1
D maar bleven elkaar onverschrokken
trouw, toen zij naast hen stilstond
en naar hun leege borden keek.
door dr. A. J. Cr on i n
22
Nog dieper was de stilte er kletterde
zelfs geen bord en er rammelde geen vork
in die anders zoo rumoerige zaal toen
de directrice zich naar Anne wendde.
,,Wilt u geen viseh!"
Anne stond beleefd op.
„Neen, dank u, directrice."
„Waarom niet!"
Bij die vraag ging er 'n huivering van verwachting
langs de tafel. Gaf Anne een lomp antwoord, wierp zij
ronduit een blaam op het voedsel of de bereiding, dan
liep het mis waarschijnlijk zou haar ontslag het
gevolg zijn.
Maar Anne kreeg een gelukkigen inval.
„Wat ik buiten koop smaakt me lekkerder."
Dat was het alleszins gepaste antwoord raak en
toch onberispelijk. Anne kreeg er later complimentjes
voor. De directrice wist zoo
gauw niet,wat ze zeggen moest.
j DERDE zij had gerekend op een brutaal
I VERVOLG antwoord, en zij was van plan
geweest, daar haar maatregelen
tegen te nemen. Deze beleefde
toespeling nam haar allen wind uit de zeilen, maar
zij raakte niet van haar stuk, zooals 't zuster Lucas
overkomen was. Zij bleef Anne aankijken met een
langen, wreveligen blik, voltooide daarna haar ronde
door de zaal en ging heen.
De meeste saamgezworenen waren van meening,
dat de overwinning hun was.
„Nu hebben we haar op stang," riep Nora uit. „Nu
zal ze in ieder geval iets moeten doen."
Anne schudde veelbeteekenend, onheilspellend,
haar hoofd.
„Daar ben ik ook bang voor," zei ze.
En helaas bleek Anne het bij het rechte eind te
hebben. Den volgenden morgen werd er op het bord
een order aangeplakt:
„Den verpleegsters wordt hierbij verboden, zich
tussclien twaalf en twee uur buiten het ziekenhuis te
begeven. Geen verpleegster mag eetwaren, van welke
sooi't ook, binnen het ziekenhuis brengen zonder
speciale permissie. E. East."
Met een verslagen gezicht draaide Nora het bord
haar rug toe.
„Nou," zei ze sullig tegen de anderen, „dat komt er
op neer, dat we van honger moeten sterven, óf dat
vieze eten van hen slikken."
Ze slikten het.
Merkwaardigerwijze werd Anne's vrije weekend
niet nog verder verschoven wegens haar aandeel in de
korte hongerstaking. Miss East was niet met opzet
onrechtvaardig, maar zij stond in Hepperton voor
ontzaglijke moeilijkheden; onophoudelijk werd zij
door het bestuur bedild en beknibbeld, dus wist zij
geen anderen raad dan een hard en schraperig be
wind te voeren. Toch wist zij heel goed, hoeveel een
goede verpleegster waard was. Daarom alleen al
wenschte zij zuster Lee niet al te zwaar te straffen.
En dus kreeg Anne eind April een briefje, waarin haar
de gevraagde weekend-permissie werd toegestaan.
De dag, waarop zij een plaats in den trein naar
Londen innam, was een dag van heerlijkheid voor
haar. Zij genoot van de wetenschap, dat zij weldra
haar* zuster zou weerzien. Van Vrijdagmiddag tot
Maandagmorgen wat een lange vacantie leek het
haar!
Toen de trein voortrommelde door den zonneschijn
voelde zij, dat 't goed was te leven. Zij had veel vrien
den gewonnen de laatste paar weken, en ondanks het
zware werk en de ontberingen in Hepperton had zij
het aangename bewustzijn, dat zij vooruitkwam in
haar beroep. De laatste veertien dagen had zij hulp
dienst moeten verrichten in de operatiezaal van dr.
