Zomer-tentoonstelling VAN DE NEDERLANDSCHE CONFECTIE-INDUSTRIE Nadat van den winter in ons land lang voor dat Parijs er aan dacht om de kaarten op tafel te gooien de voorjaars- en zomer- modellen reeds getoond waren, werden de inkoopers thans in de gelegenheid gesteld om kennis te nemen van de voor midzomer vervaardigde modellen. Het blijft steeds een open vraag, waarom de Nederland- sche confectie-industrie zich niet beter aanpast aan de specifieke eischen voor het figuur van de door snee Hollandsche vrouw en zelfs in tegendeel nog grijpt naar garneeringen, die het figuur nog zwaarder doen schijnen. Waarom de heup-verbreeding, die toch absoluut afgedaan heeft en die toch zeer beslist met afkleedt, hier nog voor een enkele house-coat en avondtoilet gehandhaafd bleef, is ook al een raadsel. Wat meer beperking zou hier slechts winst betee- De vertooning in het voor het grootste gedeelte door mannen van het vak bezette Carlton-restaurant vangt aan met enkele house-coats, het moderne klee- dingstuk voor degenen, die het zich graag gemakke lijk maken in huis. Housecoats, die men toch het liefst van practisch waschbaar materiaal zal zien, zooals in Amerika te doen gebruikelijk is, doch die hier van pompeus kunstzijden materiaal als glan zend satijn en moiré gebracht werden. Een exem plaar van oud-rose vertoonde zelfs een queue de Paris en de reeds gewraakte heup-verbreeding. Daal de luxe-vrouw niet naar deze kunstzijden exemplaren zal grijpen en deze pracht alleszins ongeschikt is vooi het vrouwtje, dat in huis zelf aanpakt, ware een smaakvolle cretonne waarschijnlijk wel zoo practisch geweest. Wat de mantels betreft zoowel de losse swag gers als de meer gekleede eenigszins aangesloten modellen schittert het in Frankrijk nog altijd op den voorgrond tredende zwart vrijwel door afwezig heid en zien we voornamelijk marineblauw, zant - kleur, lichtgrijs en wat pasteltinten. Ook passeeren verschillende witte mantels de revue. We zien aan trekkelijke modellen, maar waarom die nu juist van niet-gladde stoffen, waar je het al warm van krijgt als je ze ziet, moesten zijn, is moeilijk te begrijpen. Degenen, die geregeld de buitenlandsehe shows be zoeken, staan dan ook vaak verbaasd, dat er zoowel op het gebied van stoffen als modellen hier altijd zooveel gebracht wordt, waarmee men in Parijs reeds lang afgedaan heeft, of sterker nog, waarvan men in de lichtstad lange jaren niet droomde. Op het gebied van pakjes valt daarentegen beslist vooruitgang te constateeren. Bijzonder geslaagde exemplaren zijn de strenge tailleur in lichtgrijs met een in haarstreep uitgevoerd dambord erophet pakje van grijsblauwe ruige stof, met voor in den rok twee platte plooien en een garnituur van roodvos; het ensemble, be staande uit een levendig imprimé jurkje met kort wijd marineblauw jasje, dat met diezelfde bedrukte stof gevoerd is; en ten slotte het complet, dat bestaat uit een wit met marine inprimé jurk, met daar op een lange donkerblauwe losse jas, die gevoerd is met dezelfde imprimé en ook omgekeerd kan worden, zoodat men twee man tels in één heeft. Of de zwarte mantel met den capuchon van vos senbont bestemd was voor den export naar Finland werd niet ver meld. Bij de mantels zien we af en toe een schuchtere poging om den blou- senden rug weer in de mode te brengen. Een marine mantel, met aan de binnenzijde van de sluiting een beleg van helrood dat te zien komt bij eiken stap en tevens daar, waar het tot revers werd omgeslagen draagt een pikant militair tintje, dat heel wat prettiger aandoet dan het vrij lompe mantelpak in het grijsblauw, dat Royal Air Force genoemd wordt en dat behalve een vrij wijden driekwart schoot óók nog losse zakken aan de ceintuur vertoont. De cash and carry-beits zijn geweldig populair en kunnen ook werke lijk aardig staan, maar daartegenover stellen zij, evenals zeer groote enveloppe- of buidelzakken, hooge eischen aan den goeden smaak. Er zijn tientallen vroolijke imprimé's in kunstzijde, die ofwel van voren ofwel slechts van achteren wijd vallen. Over het algemeen zien we korte ballonmouw- tjes, die kwiek en vlot staan. Een va riatie op het thema van het combinee ren van verschillende kleuren is de zwar te japon met de Russische mouw, waarbij zoowel het schouderstuk als de voorkant van de mouw in helrood uitgevoerd zijn. Voor liefhebsters van de kwieke korte bolero is er het pakje, dat bestaat uit een klokrokje van 'n schuin genomen groote zwart-witte ruit en daarop een korte bolero van hetzelfde materiaal, terwijl een felrood blousje voor de vroolijke noot zorgt. Er wordt met een nieuw materiaal gedemonstreerd, een doffe waschbare kunstzijde, die bedrukt is en onder den naam van „Chinsang" gelanceerd wordt. Wat de avondjurken betreft lijkt ons het meest aantrekke lijk het exemplaar van lila satijn, waarvan het strakke lijfje met de simpele mouwtjes van voren dichtge knoopt is, terwijl over den rok een wijd overkleed van mousseline de soie in zacht rose en lila valt. Er zijn in verband met het jaargetijde verschillende gebloem de avondjurken, die in de meeste gevallen een kort mouwtje vertoonen en zoowel een ronden, vierkanten als bescheiden V-vormigen hals kunnen hebben. Mooi vinden we ook het toilet van witte crêpe, waarbij zoowel de rand van de bolero als de rok versierd zijn met applicatie van zijden bloemen in teere kleuren. Nederland kan het best, daar bestaat geen twijfel aan, maar jammer is en blijft het, dat men niet radicaal een streep zet onder die zucht om alles mooier en pompeuzer te maken dan het al is en niet 'n voorbeeld neemt aan den verfijnden eenvoud van het mode-centrum Pa rijs. Of zou dat misschien niet mo gelijk zijn, als men nóch de beschikking heeft over duur eer ste klas materiaal, nóch de gelegenheid om elk werkstuk tot een meesterstuk van coupe temaken? En tóch zagen we in dertijd in Ameri- kaansche midden stands- en zelfs volkszaken beter. De hierbij afge drukte foto's zijn niet afko-mstig van deze modeshow.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1940 | | pagina 38