OVER ST AP PIE
ONTMOET EEN STADGENOOT
BIJ ONZE
J O IV G E IV S
TE VEEDE"
30
Luister nou's, facteur," zegt Opa bezwerend.
„Ik moet niet die olijfgroene hebben, die heb
iederéén. Hij moet oranje wezen...." En
teleurgesteld geeft hij het kleurige papiertje terug.
„Is 't al wéér de ferkeerde?" verzucht onze facteur
Overstappie, terwijl hij de postzegel weer opbergt.
„Nou snap ik d'r geen fluit meer fan. Je sei gelief...."
„Dat komt omdat je niet luistertbeweert Opa.
„Onthouw nou goed, ik mot hebben 't ouwe type van
22% cent, niet olijfgroen, maar oranje."
„Man, praot me niet kleureblind!" komt de fac
teur in verzet. „Wie ken dat nou allemaol uit mekaor
houwe? Je sit ook al de heele dag met je gapjatte an
me briefetasch te frummele
De facteur heeft gelijk. Opa interesseert zich de
laatste dagen hooglijk voor alle correspondentie, die
van ons veldpostkantoor komt. De kwestie iser zijn
nieuwe postzegels en nu is het zaak de serie zoo gauw
mogelijk compleet te krijgen. Vooral de zware stuk
ken, die voor 't bureau bestemd zijn, hebben Opa's
onverdeelde belangstelling, want daar zitten de
veelbegeerde „hoogere waarden" op. En nu is één
ding maar jammer: de kapitein is zelf óók 'n naarstig
philatelist.
Tegelijk met de uitgifte der nieuwe zegels, zijn de
oude uit gebruik genomen. Zoo zal Opa dus nooit
meer op het postkantoor 'n oranje 22% cent kunnen
koopen. En dat beteekent niets minder dan een
ramp, want hij heeft in z'n postzegelkrantje gelezen,
dat juist die zegel nu erg gezocht is geworden!
„Probeer 't nou nog één keer op 't postkantoor."
probeert hij den facteur te overreden. „Jou kennen
ze ten minste."
„Se kenne me al fééls te goedmeent Overstappie.
„As ik nog één keer ofer die pimpelpaorse negetienen-
eenhallef begin, gaon se met scherp schiete. Dat heb
de dirrekteur me sellef beloofd."
Opa zal het voorloopig dus nog zonder den veel-
begeerden zegel moeten doen. Hoofdschuddend slaat
hij in z'n album de bladzijde op, waar de zegels van
het verouderde type allemaal keurig zijn opgeplakt.
Slechts één vakje is nog open.
„Je heb toch possegels genoeg," tracht Over
stappie hem te troosten. „Waarom mot je juist die
ééne d'r nou óók nog bij hebbe?"
Maar ja, dat is 't hem juist. De ééne, die ontbreekt,
maakt, dat verzamelaar Opa nu z'n heele prachtige
serie waardeloos vindt. Maar dat kan hij den fac
teur niet uitleggen, die snapt zooiets niet
Zuchtend klapt Opa z'n album dicht. Voorloopig zal
hij zich maar bepalen tot de nieuwe serie. „As je 'n
twaalfenhalf of 'n vijftien op je brieven ziet, moet je
me waarschuwen," instrueert hij den facteur.
„En dan gao jij se d'r seker afpulke. Niks hoor."
„Ik zal eerst fatsoenlijk vragen," belooft Opa.
„As d'r maor geen móórde fan komine," zegt Over
stappie bedachtzaam. „D'r loope hier bij de kompie
nóg 'n paor fan die possegelgekke rond." U ziet, de
facteur acht den waren philatelist tot alles in staat!
En hij wil zich juist gereed maken om over dit
onderwerp nog 'n korte verklaring af te leggen, als de
korporaal van de week verschijnt.
„Of jullie nóóit op de rustkamer komme!" vraagt
deze functionaris zich af. „De fourier staat zoowat te
barste!"
Dat is waar ook. De sectie wordt op de rustkamer
verwacht, waar de fourier z'n cliënteele verbeidt naast
'n fikschen stapel „kisten tot vullingbussen tot gas
maskers". Er valt weer wat te verdeelen!
