*4 Ben lclein kastje met wijzerplaten en knoppen en schalen en kijkers en meters. Zes doodgewone soldaten aan een rekenmachine van 30.000. Do lader van het eerste stuk heeft., als luchtdoelartillerist, den strijd in Spanje meegemaakt en dus ziet de IXde batterij van 7.5 t.l. er anders uit dan al de vele andere gelijke bat terijen, die in Desneeuwde polders en op modderige boerenerven, rond de groote steden, bij de vliegvelden, die sedert 'n half jaar overal in Nederland uit het niet verrezen zijn, hun smalle vuurmonden omhoog steken. Ilier zijn de schuilkelders voor de bemanning tot loopgraven vlak rond de stukken geworden. Spanje heeft geleerd, dat je bij een aanval door een bommenwerpenden luchtjager, die op 200 meter ook nog uit zijn mitrailleurs het vuur op de bediening van de batterij opent, de mannen niet meer uit de schuilkelders krijgt. Is de aanvallende machine eenmaal dicht genoeg bij, dan kunnen de luchtdoelkanonnen niet meer vuren en op het oogenblik, dat er 'n 25 kg- bom valt, kan de bemanning niet anders doen dan dekking zoeken. Maar nauwelijks is de aanvaller na een gierende steekvlucht weer ver genoeg weg, of het kanon komt weer in actie. En dan is iedere seconde, die er met aarzelen of met heen en weer loopen van schuilplaats naar kanon ver loren gaat, dubbel kostbaar. En hier is het: schieten dekking zoeken wachten op de explosie van de afgeworpen bom en als de gesmeerde bliksem weer „Op uw posten stuk klaar driemaal!" Voor de rest is alles hier, zooals bij al de tientallen andere luchtdoelbatterijen. Met de invoering van de electriciteit in het leger is de „muziek" verdwe nen. Er zal bij de honderdtachtig man, die voor één batterij noodig zijn (drie-ploegen-stelsel), misschien een tamboer zijn, maar bij het alarm speelt hij geen rol. In een bescheiden schuurtje, midden tussehen de drie stukken, is de commandopost. Een telefoontoestel, vier, vijf goedkoope schelknopjes. En een krib waarop iederen nacht 'n onderofficier den commandopost bezet houdt. Tot, vroeg in den grijzen ochtend of midden op den dag, de tele foon rinkelt. Een melding van de luchtwacht „Alarm!" En in de drie schuren, waar de dienstdoende bedieningsmanschappen slapen, rinkelt het alarmbelletje, rinkelt en ratelt tot de stukscomman dant door aan 'n touwtje te trekken den commandopost het contrasein geeft. In één minuutbinnen de minuut! zijn de zeven, acht man bij het vuurleidingstoestel, ziet de hoogtemeter uit over het lage polderland met De granaat gaat in 't tem/peertoestel. De linkerman zorgt dat op de wijzerplaat twee wijzertjes tegen over elkaar blijven staan. Eén handdruk van den reehterman en het j/rojeetiel is „getempeerd" Eet eerste projectiel: een brisantgranaat van 7.5 cm. Een granaatje van een paar decimeter; de rest is kardoes. En voor aan de punt de tempeerkop, waar mee de ontploffingstijd wordt ingesteld.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1940 | | pagina 3