ik. Amos Green bijvoorbeeld.
Die is bij ons thuis geweest gisterenavond. Maar ik
geloof er niets van. Vertel me in 's hemelsnaam,lioe
de vork in den steel zit, Anne."
Anne schudde vastberaden haar hoofd.
„Ik heb geen zin. 0111 er nog over te praten;" zei ze.
.,'t Is gebeurd, en voorbij is voorbij. Ik heb besloten,
't meteen voorgoed van me af te zetten."
Voor Joe was Anne's woord wet. Maar ditmaal
kon hij niet zoo makkelijk berusten.
„Jawel, maar dat je weggaat!" begon hij opnieuw.
„Dat vind ik ellendig, 't Heeft geen zin.
Waarom dóé je 't in 's hemelsnaam?"
„Wat. moet ik dan? Hier blijven?" ant
woordde zij. en te laat begreep zij, dat ze
zooiets niet had moeten zeggen.
Hij trok snel van de gelegenheid partij.
„Ja zeker! Ik wil dat je hier blijft. Ik
wil dat je met me trouwt. Ik heb je noodig,
Anne. Als ik jou had, kon ik heel wat aan. een
flinke groote zaak opbouwen. We zouden samen iets
kunnen bereiken, en trouwens...." Joe kreeg een
kleur en begon te hakkelen. „Ik houd van je, Anne.
Misschien kan ik je helpen,nu je inde narigheid zit."
Ontroerd door die trouw zweeg Anne; en ondanks
haarzelf werd de bekoring machtig, al haar werk en
zorg er aan te geven en bij Joe een onderdak en veilig
heid te zoeken. Maar nog was er iets, dat haar weer
hield. iets ontastbaars, iets vreemds en dieps.
„Je moet nu niet aandringen, Joe," antwoordde
ze ontwijkend. „Je zult wel gezien hebben, dat ik
nogal zenuwachtig ben. Misschien kunnen we er
later nog eens over praten, als je dan ten minste nog
zoudt, willen.
Joe kreeg een nog heviger kleur en zijn mond ging
open en dicht. Met een inspanning van zijn wil,
grooter dan hij gewend was, heheerschte hij zich.
Anne luid hem méér reden gegeven, om te hopen,
dan ooit te voren. Nu wou hij 't niet weer bederven
door een verkeerd gekozen woord. Maar hij reed van
dat moment af wel wat langzamer, om den tijd van
hun samenzijn te rekken, zoodat hij 't kruispunt
Grimthorpe eerst bereikte vier minuten vóór de
-neltrein naar 't zuiden binnen moest komen. Hij had
nauwelijks tijd gehad om aan liet boekenstalletje wat
kranten en tijdschriften voor haar te koopen, toen de
trein fluitend de bocht 0111 kwam. Anne stapte in,
en in haar compartiment gezeten opende ze het
raampje om ten afscheid tegen hem te wuiven.
„Pas maar goed op jezelf, Joe," riep ze. En toen
kwam. als haar laatste en belangrijkste opdracht:
„En pas op Lucy
Het was geen prettige reis naar Manchester. De
spoorlijn liep door een ruig industriegebied, dat er
nat en vuil uitzag. Hooge fabrieksschoorsteenen
verhieven zich in den regen tusselien bergen sintels
en afval. De steden zagen er donker en leelijk uit,
triest door het weer. vuil van het roet.
Maar Anne had wel andere dingen, 0111 zich mee
bezig te houden, dan het landschap en het weer. Hoe
schokkend de gebeurtenis ook was, die aan haar leven
zoo'n gewelddadigen keer had gegeven, zij was
vast, besloten, zooals zij tegen Joe gezegd had, het
verleden geheel achter zich te laten. Zij sloeg de
Nursing Mirror open en keek nauwlettend de adver
tentie-bladzijden door. Toen zij aa.11 het einde der
kolommen was stonden er rimpels in haar voorlj^ofd.
Er was niets er werd in Manchester niet één ver
pleegster gevraagd. Dat was een leelijke tegenvaller.
Hoe dan ook, ze moest onmiddellijk werk hebben; ze
diicht er niet over. ergens in de stad een kamer te
nemen en dan maar rond te wandelen, tot. ze iets
vond. Die weelde kon ze zich niet permitteerenals
't er van komen moest, zou 't, niet lang duren, of
ze leed gebrek.
Bezorgd nam ze The Clarion, het plaatselijk dag
blad van Manchester, in handen. Zij zocht de adver
tentie-pagina met de rubrieken „Gevraagd" en
„Aangeboden" op, en aanstonds trok haar gezicht bij.
Daar stond, bovenaan in de eerste kolom, deze
advextentie
„Verpleging. Gezonde en sterke meisjes, met of
zonder ervaring, gevraagd voor het ziekenhuis
Heppertou. Aanmelden bij miss East, direc
trice."
Wat een geluk, dacht Anne, met een blijde opwel
ling in haar hart, dat ik dat tref. net vandaag!
Een korte rit met (le tram bracht Anne naar Hep
pertou, dat aan den zuidkant der stad lag, in een
arbeiderswijk, wemelend van menschen. die zich met
moeite door 't leven heen sloegen. Toen Anne naar
het gebouw keek, en zag, hoezeer het verschilde van
het gezellige ziekenhuis, dat ze pus had verlaten, en