Bij u in de burgermaatschappij kondigt het voor
jaar zich aan door verhuizingen en den jaarlijks te
rugkeerenden toestand van huiselijke ontreddering,
die men „groote schoonmaak" noemt. In dienst
beleven we iets dergelijks, ook daar brengt het mildere
jaargetijde allerlei besognes mee. Eerst hebben we
onze borstrokken naar den fourier moeten brengen en
afstand gedaan van onze wollen handschoenen. Die
wachten nu, keurig aan elkaar genaaid, onder de
hoede van den oppasser rustkamer op de komst van
den tweeden mobilisatie winter. Onze kachels zijn we
ook al kwijt, die hebben we op 1 April moeten in
leveren. Alleen in het wachtgebouw wordt nog ge
stookt en dat is maar goed ook. Terwijl er nog aller
wegen met kachels werd gesjouwd, verscheen er een
wagen met stroo, 't was tijd om de oude stroozakken
door nieuwe te vervangen. En nauwelijks was die
herrie achter den rug of de rustkamer stond opeens
vol nieuwe vullingbussen voor onze gasmaskers. En
dan staat er nog binnenkort 'n tweedaagsche
oefening op 't program. Er heeft nu al in de orders
gestaan, dat er op die dagen geen verlof wordt ver
leend.
We hebben het druk
En bleef het nu maar bij die drukte overdag,
's avonds hebben we ook nog genoeg te doen. Jilles
repeteert met z'n „band" en Opa knutselt met z'n
postzegels. Hij onderhoudt 'n uitgebreide correspon
dentie met lezers uit den lande, die hem lange
brieven sturen. Ook Overstappie krijgt zijn deel van
de post. Hij gaat er fier op een brief te hebben ont
vangen, heelemaal uit Rio de Janeiro; zelfs daar zijn
z'n heldendaden bekend. De briefschrijver is 'n oud-
gemobiliseerde, die hem 'n heel gedicht van zes
coupletten stuurt.
„Tjazegt de facteur. „Je bent populair of
je bent het niet."
Maar zóó populair is hij nu weer niet of hij moet van
korporaal Papkind hard meewerken aan de toebereid
selen voor het komende feest. Want, alle pessimisten
ten spijt, het herdenkingsfeest gaat door. Alle com
missies en subcommissies werken onder hoogspan
ning, drogist Puypkrijdt is geen enkelen avond meer
thuis. En meester Mommelman, de groote dorps
historicus, heeft al in geen drie nachten kunnen sla
pen, zoo opgewonden is hij nu zijn ideaal wordt ver
wezenlijkt de hernieuwde intocht van ridder Charles
de l'Osse, omstuwd door zijn ruiters en schildknapen,
als heer van ons dorpje!
Alles wijst erop, dat groote dagen op komst zijn.
's Avonds trekt de dorpsharmonie blazend door de
hoofdstraat, waar de winkeliers al druk bezig zijn
voor den komenden etalage-wedstrijd. Ook de vader
van Mientje Iaat zich niet onbetuigd en hij is er zeker
van, dat een prijs hem niet zal ontgaan. Hij heeft
Papkind in den arm genomen
De commissie van voorbereiding, waarvan onze
corpulente korporaal een der ijverigste leden is, heeft
voor 'n heel programma gezorgd. Er komt 'n kinder
feest onder leiding van mevrouw Mommelman-
Mummelman, waarbij de gemeente-secretaris z'n
talenten als ainateur-goochelaar zal demonstreeren.
Er komt 'n gekostumeerde voetbalwedstrijd, 'n
bakfiets-tornooi, 'n aubade en 'n ringrijderij,
waarvoor speciaal ons paardenvolk 'n hevige belang
stelling toont. Als de geruchten waarheid bevatten,
Er is serie nieuwe postzegels in omloop en dus is
de facteur geen oogenblik veilig voor verzamelaar Opa
komt er zelfs 'n achtbaan en 'n heusche draaimolen
naar ons dorpje. Doch het hoogtepunt blijft toch de
historische optocht, waarin Nellie, onze keurige
Hagenaar, als ridder zal fungeeren. Dagelijks oefent
de wachtmeester van onzen korpstrein den aanstaan
den ridder in 't berijden van Blackie, 't tamste paard
van onzen keukenwagen. En al zijn de resultaten niet
erg bemoedigend, de wachtmeester laat alle hoop nog
niet varen.
