(1 31 „Hm," zegt Opa mistroostig. „Daar komt voorlo pig niks van. De krant „Wete (lie krante fóélvalt de facteur in. „Maor foorloopig gaot Opa met drie daoge Paosckverlof. En dan gaot ie fijn eiere schildere met Opoe. Opa's assistentie wordt nu elders vereisclit en ook de facteur is haast niet te houden. Maar hij is nog niet van ons af! „Wat legge jullie toch an me kop te zanike," pro testeert hij. „Snappen jullie 't nou nóg niet? We gaone met die autobus 't. land door en as we effe stilhouwe, gefe we 'u nummertje. We komme door West ook, daor woon ik, mot je wete. Op 't Mercator plein stoppe we en as ik dan bekende sie, sal je wat belefe! Die kleine hospitaolsoldaot gaot ook mee, die sal onderweg snel-rijme. En boere-Jilles heb de heele week al met se muzikante sitte rippeteere. Mot je kijke!" Net wordt er op den autobus 'n bordje gehangen. „Jilles and his band" staat er op. En .Tilles staat er zelf, bescheiden glunderend, naast. „En nou mot ik weer tiinmere," maakt Overstap- pie bekend. „Hebbe de heere soms nog wat te fraoge?' „Hm, is het nou écht waar, dat je verleden week zout in de thee hebt gedaan?" Wat Overstappie dan zegt, leent zich echter niet voor publicatie. 'N MISLUKT ■Uilen uit Tietferksteradeel heeft de muzikale leiding INTERVIEW Overstappie. is voorloopig niet voor ons te spreken. Dan maar het kleine hospitaalsoldaatje. „Ha, die Wimpie," begroeten we hem. „Jij zult dus je natuurlijke gaven als snel-rijmer demonstree- ren. Maar Wimpie zegt niets. Wel laat hij welwillend toe, dat de teekenaar hem vereeuwigt, maar hij reageert niet in het minst op onze vragen. „Je bent niet erg spraakzaam. Wimpie." Nu grinnikt het ventje ten minste, maar nog steeds geeft hij geen kik. Neen, 'n geslaagd interview wordt het niet. We geven onze pogingen maar op. „Nou, Wimpie," besluiten we 't mislukte onder houd,* „we wenschen je veel succes." Dan doet de kleine man z'n mond open. „Je nek in 'n flesch!" rijmt hij minzaam. En dan nemen we maar ijlings de vlucht. 'N WILLIG SLACHTOFFER Neen, dan is ons volgend slachtoffer héél anders! Hij komt ons al glimlachend tege moet en heeft in de gauwigheid z'n fraaien buitenmo- pel-kepi van de kamer gehaald. „Even veurstel- len, Van Veuren is m'n naem, heel aangenaem," galmt hij en z'n accent klinkt deftiger dan ooit. „Wilt u me alstublieft niet en profil nemen, tee- kenaer. Ik heb zoo 's 'n foto laeten ïnaeken, gewoon affreus, zag...." De teekenaar bromt iets onver staanbaars en de Hagenaar stelt zich in postuur. Hij heeft 'n keurig sigarettenpijpje voor den dag gehaald. Dat moet óók op de teekening komen. Aan den autobus wordt inmiddels verwoed ge werkt. Boven het groote spandoek wordt 'n heele sliert vlaggetjes gehangen. Papkind loopt met 'n verfpot te sjouwen en Jilles probeert eens hoe 't zit achter het stuur. „Hm jae," begint de Hagenaar uit zichzelf, „De heeren zijn naetuurlijk reuze nieuwsgierig, Wat ik in 't programma zal doen. Kijk, de zaek zit zoo. Wimpie 't wonderkind zal ale mélrijmer optreden. Nellie, de nette Hagenaar, assis teert Overstappie. ons reizend cabaret, want zoo kun jë 't eigenlijk wel noemen, komt den eersten aevond door al onze groote steden. Als we van Amsterdam naer Rotterdam rijden, stoppen we ook even in de residentie. En nu weet ik niet of de heeren 't aen m'n spraèk kunnen beuren, maar ik kom uit Den Haeg. „Hm, ja, nou je't zegt.," mompelt de teekenaar, en met 'n paar zwie rige halen schetst hij den kepi. „0 jae?" lacht de Hagenaar ge vleid. „Nu moeten de heeren 's luisteren. Overstappie is conferen cier, maer jae. Strikt onder ons. heur, hij gebruikt soms van die raere weurden, hè. En nu ben ik maer bang, dat, ze hem in Den Iïaeg niet zullen verstaen, daer zijn we nu eenmael 'n meer beschaefde spraek gewend. We haasten ons instemmend te knikken. „Nou, en als we dan in Den Haeg komen, treed ik als conferencier op. Ik heb al 'n paar reuzengezellige bakjes bedacht, 't Zal kndl worden, lui. Moet je heuren, ik heb al die moppen opgeschreven en in enve loppen gestopt. Dan heb ik ze in seurten, begrijp je. En als ik nu absoluut zeker ben, dat 'n mop 't doen zal. komt ie in envelop num mer één. En als d'r een minder slaegt,, gaet ie weer in 'n andere envelop. „Daar heb je dan 'n hééle ad ministratie aan," meent de teeke naar. „O, geen moeite is me te veel. heur," verzekert de Hagenaar. „Mag ik uw krabbels bewonderen? Schit terend! U heeft me buitengewoon goed getroffen, heur." BESCHEIDEN MUSICUS En nu Jilles nog. Ook hij is een belangrijke figuur, want hij ver zorgt de muzikale illustratie. „Moet mien kop d'r ook bij?" informeert hij argwanend als de teekenaar 'n nieuw blaadje omslaat. Maar dan laat hij zich gewillig ondervragen. „Jou moete goed begriepe, ik speel oppe harmo nica," vertelt hij. „En bij 't paardevolk is d'r een. die blaast oppe trompet, machtig zuiver, hoor. 