I Wellner Wello verschillend, alle gelijk! HET MIDDEL VOOR 'N IDEALE TEINT. ^"~™?b?u!lie'yan YELOUTY 13 „Er.uit. springen," stelde hij toonloos voor. „Je nek breken," knikte don Miguel bemoedigend. Palacio schraapte zijn keel en ging schor voort: „Heb het.... al eerder gedaanvannacht, na een paar uur. minder snelheid. Daar. is een heuvel. en een bocht. Daar. kan het. „Doen amigo zullen we dat doen?" vroeg don Miguel bijna jui chend. „G.oed dan," knikte Steven. „Jij, Palacio, jij moet ons waar schuwen. Je bent een vriend, een waar vriend, een edel mensch; te weinigen zijn er als jij, Palacio. En wij zullen den goeden Hiller wekken, want hij mag eerst dien soldaat neerslaan en dan. „Stil daar!" snauwde de bewaker. „Waar praten jullie over?" „Over de schoonheid van den nacht en de sterren, senor." „Houd je wat koest." De trein daverde verder naar het westen. In den wagon bungelde 'n petro leumlamp, en buiten was niets meer te zien dan een zwarte, leegte. De meesten waren nu in slaap gevallen, snurkend, sommigen hardop droomend. Er hing een afschuwelijke lucht, waar zich het droge stroostof nog in mengde - en weer voelde Steven de weeë misselijk heid, die even door den wijn verdreven was, opkomenhet was hem of zijn keel, zijn borst, zijn heele lichaam door reuzenhanden gegrepen en ineengedrukt werden. „Ik zie zweet op je voorhoofd, senor Steven," fluisterde don Miguel. „Ik houd het niet uit. ik kan het niet verdragen, ik.... ik...." Miguel knikte. „Ik wist het wel, jongeman, ik zag het wel: je wilt onver schillig lijken, maar je zult me dankbaar zijn dat, ik je help ontsnappen Er verstreek een uur, nog een uur Steven leunde tegen den vuilen houten wand naast den slapenden Hiller en voelde hoe iedere bonk van de wielen door zijn uitgeputte lichaam dreunde. Zoo scheen het een martelende eeuwig heid te duren, tot eindelijk de wielen langzamer begonnen te ratelen en er iets tusschen de wagens ging knarsen. „Hier hier" mompelde Palacio. „Straks in de bochtmeteen er uit. Miguel stootte Hiller aan en fluister de hem iets toe. De Duitscher gromde, geeuwde, en stond onverschillig op. „Wat is er?" snauwde de soldaat. „Ik wilde nog wat sigaretten," brab belde Hiller, terwijl hij, tusschen de slapende lijven door, naar hem toe kroop. „Ik heb hier nog iets. Steeds langzamer ging nu de trein Palacio begon al, voorzichtig, in de richting van de deur te schuiven Steven en don Miguel volgden lang zaam. „Het is niet veel bijzonders," teemde Hiller, „maar twee sigaretten kun je er wel voor geven...." „Wat is het dan?" Als antwoord strekte Hiller zijn vuist naar voren. De soldaat boog zich voor over om te zien wat hij tusschen zijn vingers hield, en in dat moment sloeg Hiller's andere hand hem met volle kracht in den nek. De man zonk zonder een kik te geven voorover op zijn knieën en bleef stil tusschen de slapers liggen. „Goed zoo 1" juichte don Miguel. „Bravo, bravo!" Intusschen stond Palacio wankelend op in de deuropening. Zijn scliaarsche grauwe haren fladderden in den nacht wind en over zijn dor gezicht gleed weer een grijns toen stak hij zijn eene been vooruit en liet zich, zonder iets te zeggen. naar buiten in de duisternis vallen. Hiller volgde hem onmiddellijk, maar hij deed het wat handiger en zocht eerst de treeplank; het gaf een duidelijk hoor baren smak toen hij, daar in het ondoor dringbare donker, den grond raakte. Ook don Miguel ging op de treeplank staan - hij stak zijn eene been uit, aar zelde, en trok het weer terug. „Hij.... hij rijdt weer harder," zei hij