mesjes
OVOM/ÏLTi:
GOEDE FUNDAMENTEN
Wanneer houdt dat gesukkel eens op?
ARNHEM
stonden, hetgeen nogal vreemd was,
omdat gewoonlijk wordt aangenomen
dat alleen menschen met blanke gezich
ten er zulke gevoelens op na houden.
In zijn brief aan Rosemary stak hij er
dien avond den draak mee.
„Er is een Chineesche dame bij me
komen wonen, lieveling, maar er is geen
reden voor je om jaloersch te zijn. 't Is
haar gebeente maar in een steenen
urn in den tuin. Misschien brengt ze me
wel geluk aan!"
Haar moeder, die den brief over haar
schouder meelas, lachte schamper.
„Ik begrijp werkelijk niet wat je in
dien sentimenteelen dwaas ziet," zei
ze hatelijk. „Vooruitzichten heeft ie
niet en in behoorlijke kringen wordt, ie
niet ontvangen. Dat moest je toch genoeg
zeggen! Je zult nog eens spijt hebben
van je bevlieging neem 'n wijzen raad
van mij aan en trouw met sir Tommy
Coles, voordat een ander met hem gaat
strijken."
Haar vermaningen schenen voor doo-
vemansooren gesproken te zijn en met
eenige stekelige opmerkingen over de
ondankbaarheid der moderne jeugd
maakte mevrouw Stetson een einde aan
het gesprek.
De zomer brak aan met zijn hitte en
moeraskoortsen. Rosemary trok met
haar ouders naar Wei-hai-wei. In zijn
verbeelding zag Tim haar omringd door
jonge marineofficieren in smetteloos-
witte uniformen met gouden epauletten
en door sir Tommy Coles, met zijn
jacht, zijn automobielen en zijn bank
saldo. Sir Tommy Coles pronkte boven
aan de lijst van mevrouw Stetson.
In zijn eenzaamheid en misère raakte
Tim dien langen zomer bijzonder ge
hecht aan Kersebloesem in haar steenen
urn. Zij was alles wat hij had. Hij legde
een speciaal tuintje voor haar aan met
zeldzame planten en teere varens en
plantte een heg van stokrozen in een
boog om haar heen. Bovendien verplaats
te hij den amandelboom om haar te
beschutten tegen het zonlicht. En de
tuin bloeide. Een weelde van bloemen
blonk in bonte kleurenpracht om het
voetstuk van de urn en vervulde de
omgeving met de liefelijkste geuren.
In zijn dagelijkschen brief aan Rosemary
vertelde Tim geregeld hoe het met zijn
tuin gesteld was. Hij sprak over Kerse
bloesem als de „deelgenoote mijner een
zaamheid". Hij deed dit opzettelijk en
met weemoed in zijn hart, omdat
Rosemary eigenlijk de dame was die
haar lot met hem had moeten deelen.
Eindelijk kwam er verandering in de
lucht. De koude jaargetijden waren weer
op komst. Rosemary was naar Hong
kong teruggekeerd, dicht bij hem en
toch zoo ver af en deze wetenschap
maakte hem zoo rusteloos dat hij er niet
van slapen kon. Hij stond op en wan
delde bij het maanlicht in zijn tuin,
fantastische plannen beramend om het
verzet van mevrouw Stetson te breken
en in het geheim met Rosemary te
trouwen.
Toen hij in het tuintje op den heuvel
top kwam. dat hij speciaal voor Kerse
bloesem had aangelegd, bemerkte hij
dat hij niet alleen was. Voor de steenen
urn in het midden van het bloembed
stond peinzend de oude Chinees. Hij
zag er knoestiger uit dan te voren, alsof
ook hij langen tijd geleden gestorven
was; Alleen zijn oogen waren.levend
klein, helder en wijs.
„U hebt een prachtigen tuin voor haar
gemaakt, meneer! Ik kom 's nachts wel
eens hier om ook van deze schoonheid
te genieten. U hebt er toch geen bezwaar
tegen, hoop ik?"
„Ga gerust uw gang maar. Doe maar
net of ik er niet ben," zei Tim groot
moedig. Ofschoon het tot hem door
drong, dat niet iedere bewoner van
een verlaten heuveltop het prettig zou
vinden als er 's nachts vreemde Chinee-
zen in zijn tuin ronddwaalden, vond hij
de situatie toch wel interessant.
Ze stonden naast elkaar in het maan
licht met hun schaduwen grillig voor
hen uit de een lang en slank, de ander
klein en gebogen als de tak van een
boom. Er was iets, dat Tim eensklaps
deed vragen:
„Was uw Kersebloesem een lieve
vrouw?"
„Er was geen vrouw zooals zij, me
neer, hoewel ik vele vrouwen gekend
heb," zei de oude man eenvoudig. „In
ieders leven is er maar één, wier plaats
nimmer door een ander kan worden
ingenomen!"
