i^Au.3 r^ii^r'i
r m
m mm
m
m
K VAN HAN BEUKER
jt-A Jt,
1 ij. i I k n j j .ia
M
V
Schijnteen ba ra dus, Icfs Ce n ie. va. -C. n te. -CD ie /en-te zon doelJe zoo <7 oecl/e voeiVeen
-=7
ftrïe pel 7n fe è/oed$atvs de-(en te. jX>al /s de -Cen ie.. 7e doet'het nie/.voor/e jhlfoen/faartt'Oi
je loaf qeZs qaan doen is de Cen-le. f dj) al Ks_ de -C,en- te f
ALS IN 'T VOORJAAR DE AGENTEN
OP EEN HOEK TE LOEREN STAAN,
OF ER DROOMERS IN DE LENTE
ZONDER PLAATJE FIETSEN GAAN,
ALS JE IN JE LEDEMATEN
PERMANENTE LOOMHEID SPEURT
EN 'T OP PLEINEN EN IN STRATEN
ZOO NAAR HYACINTEN GEURT.
REFREIN:
DAN ZIT DE LENTE IN DE LUCHT
EN GAAT DE WINTER OP DE VLUCHT,
'T IS LENTE 'T IS LENTE.
DAN ONTDOOIEN SNEEUW EN IJS,
DE WERELD LIJKT EEN PARADIJS,
*T IS LENTE 'T IS LENTE.
AL IS DE WERELD HAAST BANKROET,
TOCH DOET DIE LENTEZON JE GOED,
'T IS LENTE 'T IS LENTE.
ELK MAG GENIETEN VAN DE ZON,
ZELFS ZONDER DISTRIBUTIEBON,
HET IS WEER LENTE HET IS WEER LENTE.
IN DE LENTE, ALS HET REGENT,
GA JE NAAR DE BIOSCOOP,
WAT HET WERELDNIEUWS TE ZIEN GEEFT,
GEEFT JE ANDERS NIET VEEL HOOP.
UITVERKOOP VAN MENSCHENLEVENS
BIJ EEN STRALEND LENTEWEER
EN OP EENS BEGRIJP JE 'T LEVEN
EN DIE LENTEZON NIET MEER.
REFREIN:
IS DAT DE LEEUW'RIK DIE ZOO ZUCHT
WEER ZIT DE LENTE IN DE LUCHT,
'T IS LENTE 'T IS LENTE.
ACH, WANNEER WORDT DIE WERELD WIJS?
Z' IS NOG LANG GEEN PARADIJS,
'T IS LENTE 'T IS LENTE.
DE MENSCH KIJKT VRAGEND NAAR DE ZON,
DENKT AAN ZOOVEEL DAT ANDERS KON,
'T IS LENTE 'T IS LENTE.
MAAR ACH, ZOO'N STEMMING GAAT VOORBIJ
DE KOEKOEK ROEPT ALS STEEDS'T IS MEI
HET IS WEER LENTE HET IS WEER LENTE.
SLOTREFREIN:
TOCH ZIT DIE LENTE IN DE LUCHT
EN GAAT DE WINTER OP DE VLUCHT,
'T IS LENTE 'T IS LENTE
EN DAN ONTDOOIEN SNEEUW EN IJS
DE WERELD LIJKT EEN PARADIJS,
•T IS LENTE 'T IS LENTE.
hJADRUK VE^BODeC
AL IS DE WERELD HAAST BANKROET,
TOCH DOET DIE LENTEZON JE GOED,
'T IS LENTE 'T IS LENTE.
KOOPT MENSCHEN, KOOPT WEER „NIEUWE HOOP",
DE ZON HOUDT „VOORJAARSUITVERKOOP",
HET IS WEER LENTE TOCH IS HET WEER LENTE.
COPYf?/<3WT f PAa/OKAMA,
'JövM?' léiV-rj