schor. „Het kan niet meer...." Steven wierp nog een blik achter zich, op de kleerenbundels, de misvormde lichamen, de grauwe gezichten, vaak in den slaap vertrokken tot een star grijn zend masker - toen steeg als een woede de zekerheid in hem op, dat hij hier niet wilde blijven, dat hij wég wilde en hij gaf den angstig trillenden don Miguel een ruwen zet, die hem zijn houvast deed verliezen. De Spanjaard gilde en tuimelde slap van de treeplank af Steven volgde hem. zonder te kijken, zonder te denken, en stortte zich in het wilde weg naar buiten. In een flits zag hij, ver naar voren, de vlammenblazende locomotief, de donkere silhouet van de lange rij veewagens toen suisde de grond op hem toe, een klap een schok en alles werd donker. Palacio was plat op zijn gezicht ge vallen en had twee van zijn vier tanden verlorenzijn neus bloedde nog uren later, en ook was zijn lip opengescheurd. Steven, die 'n half uur bewusteloos was blijven liggen, had een groote buil op zijn hoofd, maar de beide anderen waren er merkwaardig goed afgekomen. Toen zij elkaar door roepen in het donker terug hadden gevonden, bleven zij eerst stil tegen de helling van den spoordijk liggen om op het aanbreken van den dag te wachten. Zoo sliepen zij de een na den ander in, zelfs Steven. Zij werden door de hitte gewekt. Het moest toen al laat in den ochtend zijnde zon stond hoog in den hemel en er was geen dauw meer te bespeuren. Vóór hen strekte zich. zoover zij konden zien, golvend pampa-land uit; gelig, verbrand gras, met hier en daar wat armzalig struikgewas en een enkelen boom, wiens lente-groen nu al begon te verdorren. „Wat nu?" vroeg Hiller. „Langs de spoorbaan loopen." meen de Miguel, „terug." „Vijf dagenals je steeds loopt. murmelde Palacio. „Komen we langs een dorp?" „Morgen." „Daar stelen we dan wel iets," zei Hiller. Toen begonnen zij lmn marseh over de dwarsliggers; Miguel voorop, dan de Duitscher, daarna Steven, en achteraan wankelde Palacio. De zon brandde. Hun magen waren leeg, hun lichamen ziek van ver moeidheid. De spoorlijn liep recht, kaarsrecht door, tot aan den horizon; de dwarsliggers strekten zich onafzien baar en regelmatig voor hen uit en dwongen hen tot vermoeiende, korte pasjes. Maar naast de rails, waar de bodem stoffig en los en oneffen was, was het loopen nog moeilijker. Het land schap bleef hetzelfde; ook na een uur en twee uur zagen zij nog niets anders dan gladde lage heuvels, geel gras, struiken, een enkelen boom. „Ik kan niet meer," zuchtte Miguel soms. „Ik ben in den oorlog, geweest," zei Hiller. „Wat zou dat?" „Dat is niets bijzonders." Zij rustten een beetje in de schaduw van een struik en strompelden weer ver der praten deden zij niet meer. De Vervolg op bladz. 18 !°epas!'ng zult li hei ver<-9e„ >u Eindelijk gevonden rimpel5 al^meene oorzaak «fonx7gaend! ff "olm^kt Zend ons 25 ets. aan postzegels en U ontvangt een etui met 3 tuben van de 3 voornaamste kleuren. 6 Modekleuren: blanche, naturelle, ivoire, ocre, pêche, soleil-doré. Imp. v. Ned.: N.V. v. d. Laaken's Handel Mij., A'dam, Leidschekade 98, Tel. 36372 In Wellner Wello tafelgerei bestaan talrijke niooie modellen. Maar hierin zijn alle modellen gelijk: ze zijn van een onverslijtbaar-hard materiaal.dat dóór en dóór lekvrij is. Volkomen bestand tegen alle zuren en zouten. Zonder onderhoud altijd prachtig glanzend en smetteloos blank! Vraagt in de goede zaken de gunstige Wellner Wello-prijzen. WELL NE R-ZIL VER FABRIEKEN N.V. - AMSTERDAM

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1940 | | pagina 13