„Stuk klaar!" Zeven man op hun postmet alleen zijn rustige boerderijtjes, zijn de drie kanonnen be zet. En dan voltrekt zieb een wonder van organisatie, van techniek en van geoefende bedrijvigheid, die voor den aanvaller, of dit nu een strategische verkenner of een bommenwerper is, niet veel goeds belooft. De moderne oorlogvoering is in de eerste en de laatste plaats een wonder van techniek. In lang ver vlogen jaren was een eskadron cavalerie zoo ongeveer het snelst bewegende doel dat een vuurmond te beschieten had. En met een stuk, dat iedere halve minuut een schot kon doen, dat na ieder schot op nieuw gericht moest worden en waar je met granaat kartetsen op een afstand van misschien nog geen kilometer een voldoende uitwerking had, kwam je een heel eind. Toen kwam de l>enzinemotor, kwamen de tanks en de gevechtswagens, die in die halve minuut zich 500 meter verplaatsten, en het geschut moest sneller vuren, sneller richten. En nu gaat het tegen luchtdoelen, tegen mo derne verkenners met- een snelheid van 8 kin per minuut, en het zuiver richten inoet in seconden gebeuren, en de vuursnelheid inoet zoo groot mogelijk zijn. En zoo is het te begrijpen, waarom in 't jaar 1940 een simpel kanon van 7.5 cm tegen luchtdoelen, met munitie, een paar ton gouds kost en een vuur leidingstoestel 30.000 gulden en de rest navenant. In een hoekje van het met ijzige smeltsneeuw bedekte weitje staat op hooge pooten een metalen kast, een kubus met ribben van y2 meter. De vier zijwanden zijn bedekt met schalen en knoppen en grafieken en vizierkijkers en nog meer knoppen. En zeven man zijn bezig met door kijkers te kijken, aan knoppen te draaien en wijzers tegenover wijzers te plaatsen en binnen in het grijs-ijzeren omhulsel draait een uurwerk, wentelen tandraderen en drie dimensionale camoïdeu; enkel en alleen om drie kanonnen zoo juist mogelijk op het doel gericht te houden. Wat er daarvoor al niet noodig is' Eigenlijk zijn het maar drie factoren: de elevatie, d.i. de helling van het stuk geschut; dan de zijdelingsche richting, en ten slotte de tempee ring van het 'projectiel (de instelling van den tijdsduur, die er verloopt tussclien het oogenblik waarop het schot afgaat en liet moment waarop de biïsantgranaat in de lucht uiteenspringt). Maar. er zijn nog zoo'n paar extra-bijzonderheden waarmee de commandant van een batterij van 7.5 t.l. rekening moet houden. Het vijandelijke vliegtuig is geen kazemat, die stil staat, waarop je kan inschieten. Het doel beweegt zich, horizontaal en verticaal en dus moet de batterij, als de jager op de ganzen jacht: „vóórhou den"het vuurleidingstoestel berekent hoevéél. Er is de afwijking van liet. projectiel naar rechts, als gevolg van de draaiing die het van de trekken in den loop krijgt- Het vuurleidiugstoestel berekent de derivatie voor iederen afstand van het doel. Er is wat de veldartillerist den terreinhoek noemt. Een correctie van de horizontale richting. Het. vuur leidingstoestel berekent de juiste waarde. Schieten op een doel op 5 of 6 km hoogte beteekent rekening houden met de windrichting en windsterkte. Het vuurleidingstoestel Inrekent ook deze correctie. En ten slotte is er de tentpeering. Bij ieder schot is de afstand kanondoel weer anders; bij ieder schot moet het projectiel dus anders getempeerd worden. Het vuurleidingstoestel lit-rekent ook de juiste tempeering rekening houdend zelfs met den tijd, die er verloopt, tus sclien het oogenblik, waar op de kanonnier zijn pro jectiel tempeert en het moment, waarop het de monding van het kanon verlaat. Al dat werk doet één vuurleidingstoestel er is niemand te vinden, die het. voor minder dan f 30.000 doet! Langs centimeterdikke electrische kabels gaan al deze gegevens naar de drie stukken van de batterij. Gegevens, die door middel van een wijzer op drie wijzerplaten aan het stuk aangegeven worden. Drie wijzerplaten: een voor de oog voor de wijzerplaten! elevatie, de hoogterichting van het stuk; een wijzer plaat voor de zijdelingsche richting en een wijzer plaat voor het tem peertoestel. De kracht echter, die noodig is om het stuk een andere helling te geven, om het naar