«■■li
r
In iedere wasmachine
uitsluitend RINSO
mmmmm
VERLOREN MENSCHEN
WAT HE/V IK AL EEN HAAS,
mAR ik drinkt ook iedere dag
Tomatensap
30
Een iff fair i kanteAh";De Bet owe Tie I MV.
MET mee WASSEN
wr^^WASMACH!->
/heeft CEEN SCHULD, ANN IEh
MAABJeMOCl'00'^
WA6 NET 70 WIT AIS JE
MAAR IMUX.
ZIJ HAD ABSOLUUT CEUJK-HET
OVERVETTE'RINSO-SOP IS HET CS HE!M
VAN EEN PRACHTIG WITTE WAS. IK
NEEM NOOIT IETS ANDERS MEER
Vervolg van bladz. 18
Dc beste wasmachine in de wereld kan U geen goed resultaat geven, als
U er niet de juiste zeep in gebruikt. Hoe komt het, dat Rinso door tal
loze vrouwen wordt aanbevolen? Rinso is „overvet'* en heeft daardoor
een groot reinigend vermogen, waardoor alle vuil uit het goed wordt
verdreven. Rinso maakt wit goed schitterend wit en gekleurd goed fris en
helder het geeft U altijd een prachtig schone was. Denk er om Uw was
machine heeft recht
op de beste zeep, die
er bestaat Rinso.
Onveranderde, niet verhoogde prijs
slechts 127 2 ct per groot pak
R 97 - 011.1
schoone kleereneen groote schoon
maak. 'n reiniging, na al dat vuil, waar
ik door lieb moeten baggeren. Hij
vergat den Tijd, hij vergat te denken, hij
vergat zichzelf en zong.
,,Maar, senor Steven," zei iemand op
het droge, met een stem die trilde van
afgrijzen, „senor zingen en weet u,
hoe ongezond het is om in het water
te zitten! Slecht voor het hart, senor...."
Don Miguel stónd op den kant toe te
zien met onverholen misprijzen op zijn
geel gezicht. Hij scheen zich geheel
hersteld te hebben en was zwierig ge
kleed in een oud, maar schoon peone-
costuum.
„Kom er uit en kleed je aan, als ik en
je gezondheid je lief zijn," zei hij
„en geprezen zij Jorge Palacio, die
flauwviel en ons er toe bracht hierheen
te gaan!"
Steven kleedde zich aan en ging met
hem mee naar het hoofdgebouw van de
estancia, waar het meisje hun een uit-
gebreiden maaltijd voorzette. Miguel nam
ter eere van haar en het eten zijn pas-
gekregen hoed af, en vond, ondanks het
feit dat hij at als een uitgehongerd dier,
nog ruim gelegenheid tot spreken. Het
meisje antwoordde hem zoo nu en dan,
maar Steven liet den woordenvloed langs
zich heengaan en verstond het zélfs
niet hij at en keek naar het meisje en
Hij voelde zich wonderlijkbijna
gelukkig.
De eerste dagen verstreken voor Ste
ven in een soort roes van slapen, eten,
baden in de beek en kijken naar het
meisje, en liet duurde lang voordat het
tot hem doordrong, dat hij hier de gast
was van senor Alejandro Macheno en
dat er ééns een einde aan dien toestand
moest komen. Senor Alejandro en zijn
dochter waren overigens gastvrij genoeg;
de oude man informeerde dagelijks naar
de gezondheid van zijn gasten. Ilva. het
meisje, zette hun het heste voor dat zij
kon vinden, en zij stelde geen lastige
vragen. Don Miguel Alegre Bastane y
Vivanco begon al spoedig in zijn uiter
lijk een tevreden welvarendheid te ver-
toonen, en zelfs het gezicht van Palacio,
die nog altijd in bed lag, werd mensche-
lijk. Maar na twee of drie dagen zei
Steven: „Senor ik ben u zeer dank
baar, maar. maar ik zou u graag uw
weldaden vergoeden. Ik ben een arme
drommel; geld kan ik u niet aanbieden,
maar als ik iets voor u zou kunnen
doen
De oude Alejandro glimlachte. „Het
was me niet om geld begonnen, vriend;
het is voor mijn dochter en mij genoeg
belooning om te zien, hoe jullie opge
knapt zijn. Maar jullie kunt me wel een
groot plezier doen door een poosje hier te
blijven
„Si, si, don Alejandro!" juichte
Miguel, die al afkeurend had gekeken,
toen Steven over vergoeding ging pra
ten; „maar natuurlijk, wij blijven zoo
lang als u wenscht. Nietwaar,Palacio!"