Tim zuchtte zwaar de oude man
sprak de waarheid. Rosemary was zijn
uitverkorene en de tijd schreed voort,
minuut na minuut, dag na dag, zonder
eenig vooruitzicht dat hij haar ooit zou
bezitten. Den volgenden dag ging hij
naar Hongkong, 's Avonds had hij een
ontmoeting met Rosemary haar
ouders dachten dat ze ergens was gaan
bridgen. Hand in hand zaten ze daar
tot middernacht, het hopelooze van hun
toestand bepratend, eensgezind van
meening dat er spoedig iets gedaan
moest worden.
„Ik vraag morgen je vader te spre
ken," zei Tim wanhopig.
Daar kon Rosemary niet mee instem
men. De schout-bij-nacht scheen op dit
oogenblik niet in het allerbeste humeur
te zijn. De reeders klaagden steen en
been over het steeds driester wordende
optreden der zeeroovers en het hoofd
kwartier verweet hem gebrek aan on
dernemingsgeest. Het bezorgde den
schout-bij-nacht slapelooze nachten.
„Neen, lieveling," zei Rosemary,
„dat bezoek moet je nog" maar even uit
stellen. Ik heb een beter plan bedacht.
Met Nieuwjaar geeft Tommy een partij
op zijn jacht vader en moeder hebben
hem beloofd deel te zullen nemen. Je
kent Tommy wel hij is een geschikte
vent. Ik zal hem morgen vragen je ook
een uitnoodiging te sturen."
„Mijn naam staat niet op de lijst,"
zei Tim bitter. „Bovendien is hij verliefd
op je. Hoe zal ik me op zijn partij kun
nen amuseeren, terwijl hij je met een
paar kalfsoogen zit aan te staren?"
„Tommy is er de man niet naar om
zich met lijsten in te laten. En naar mij
kijkt ie niet om hij is al sinds jaren
verliefd op een meisje in Engeland. Hij
heeft me er zoo 't een en ander van ver
teld, je hoeft je dus nergens druk over
te maken. En al had hij een oogje op
mij wat dan nog? Hij staat bij mij
onder aan de lijstMijn plan is zoo slecht
nog niet. De partij duurt ongeveer vier
dagen en in dien tijd vind je gelegenheid
te over om met vader aan te pappen,
wanneer zijn stemming door lekker eten
en wijn wat is opgeklaard."
En waarachtig, drie dagen later kwam
er een vriendelijk briefje van Tommy.
„Als je voor Nieuwjaar soms niets
beters op het program hebt staan, kun
je misschien aan mijn partij deelnemen.
Je bent hartelijk welkom. Eenige vrien
den, die je ook kent, hebben reeds toe
zeggingen gedaan."
Tim verknoeide bijna 'n heel schrijf
blok om de gevoelens van dankbaarheid,
die hem jegens Tommy bezielden, in
zijn antwoord te verbergen.
Wanneer liij niet in de tinmijn werkte,
wijdde hij zijp aandacht aan zijn garde
robe, die voor cle zeereis in gereedheid
moest worden gebracht, of kortte den
tijd met het aanleggen van een grintpad
om den tuin van Kersebloesem, want liij
ontdekte, gelijk reeds zoovele jongelui
vóór hem gedaan hadden, dat er geen
Vervolg op bladz. 18
vormen onder de scheermesjes een klasse op zichzelf. Oe prijs
is verrassend laag, ferwijl de kwaliteit en vooral de duurzaam
heid, onder de verbruikers alom wordt geroemd.
Koop ook eens zoo'n pakje en probeer ze zelf Overal
verkrijgbaar
GEFABRICEERD IN ENGELAND
zij passen op
afgebeelde
Bleekneusjes met weinig eetlust en daardoor weinig weerstands
vermogen moeten noodig eens een tijdje aan de Ovo! Al eet 't
kind in den beginne weinig, dat hindert niet zoo erg! Een glas
melk met Ovomaltine, dat heerlijk smaakt, bezit voldoende voe
dingswaarde. Ovo wekt den eetlust op en zorgt er bovendien
voor, dat 't kind meer profijt trekt van de gewone maaltijden.
Zoo komt er al spoedig verbetering in den toestand! Het
kind wordt levendiger, gaat meer voedsel tot zich
nemen, speelt en ravot weer door het huis. Geeft
Uw kinderen geregeld Ovomaltine en beschermt ze
daardoor tegen de tallooze kinderkwaaltjes!
Laat Ovo hun geven,
Gezondheid, nieuw leven f
levenskracht
Bi) op>Hnlw» en drogisten in busjtt van 65 cent af
Om in een technisch
beroep vooruitte komen,
moet U op een degelijke
theoretische basis staan.
Studeer techniek thuis!
Burgerlijke bouwkunde. Architectuur,
Meubel- en Schildertechniek, Woter- en
Wegenbouw, Betonbouw, Werktuigbouw
kunde, Auto- en Vliegtuigtechniek, Electro-
techniek. Radiotechniek, Chemische Tech
niek, Zuiveltechniek, Speciale cursussen.
Vraag prospectus P 4
HET NEDERLANOSCHE TECHNICUM
DEMOBILISEERDEN PBNA verzorgt de technische curussen voor
militairen. Wendt U om inl. tot de Commissie voor 0. en 0. in Uw kantonnement.
Dir. E. J. Rotshuizen
en F. Wind