links of rechts te draaien, om aan den kop van iedere granaat den ontploffingstijd in te stellen wordt door de bediening van het stuk zelf geleverd. Op een bankje aan den linkerkant van het stuk zit de „elevatiegever", de man. die door aan een kruk te draaien, twee wijzers op een wijzerplaat tegenover elkaar houdt. De eene wijzer wordt door het vuurleidingstoestel verzet: door het stuk hooger of lager te draaien, houdt de richter den tweeden wijzer tegenover den eersten. Aan den rechterkant van het stuk zit op eenzelfde soort bankje de man voor de zijdelingsche richting, ook met zijn wijzerplaat voor zich, ook met zijn krukhandel, waarmee hij het st.uk heen en weer kan bewegen. En aan den linkerachterkant van 't, stuk is liet tem- peertoestel. Weer een wijzerplaat met twee wijzers; weer een man, die niet anders te doen heeft dan door aan een kleinen slinger te draaien twee wijzers tegen over elkander te houden. En wanneer de lader het projectiel met den kop. waarin de tijdbuis zit. naar beneden in het tempeertoestel heeft gestoken, heeft hij niet anders te doen dan door een handel om te draaien zijn brisantgranaat zoo te tempeeren, als door het vüurleidingstoestel wordt aangegeven. Zeven, acht, tien mail bij ieder stuk. Met al hun aandacht, voor de wijzerplaten, voor de projec tielen. Hoog in de grijze lucht is de vijandelijke bonunen- Tussehen vreedzame boerderijen en hooibergen steekt de loop va n een luehtafweerkanoH ran 7.5 cm omhoog. Eén van een batterii tan drie stukkeu werper te onderscheideneen beschermende jacht,- kruiser komt snel dalend op de batterij af. Maar de man aan het stuk mag niet naar boven kijkenmag niet, wanneer 't schot tekort valthet grijze wolkje, dat de plaats van de uiteenspringende granaat aan wijst, jicht er de machine opdoemteigenmachtig een tikje meer elevatie geven, den tempeeringstijd een twintigste seconde verstellen. Dertigduizend gulden werken en rekenen en corrigeeren voor hem. En wan neer hij maar zorgt, dat zijn mechanische wijzer pre cies recht, tegenover den electrischen wijzer staat, en niet een millimeter er naast omdat 1/10 seconde verschil in tempeeringstijd oorzaak is. dat het projec tiel veertig meter achter de vreemde machine ont ploft dan heeft de man bij het stuk zijn plicht gedaan. In nog geen tien seconden heeft het zonderlinge vuurleidingstoestel zijn berekeningen en correcties gemaakt. De stukken zijn klaar. En dan het doel is nog op 5100 meter komt het eerste commando door de telefoon„Driemaal!" En tegelijk klinken drie scherpe knallen, de eerste gelijktijdige schoten uit drie vuurmonden. Twee seconden later het tweede schot uit het eerste stuk; een fractie van een seconde daarna het, tweede schot uit stuk drie. Dan stuk twee. En voor de derde maal zendt ieder van de stukken een brisantgranaat van 7.5 cm de lucht in. Achthonderdduizend gulden hebben hun werk gedaan binnen twee minuten. De bommenwerper heeft het lioogerop gezocht is uit de gevaarlijke sfeer van grijze explosiewolkjes gevlucht. Maar de jaclitkruiser steekt plotseling omlaag in een duikvlucht met 600 km tempo binnen een halve minuut van 3000 meter tot boven de batterij. De bediening van de stukken heeft dekking gezocht. Maar vlak naast het derde stuk staan twee luchtdoel- mitrailleurs. De majoor heeft als een Romeinsch caesar met zijn wijsvinger omlaag gewezen. En als de stekende jager nog op 1000 meter is, ratelt- en spettert het vanachter de zandzakken drie, vier, vijf seconden. En dan knettert het uit de lucht uit vier machinegeweren tegelijk op tweehonderd meter heeft de jager het vuur geopend de machine steekt een gieren van twee motoren een helsch lawaai mitrailleurvuur van den grond ïuitrail- leurvuur uit de lucht en daartusscheu het in twee drie seconden tot een loeiend huilen aanzwellend mo torgeluid. Scherpe steekvlammen uit de verdedigende mitrailleurs 'n vurige slang spuit uit den neus van den jager, die met lichtspoormunitie schiet.drie seconden later is er een doodscbe stilte en geen viif tellen daarna spreekt alweer het eerste kanon. G. H. K.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1940 | | pagina 4