Palacio knikte grijnzend.
„Mooi zoo," zei Alejandro. „Ik kom
namelijk werkkrachten tekort."
„Werk...." stotterde Don Miguel.
„Kracht...." murmelde Palacio.
Maar Steven knikte. „Graag," zei hij.
Van dien dag af ging Steven aan het
werk en don Miguel keek toe, hoe hij 't
deed, om het óók te leeren, zooals hij
zei. Voor Steven was het werken een ver
ademing hij dacht niet veel in dien
tijd. niet over zichzelf en zijn problemen
•it niet over andere dingenmaar hij had
iiet gevoel dat dit werken een logische
voortzetting was van het baden in de
beek, het dragen van schoone kleeren en
voldoende eten. Het was hem een genot
zijn spieren te gebruiken en nuttige
dingen te doen, en hij sjouwde en ploe
terde den heelen dag tusschen de koeien
en in de schuren, alsof zijn leven er van
afhing. Hij zong weer.
En hij nam alleen even rust, wanneer
hij Ilva naderbij zag komendan maakte
hij ook wel eens een praatje met haar
dan zei hij, dat 't een mooie hoeve was,
of dat het prettig was om te werken,
of dat zij er goed uitzag en zoo vriende
lijk was voor de arme zwervers.
En hij keek haar na als zij weer wegging.
's Avonds ging hij nog eens rond, het
erf over, de stallen langsdan keek hij of
de paarden goed stonden en of de werk
tuigen behoorlijk waren opgeborgen, en
vaak staarde hij over de donkere, wijde
pampa, waar soms traag de zwarte
schaduw van een van de koeien zich
bewoog. Zoo nu en dan deed de oude
Alejandro deze ronde met hem mee;
dan spraken zij samen over het werk,
dat er den volgenden dag gedaan moest
worden, over 't werk, dat dien dag ge
daan was, over de koeien of over het
weer.
„Zie je," zei Alejandro eens, „jij
hebt er kijk op, al heb je dit werk nooit
gedaan; nog een paar maanden en je
bent boer, zoo goed als ik."
Hij knikte en beet op zijn pijp, maar
Steven zweeg.
Andere keeren, als de oude man
's avonds te moe was, liep het meisje
met Steven mee; ook dan praatten zij
over koeien en werk, maar er was een
warmere klank in hun stemmen, alsof
zij in werkelijkheid ook nog over andere
dingen spraken.
„We moesten eigenlijk eens een nieuw
dak op den paardenstal timmeren," vond
Steven. „Als ik Miguel en Palacio maar
zoover kon krijgen
„Ik ben blij dat je hier gekomen
bent," zei Ilva zacht. „Waar. waar
komen jullie eigenlijk vandaan?"
„Uit een trein, die de bedelaars naar
het binnenland bracht," antwoordde hij
bitter.
„Gelukkig, dat die trein hier langs
reed."
Hij bleef staan, om haar scherp aan
te zien, en haar donkere oogen beant
woordden zijn langen blik. Het was,
alsof zij hem met haar oogen iets wilde
zeggen of vragen, maar hij wilde niet
weten wat het was hij draaide zich
met een ruk om en liep langzaam terug
naar het huis. Zij glimlachte terwijl
zij hem nakeek.
Maar bij het huis werd hij opgewacht
door don Miguel. Don Miguel begon
dik te worden en er kwam zelfs een an
dere kleur dan het citroengeel op zijn
gezicht; hij knikte Steven vriendelijk-
bemoedigend toe en zei vaderlijk„Wel,
wel, amigo, het is mij een voorrecht er
op mijn ouden dag nog getuige van te
mogen zijn, hoe de liefde ontbrandt
in jonge harten.
„Hè? Wat!" vroeg Steven verschrikt.
„Hoe schóón is de liefde," ging don
Miguel Alegre zangerig voort„ziet, hoe
zij gaat van oog tot oog en.
„Houd je mond!" snauwde Steven.
„Zeker, amigo; het is jouw zaak. Ver
geef mij dat ik mij er in mengde. Zeker
zou ik discreet gezwegen hebben als ik
niet óók een zeker persoonlijk belang
bij het geval had. Duizend excuses,
mijn goede vriend, duizend en meer."
Steven stak zijn handen in zijn zak
ken en liep langzaam naar den gelen
don toe. „En," vroeg hij kalm, „wat
is jouw belang, hè?"