Prescott. Het was haar telkenmale een prikkel, een
krachtige opwekking, zijn wonderbare vaardigheid te
beschouwen, vooral wanneer hij gevallen onder han
den had, waarin hij een specialiteit was: kwetsuren
WAKE
KORTE INHOUD. Ann Lee; een knap jong meisje, is met
haar zuster Lucy verpleegster in een ziekenhuis te Shereford.
Door onoplett endheid van Lucy sterft een tweejarig patiëntje;
Ann neemt de s ihuld hiervan op zieh, daar haar zuster het
vcrplcegsóersdiploma nog niet heeft en door deze gebeurtenis
haar carrière gebroken zou zijn. Ze wordt onmiddellijk ont
slagen. Op den ochtend van haar vertrek ontmoet zij Joe
Shand, een jeugdvriend, die haar reeds meermalen ten huwelijk
heeft gevraagd. Met zijn taxi brengt hij haar naar Manchester,
waar ze in het ziekenhuis Hepperton wordt aangesteld. Ze
moet er hard werken. In Nora Dunn en zuster Glennie vindt zij
twee sympathieke collega's. Reeds den eersten dag krijgt ze van
dr. George Caley, hoewel onrechtvaardig, een terechtwijzing
Spoedig nadien kan ze revanche nemen, daar ze Galey er
op betrapt, dat hij een patiënt vijf grein menosyl wil laten
toedienen, een hoeveelheid, die stellig doodelijk zou zijn.
Tijdens een blindedarm-operatie ontdekt Ann, dat 'n watje
in de wonde achterblijft. Van den patiënt, Matthew Bowley,
krijgt ze als dank hiervoor een taschje met een bankbiljet
van tien pond. Ann's zuster Lucy is tot haar groote ver
wondering plotseling met. Joe Shand getrouwd. Het eten voor
de verpleegsters is in den laatsten tijd zoo slecht, dat ze
weigeren het te eten.
aan het centrale zenuwstelsel en de hersenen. Menig
maal betrapte zij er zichzelf op, de andere uren van
den dag, dat haar gedachten met hem bezig waren,
doordat zij zich een bijzonder fijn trekje, het snelle
handige gebruik van een instrument herinnerde,
waarmee hij de onwaarneembare grenslijn tusachen
leven en dood trok.
Lucy was niet aan het station, toen Anne uit den
trein stapte, maar Anne vond den goeden bus en
bereikte al spoedig Muswell Hill en de Elthreda
Avenue. Haar hart klopte onstuimig, toen zij de stoep
van nummer 7 op holde. Zij trok aan de bel, en gaf een
kreet van blijdschap achter het zeer nette meisje,
dat opendeed, daagde Lucy op. Een seconde daarna
lagen de twee zusters in eikaars armen.
Anne had een gevoel, of zij Lucy nooit meer los zou
kunnen laten, maar eindelijk dwong zij zichzelf toch,
te gaan zitten, kalm te praten, en kalm te luisteren.
Lucy had wél heel wat te vertellen. Zij was misschien
een ietsje gezetter dan vroeger, en ze zag er heel
elegant uit. Ze was trotsch op haar nieuwe huis, haar
nieuwe glimmende meubels, haar nieuwe dienstmeisje-
met wit plooiscliortje, en ze snakte er natuurlijk naar,
alles te vertoonen.
In haar salonnetje achter het theeblad gezeten, dat
onmiddellijk binnen was gebracht, schonk zij voor
Anne in. Zij gebruikte haar beste servies. Zij praatte
ver haar nieuwe buren „echte leuke
menselien" en over de tooneelstukken
en films, die ze gezien had. Maar zij had
geen rust, voor ze haar zuster had rond
geleid, en haar alles had laten bekijken, van
de kwaliteit van de beddelakens tot de
snit van haar nieuwste avondjapon. Anne
had er om kunnen glimlachen, als ze niet
zooveel van Lucy gehouden had. Lucy ging blijkbaar
geheel op in het fiere bewijs, dat het huwelijk haar
o zooveel goed had gedaan.