,,'t Wordt 'n reuzenridder," beweert hij. „Als ie
eerst maar 's 'n paar keer flink op z'n kop valt.
Maar daar is Nellie nu juist zoo bang voor!
Een sigarencommissie
Het voorjaar brengt een verhoogde activiteit en
dat blijkt uit den stroom van orders, dien de sergeant
van de week op de appèls voorleest. Nauwelijks
hebben we de borstrokken-drukte verwerkt of er
worden vrijwilligers gevraagd voor het volgen van
een cursus tot hulpziekendrager. En als niemand zich
opgeeft, zal de kapitein zélf de mannetjes aanwijzen!
,,'n Reuse baontje foor Nellie," meent de facteur.
„Die heb tóch sooiets liefs ofer zich."
„Niks heur," wijst de Hagenaar dit voorstel af,
terwijl hij heel sierlijk 'n sigaret uit z'n koker neemt.
„Dat jij toch de heele dag fan die rolletjes vergif
rookt!" verwijt Overstappie hem.
„Wat moet ik dan rooken?" vraagt de Hagenaar
onthutst.
„Swaore sigaore, naotuurlijk. Ben jij nou 'n sol-
daotf
„Da's niks veur mij. Dat laet ik aen jullie over."
En heel elegant blaast de Hagenaar een kringetje
omhoog.
„Geef mij maor 'n moordknots fan ses spie!" zegt
de facteur. „Wat jij, Jilles?"
„Appie kim!" zegt Jilles en aan ieder, die 't niet
weten mocht, zij medegedeeld, dat met deze onver
taalbare uitdrukking bij ons in 't veldleger de hoogste
graad van voldoening wordt aangeduid.
De zaak zit zoo. Toen de brave Fries uit Tietjerk-
steradeel tot ons kwam, was hij 'n groot liefhebber
van ,,'n pruumke". Z'n verloving met de lieve Mientje
heeft in zooverre 'n veredelenden invloed op hem
gehad, dat we Jilles tegenwoordig nooit meer een
versnapering achter z'n kiezen zien steken. Thans
róókt Jilles en met den ijver van iederen beginner,
paft hij bij voorkeur de dikste „bolknakken", die
in onze cantine te krijgen zijn. Er is echter één be
zwaar: sigaren rooken blijkt aanzienlijk duurder te
zijn dan pruimen.
„Jou moete goed begriepe, van tweeguldenvieren-
veertig beginne jou niet veul," verzucht Jilles. Per
slot van zake is hij nog verloofd óók en dat heeft
allerlei financieele consequenties. Vooral als het
„Fryske Sêlskip" weer eens een tooneelavond geeft
met „efternei dounsje!"
„Jao, de sigaore benne te duur," mijmert Over
stappie. „Je most eigelijk's 'n goedkoop merk op de
kop kenne tikke...."
„Misskien oppe markt," oppert Jilles en dat is
nog niet eens zoo'n gek idee! Jammer dat hij daar
niet eerder aan gedacht heeft.
„Vanaovend gaone we kijke," beslist de facteur.
,,'t Is Donderdag."
U weet, het dorpje, waar de hooge heeren uit Den
Haag ons gelegerd hebben, is nogal afgelegen, véél
attracties biedt het den gemobiliseerden niet. Er is
'n eenzaam cafeetje, waar onze biljarters veelvuldig
slag leveren, er is 'n bioscoopje, waar de filmenthou
siasten twee maal per week voor half geld hun hart
kunnen ophalen en ten slotte is er het knusse visch-
winkeltje, waar Mientje's vader ons steeds gul ont
vangt. Maar dat is dan ook alles. Alleen, eiken Don
derdag is er markt, 'n echte ouderwetsche dorps-
markt. In de middaguren wordt er een levendige
handel gedreven in diverse soorten pluimvee, waarbij
de boeren elkaar met roode koppen kletsend op de
landpalmen plegen te slaan.
De avond is meer in 't bijzonder gewijd aan de
artikelen horloges, scheermesjes en sigaren. Horloges
hebben we in dienst niet noodig, want als 't vijf