VOOR HOED, BELEID E\ TROUW IHet jubileum van de Militaire Willemsorde j „Het is je plicht, en dien doe je, /ondei' meer!" Koning Willem i, die de Militaire Willemsorde 125 jaar geleden instelde. Tiendaagschen Veldtocht. Hier moet met eere ge noemd worden de luitenant ter zee 2de klasse, Jan 0. J. van Speyk, die op den 5den Februari 1831 den heldendood hij Antwerpen stierf; ook hij was ridder der M.W.O. Richten we onzen blik naar Indië, dan zien we, hoe voor hun optreden, vooral vaak op Atjeh, officieren en minderen deze orde werd toegekend. In 1875 viel hij ten deel aan wijlen generaal C. J. Snijders, en aan den len luitenant J. B. van Heutsz (eeresabel 1875), den grooten pacifiator van den Archipel. Aan deze twee namen mag aanstonds wor den toegevoegd die van den eenigen, thans nog in leven zijnden oud-militair, die ridder 2e klasse (commandeur) is, Z.Exc. luitenant-generaal der infanterie K.N.I.L., H. N. A. Swart, adjudant i.b.d. van H.M. de Koningin, oud-vice-president van den Raad van Ned. Indië. Voorts als ridder 3e klasse de Minister van Staat, Z.Exc. Dr. H. Colijn, majoor tit. b.d. der infanterie K.N.I.L., wegens zijn optreden op Lombok, 18 November 1894. In totaal zijn in de afgeloopen 125 jaren toege diend Zevenenveertig maal het grootkruis, waarvan tien maal aan Nederlandsche officieren en voor de rest aan buitenlandsche vorsten en buitenlandsche veld maarschalken Tachtig commandeurs werden benoemd, 387 rid ders 3e klasse, 5360 ridders 4e klasse. Bovendien nog drie vaandels. De versierselen De Militaire Willemsorde kent vier rangengroot kruis, commandeur, ridder 3e klasse en ridder 4e klasse. Het versiersel bestaat uit (art. 6 der wet): een wit- geëmailleerd kruis, met acht gouden geparelde pun ten. Op de armen van het kruis de woorden: Voor Moed, Beleid en Trouw. Over het witte kruis ligt het Bourgondische kruis, bestaande uit groene laurier- stokken, saamverbonden door den gouden vuurslag, op de tegenzijde vervangen door een blauw geëmail leerd medaillon, waarop, in het midden van een laurierkrans W, alles gedekt door 'n gouden konink lijke kroon, die van de 4e klasse door een zilvenen. Het lint is oranje, met twee smalle donkerblauwe strepen Voor de Ridders beneden den rang van officier is een riddersoldij aan de orde verbonden, welke bedraagt: f120 voor een soldaat, f200 voor een sergeant, f 270 voor een sergeant-majoor en f 325 voor een adjudant-onderofficier. 2). De heer .8, Kruyning, ridder der Militaire Willemsorde de klasse, verhaalt in dit artikel hoe hij de onderscheiding verdiende. zijn, om door schitterende be drijven in het verwerven van zoodanige eervolle onderschei dingsteekenen te kunnen deelen. en dat Onze verheffing tot den Nederlandsclien Troon eene ge schikte gelegenheid is, om voor Ons krijgsvolk te water en te lande eene zoodanige eervolle militaire Orde in te stellen; Zoo is het, dat Wij. den Raad van State gehoord en met ge meen overleg van de Staten Generaal, goedgevonden hebben te bepalen en te statuëren, gelijk Wij bepalen en statuëren bij deze Artikel 1 Er wordt ingesteld eene Orde, strekkende tot belooning van uit stekende daden van moed, beleid en trouw, bedreven door diegenen, welke, zoo ter zee als te lande, in welke betrekking ook, en zonder onderscheid van stand of rang, ons en het Vaderland dienen. I)eze Orde zal echter in bijzon dere gevallen ook kunnen worden gegeven aan vreemde militairen, niet in Nederlandsche dienst zijn de. 1). Artikel 2. De Orde zal den naam dragen van de Militaire Willems-Orde. Voor Moed, Beleid en Trouw. Drie factoren, die noodig zijn om deze orde te verwerven. Voor de eerste maal werden deze eere- teekenen uitgereikt, ruim een maand na den 18den Juni, den slag bij Waterloo, m.a.w. precies drie maanden, nadat zij was ingesteld, op 30 Juli 1815! Aan den „held van Waterloo", den Prins van Oranje onzen lateren koning Willem 11 werd het Grootkruis uitgereikt. En hij was het, die, met zijn gewonden arm in een doek, op Franschen bodem, de eerste kruisen op de borst van tachtig mannen speldde, die de eer van het vader land in dezen krijgstocht tegen Napoleon hadden hooggehouden. Het grootkruis werd mede uitge reikt aan Prins Frederik der Neder landen en aan de generaals der Infanterie L. graaf van Limburg Stirum en 1). H. baron Ghassé, alsmede aan den luitenant-generaal C. R. T. baron Krayenhoff. Het zal ook geenszins verwondering behoeven, dat deze hooge onder scheiding te beurt viel aan Z.H. den veldmaarschalk prins Blüeher von Wahlstadt, den grooten man van Waterloo. Het is niet doenlijk, alle wapen feiten te vermelden, waarbij de orde uitgereikt werd. Het ligt ech ter voor de hand. dat vooral in Indië meermalen tot het verleenen mocht worden overgegaan. Alvo rens hierover evenwel nadere bi- zonderheden te vermelden zij eerst nog herinnerd aan de jaren van den Belgischen opstand en den feen dertigsten April zal het 125 jaar geleden zijn, dat koning Willem I de Militaire Willemsorde instelde. De M.W.O. was in ons land de eerste orde, welke werd ingevoerd, zulks op voorstel van den toenma- ligen minister van Oorlog, generaal Janssens. Een aantal jaren vroeger had men de medaille van Doggers- bank als herinnering aan den zee slag van den 5den Augustus 1781 gekend, doch verder waren slechts onderscheidingen in den vorm van eere egefis of gouden ketenen be kend. Waarom werd de Militaire Willemsorde ingesteld? Hierop geven de considerans en artikel 1 van deze wet het antwoord „Alzoo Wij in overweging heb ben genomen, dat het toeleggen van vereerende belooningen aan, en het dragen der daartoe be- lioorende teekenen of decoratiën, door diegenen, welke zich van de pligten, aan de krijgsdienst te water en te lande verbonden, door uitstekende daden van moed, - beleid en trouw hebben gek we- Een afbeelding van het ridder tenbijzonder geschikt is tot kruis 4e Jdasse der Militaire opwakkering en aankweeking Willemsorde. dier krijgshaftige deugden, en dat ook uit dien hoofde bij meest alle Euro- peesehe Mogendheden militaire orden van ver diensten zijn ingesteld; dat het bovenal voor den militairen stand vereerend is en tot een prikkel tot het verrigten van groote daden kan verstrek ken, wanneer elk en een ieder van dien stand, van den hoogsten tot den laagsten in rang, in het geval

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1940 | | pagina 6