„Ik vind 't allemaal even prachtig, schat," zei
Anne eindelijk, en zij sloeg haar arm om het middel
van haar zuster. „Ik ben zoo verschrikkelijk, ver
schrikkelijk blij, dat je gelukkig bent! Joe schijnt heel
aardig te verdienen, dat hij je zoo'n mooi huis heeft
kunnen geven."
Lucy knikte wijs.
„We zitten in een erg goede zaak, Anne. N.V.
Transport heb ik je al geschreven, geloof ik. Joe
is compagnon geworden van Ted Grein een echte
lieer, Ted't. Is een groote autobus-onderneming,
alleen voor lange reizen, zie je, van Londen naar
Bristol en Cardiff en Manchester. Wacht, ik heb een
idee!" Zij liet een theatrale pauze volgen. „Ik stuur
je met een van onze bussen terug naar Manchester.
Waarom zou je in zoo'n suffen antieken trein kruipen,
als er wagens van de N.V. Transport rijden! 't Per
sonenvervoer van de toekomst! Ted had de zaak al
een paar jaar. Joe mag van geluk spreken, dat hij
er in heeft kunnen komen met zijn geld. Er zijn ge
woon kapitalen in te verdienen, Anne. Let maar op
je zusje wordt nog eens schatrijk!"
Hun gesprek werd afgebroken doordat Joe thuis
kwam. Hij kwam uit zijn zaak, en op zijn gewone ver
legen manier groette hij Anne, beschroomd maar
toch welgemeend hartelijk. Anne schrok er een beetje
van, zooals hij veranderd was. Misschien zat 't in zijn
donkere werkpak; maar ze vond hem bleek ook, en
een tikje overspannenhij had een groef tusschen zijn
voorhoofd, die er vroeger nooit geweest was.
„Dus je komt ons eens wat pittige lucht uit het
noorden brengen, Anne." Hij lachte kort. „Laat ik je
vertellen, ik zou zelf óók wel een hapje van die lucht
kunnen gebruiken."
„Hè, Joe, wat '11 onzin!" zei Lucy, niet zonder on
geduld.
Joe antwoordde:
„Onzin of niet, ik héb 't nu eenmaal, meid. Ik zou
er een briefje van een pond voor over hebben, om
weer eens langs de haven te rijden, al was 't maar vijf
minutenin mijn blauwe pak, achter 't stuur van
mijn oude rammelkast."
Lucy kreeg een kleur en zei scherp
„Wou je dan je leven lang chauffeur blijven!"
„Ik bén chauffeur," antwoordde Joe, met iets
humeurigs in zijn stem opeens. „En een verdraaid
goede ook, als je 't soms nog niet weet."
Het zag er naar uit, of er een kibbelpartijtje van
kwam. Maar Lucy wist zich in te houden.
„Enfin, ga nu maar gauw naar boven om je te ver-
kleeden, Joe. We moeten vóór zevenen klaar zijn."
Hij keek haar onwillig aan.
„Wat!" riep hij. „Gaan we alweer uit!"
„Ja, we gaan naar den schouwburg." Even perste
Lucy haar lippen op elkaar. „Anne moet toch iets
hebben, als ze hier is!"
Weer hing er iets van wrijving in de lucht. Anne
kreeg er een ongemakkelijk gevoel door. Ze zei vlug:
maar ik blijf heusch liever thuis dan
kunnen we eens flink uitpraten. Daar ben ik voor
gekomen."
„We gaan naar den schouwburg," zei Lucy, met
zeer duidelijken nadruk. En Joe zag wel aan haar
oogen, dat hij wijzer deed, niet meer te redekavelen,
maar naar boven te gaan en een ander pak aan te
trekken.
Het was een zoutelooze revue, die zij te zien kregen.
Anne zat er zich bij te vervelen, en Lucy had het te
druk met het aanwijzen van beroemdheden, om goed
op het tooneel te letten. Maar hoe verwonderlijk het
ook leek, Joe vermaakte zich uitstekend. Hij werkte
zijn vermoeidheid weg door herhaalde bezoeken aan