behoeven slechts met een laagje aarde van 2 k 3 maal
hun dikte; te worden bedekt en de meeste bloem
zaden zijn niet grof. Deze veurtjes kunnen door den
geheelen tuin getrokken worden, overal waar nu pas
gespit is en we zaaien dan zooveel mogelijk soorten,
van alles een beetje. Op de zaaibedjes en tussehen
de planten van den tuin komt later het zaad op en we
kunnen het gemakkelijk schoonhouden, en later
uitdunnen en verplanten. Weet u ook, dat ik u moet
raden, niet zuinig te zijn bij het aanschaffen van
zaad'? 1' moet prima zaad hebben, soort- en
kleurecht, kiemkrachtig en dat is alleen bij een zeer
soliede firma te krijgen. Wat we verder doen, toont
foto 5: met den bovenkant van de hand wordt het
zaad met den grond in aanraking gebracht, het reeds
aangegeven beetje aarde komt erop en de veurtjes
gaan weer dicht. Denkt u niet, dat ze lager liggen
dan de rest van den grond? Zeker, dat is juist, maar
het hindert niet, het is zelfs wel goed. We moeten
n.l. ook nog om het besproeien van het zaad denken,
wat voorgedaan wordt op de 6e en 7e foto; dus met
een fijne broes, b.v. uit een hier gebezigde bloerr.en-
spuit. Dus niet met den groven straal uit 'n tuin
slang. Ook als het regent, loopt het water naar de
veurtjes toe, het is juist de bedoeling.
En liet resultaat Kan schitterend zijn. Maar u moet
weten welk zaad u bestelt! Ik zou wel willen, dat ik
een heel nummer van Panorama" met dit onderwerp
mocht vullen. Wat zou ik u een mooie bloemen kun
nen noemen. Ik doe slechts 'n zeer kleinen greep uit
populaire éénjarige zaaiplanten. Sterk, zijn b.v.
goudsbloemen, slaapmutsjes, de heerlijk riekende
en klimmende lathyrus, Oost-Indische kers en
papavertjes. Wie een drogen tuingrond heeft, kan
margrieten, Kosmos, Gaillardia, zonnebloemen,
Afrikaantjes of dagbloemen nemen.- Voorts zijn er
liooge, middelhooge en lage, vroeg- en laatbloeiende,
voor zon en schaduw, voor snijbloemen en voor blij
vende sierwaarde in den tuin, voor iedere grondsoort,
l'w leverancier helpt u wel verder op weg.
De niet-tuinbezitters hebben vast al gewatertand,
toen zij deze regels lazen. Maar ook zij kunnen met
eenvoudige middelen zelf kamerplanten uit zaad
epkweeken en dezelfde methode, reeds beschreven,
binnenshuis in toepassing brengen. De 8e foto toont
u de verschillende ingrediënten, die daarbij noodig
zijn. Alleen ontbreekt een kistje, dat u later wel
ontmoet, en 'n pakje zaad. In den pot. dien u ziet
staan, of in 'n kistje, kan gezaaid worden en u neemt
daarvoor een mengsel van: 2 deelen fijn gezeefde
bladaarde (de dame op de foto staat achter een
hoopje bladaarde en is aan het zeven, de stokjes en
steentjes blijven in de zeef achter), 1 deel fijne molm
(rechterhoopje, de klontjes daarin moeten nog wor
den fijngemaakt) en 1 deel scherp zand (in den pot).
De grond wordt gelijk gemaakt en liet. is weer een
zeer eenvoudig hulpmiddel (een lucifersdoosje) dat
op de 9e foto wordt gebezigd om den grond gelijk
te maken en aan te drukken. Een gedeelte is al klaar.
Vanzelfsprekend volgt nu het zaaien, wat op de
foto 10 te zien is. Het zand tussehen duim en wijs
vinger en zoo gelijkmatig mogelijk uitstrooien is het
parool. Een beetje durf is erbij noodig, hoor! Wie nu
niet precies weet, hoe het moet, rekent maar op vijf
zaadjes per cm2. Er komen er dan 2 k 3 op, ze staan
dan nog dik genoeg. Later worden ze toch overgezet.
Het lucifersdoosje wordt ten tweede male gebezigd
om het zaad aan te drukken en met de aarde in aan
raking te brengen, waarna weer het traditioneele
2 a 3 maal zaaddikke laagje aarde er op komt. En
weer het spuiten, wat u op de 11e foto wordt voor
gedaan. Ziet u wel die fijne druppeltjes op de zaadjes
komen? Zoo'n hloemenspuit is t och maar een hand ie
instrument, die moet u maar eens op uw verlanglijstje
zetten! Van ons kistje maken we een „warm bakje'
door het leggen van een glasplaat (foto 12), waarbij
het lucifersdoosje voorgoed uit de keuken verdwijnt,
want het doet dienst om het glas te laten afloopen
naar één zijde. Zoodoende wordt er geregeld gelucht
en het condensatiewater kan niet in groote druppels
de zaadjes wegspoelen.
Ik kan u niet meer vertellen van het drie keer ver
spenen, dat later volgt. Wel moet u weten, dat we
keus hebben uit Begonia semperflorens, Exacum
affine met lila bloempjes, een plantje, dat meer en
meer haar weg vindt, ook in de bloemenwinkels,
Gloxinia, Impatiens (Balsamien, of Vlijtig Liesje)
en Torenia Fournieri met lieve blauwe bloemetjes,
die wat aan viooltjes doen denken. Dus veel minder
dan bij buitenplanten. Er zijn er nog meer, ik noemde
u de gemakkelijkste.
En nu, iedere liefhebster en liefhebber aan deu
slag! G. P. BRONKHORST.