'n Klarinet is d'r ook en onze tamboer heeft zoo'n lawaai-masjien 'bouwd, die speelt voor. „Drummer?" helpen we hem. „Juust! Dat hebbe jou knap 'zeid." „Jij bent toch eigenlijk de dirigent, Jilles?" „Nou," zegt de brave Jilles, „als er 'rippetéerd wordt, zwaai ik met inien stokske. Maar nou moet i jou goed begriepe, al sta ik nou nog zoo hard te zwaaien en mien muzikanten spelen niet, dan hoort jou nóg niks II ziet het, dirigent Jilles vertoont 'n bescheiden heid, waaraan menig beroemder confrater een voor beeld kon nemen. „Eigenlijk jammer, dat jullie niet in Tietjerkste- radeel komen." „Dat is te ver uut de buurt. Maar mien oude moeke kau me tóch hooren, want die zit vast en zeker voor de luudspreker." Wat? Komt er dan ook een radio-uitzending? Dat is sensationeel nieuws! DE ORGANISATOR AAN 'T WOORD Papkind heeft 't nog steeds geweldig druk, maar ten slotte laat hij zijn verfpotten 'n oogenblik in den steek. We vernemen nu, hoe 't, plan voor dezen merkwaardigen tocht ontstond. Voor de komende feestelijkheden was 'n programma in elkaar gezet, dat klonk als een klok. En toen kwam opeens de aanbieding van dien autobus. Trouwens, door de autoriteiten werd tóch al veel medewerking verleend. „En nu de naam?" „Die kakelbonte bus? Dat heeft Overstappie be dacht. En de facteur weet nog niet eens wat hem te wachten staat. Als we op 't Mercatorplein komen, komen z'n collega's van de Amsterdamsche tram hem 'n muzikale hulde brengen De heele harmonie is present!" „En de route?" „Precies om twee uur in den middag starten we. We gaan naar 't centrum van ons land en vandaar regelrecht naar Amsterdam. Om 'n uur of vier zijn we op den Dam, juist als daar de wacht is afgelost, 't Wordt 'n heele. tocht, 's avonds komen we nog in Rotterdam ook. 'n Reuzenprogramma hebben we, muziek, zang, korte scènes, 'n goochelaar. „Nu zouden we nog graag den datum weten." „Eerst wilden we op tweeden Paaschdag beginnen, maar door de nieuwe verlofregeling ging dat niet. Den autobus kunnen we alleen maar in 't begin van de week krijgen en nu is de eerste tocht vastgesteld op aanstaanden Maandag. En als we succes heb ben, doen we 't nog eens." „En de radio-uitzending?" „Weet u dat óók al vraagt de dikke korporaal onthutst. „Nee, dat vertel ik niet, dat is nog geheim. Ja, meneer Puypkrijdt, ik kom al...." En weg draaft de corpulente brigges. Er is nog veel te doen! HOE RIJDT DE BUS? Het was de vriendelijke drogist, die ons ten slotte over de volledige route inlichtte. En daardoor zijn wij, als eenig blad in Nederland, in staat détails om trent den tocht te publiceeren. Wij vleien ons, dat Overstappie en z'n kornuiten populair zijn bij onze lezers. Welnu, thans zal men hen kunnen zien. en hooren! Precies om drie uur 's middags arriveert het gezel schap op de Neude te Utrecht. Om vier uur staat de bus op den hoofdstedelijkem Dam, via Rozengracht, Adm. de Ruyterweg, enz. gaat de reis dan naar het Mercatorpleinaankomst ongeveer kwart voor vijf. „Daar geven de jongens 'n reuzen- opvoering," vertelt drogist Puypkrijdt. „Én zoo tegen zessen kunnen de Haarlemmers 't ge zelschap aan de Amsterdamsche 'oort verwachten, i lp de Groote Markt wordt gepauseerd en kwart voor zeven vertrekt de kakel bonte bus naar Leiden, daar geven ze voor 't station 'n paar nummertjes. Tegen achten gaat de reis weer verder naar Den Haag en daar komt Nellie in actie. Hij zal om negen uur te be wonderen zijn op het Buitenhof. Dan komt Botterdam aan de beurt, daar rijdt de bus omstreeks kwart voor tien over den Ooolsingel, op 't. Slagveld wordt 'n kort pro gramma opgevoerd. U ziet, het is een echte tournée. Later op den avond volgt 't optreden voor de microfoon en dan zal heel Nederland het cabaret der gemobiliseerden kunnen beluisteren. Het tijdstip van de uitzending staat nog niet geheel vast, vermoedelijk zal het als extra-nummer ongeveer kwart over elf in de program ma's der omroepvereenigingen worden ingelascht. Want, dit kunnen we reeds zeggen, de medewerking der autoriteiten is zoo groot, dat beide Nederlandsche zenders het optreden van Overstappie en de zijnen zullen uitzenden. „Laote se allemaol anstaonde Maondag maor naor ons uitkijke," zegt Overstappie tot besluit. „En as se niet in de buurt benne, dan draoie se maor an hun raodio. Dan salie se Overstappie 'n nummertje hoore weggefe waor se paf fan staon. Hoe bestaot *t?" Gaarne sluiten we ons aan bij de woorden van den populaireu facteur. We hebben gedeelten van het programma gezien en we kunnen verklaren, dat het best. de moeite waard is. L. Korporaal Papkind, de groote organisator.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1940 | | pagina 31