ons en beschuldigden den keizer en zijn omgeving ik hoop niet, dat wij ditmaal de fout zullen her halen om het volk van zijn leiders te scheiden. REDE VAM PEN GOUVERMEUR- GEMERAAE VAM MEP.-IMDIË De gouverneur-generaal van Nederlandsch-Indië, jhr.Tjarda van Starkenborgh Stachouwer, hield van daag een radio-rede, waarin hij o.a. zei: Bij regeering en geregeerden is het onmiskenbaar noodig in deze tijden stemmingen te bedwingen en bij elke overweging in bezonnenheid en ernst van een grondslag van feiten uit te gaan. Op feiten van het heden, en de mogelijkheden die zij bij zakelijke be schouwing voor de toekomst schijnen in te houden, is het oog van de regeering waakzaam gericht. Ik verzeker u dit vanaf de plaats, waar vele draden samenkomen. De plicht van pa raatheid is in dezen aan de regeering opgelegd. Anderen kunnen dien plicht niet van haar overnemen. Het zou zelfs scha delijk zijn indien daarnaar werd ge streefd. Een machtige steun kan daar entegen aan de re geering worden ge schonken door vertrouwen, be- heerschte aandacht en medewerking Generaal Sikorski, die voor het van allen, wien de eerst een zitting van den op- openbare zaak ter persten oorlogsraad der geal- harte .raat, lieerden bijwoonde. De onrust, die dreigt te komen, psychologisch wel te verklaren, vindt nochtans in het bestel van de feiten niét haar rechtvaardiging. Woensdag 24 April In het gebied van Narvik zijn de geallieerde strijdkrachten zoowel te land als ter zee versterkt, doch ten noorden van Drontlieim hebben de Duitsche troepen de stad Steinkjer bezet, zoodat de opmarsch der Engelschen en Noren van Namsos uit in elk geval gestuit is. Meer en meer blijkt intusschen, dat de oorlog in Noorwegen zich ontwikkelt als een strijd om het bezit van de dalen. Het Österdal en het Gudbrands- dal liggen daarbij in het centrum van de belangstel ling. Hier zijn de Noren en geallieerden druk in de weer om den opmarsch van de Duitschers uit het zuiden naar Drontheim tegen te houden. Dit streven schijnt op het oogenblik in laatstgenoemd dal meer succes te hebben dan in de Östervallei, waar de Duitschers oprukken naar Koppang, ten noorden van Rena gelegen. Rijkskanselier Hitier heeft een rijkscommissaris voor de in Noorwegen bezette' gebieden benoemd. Deze functie is toegewezen aan Joseph Terboven, thans gouwleider van Essen-Ruhr. Hij staat in zijn nieuwe functie rechtstreeks ouder den Führer. De Deensche landbouwraad heeft medegedeeld, dat de toevoer naar Denemarken van o.a. graan en veevoer in de komende tijden hoogst onzeker is en dat daarom een belangrijke beperking op ver scheiden gebieden van den landbouw en veeteelt een gebiedende noodzaak wordt. Verder wordt medegedeeld, dat de voorraden boter, bacon en eieren, die voor verkoop naar elders bestemd waren, thans naar Duitscliland gestuurd zullen worden. Het gaat hier om producten, die te zamen een zeer belangrijke waarde vertegenwoor digen. De Duitsch-Roemeensche handelsbesprekingen zijn geëindigd met de onderteekening van een protocol ter aanvulling van de bestaande handelsverdragen. De voornaamste bepalingen zijn, dat de oude koers van II lei voor een rijksmark gehandhaafd blijft en dat het contingent petroleum voor den uitvoer naar Duitscliland niet wordt gewijzigd. WEER PERIODIEKE VERLOVEN De regeeringspersdienst deelt mede. dat van Zaterdag 27 April af (vertrek Vrijdagavond daaraan voorafgaande) weer zal worden overgegaan tot het verleenen van periodieke verloven, zij het op iets beperkter voet dan tot dusver het geval is geweest. De opperbevelhebber van Land- en Zeemacht, generaal Winkelman, vaardigde vandaag een ver ordening uit voor de pers, welke Zaterdag a.s. in werking treedt, en waarbij het toezicht op publicaties geregeld wordt zonder instelling van een censuur. De Engelschen, en meteen daarop ook de Duit schers, hebben een opgave verstrekt van de ..weder - zijdsche" verliezen ter zee, die echter, zdoals te ver wachten was, geenszins met elkaar overeenstemmen. Officieel wordt medegedeeld, dat de Britsche luchtmacht vanavond het vliegveld Westerland op het Duitsche eiland Sylt (aan de noordkust van Duitschland) wederom gebombardeerd heeft en twee patrouillevaartuigen tot zinken heeft gebracht. Donderdag 25 April Het is duidelijk, dat de Duitschers alles op alles zetten, om een verbinding tot stand te brengen tus- schen Oslo en Drontheim en zich daarbij niet bepalen tot het Österdal, maar ook via het Gudbrandsdal hun troepen in den Drontheimsector te hulp willen snel len. De Duitschers hebben daar, naar thans vaststaat, na de verovering van Lillehammer, het 50 km verder gelegen Ringebu, even bezuiden Sel, bereikt. De geallieerden, die van Dombaas oprukken, staan te Otta, halverwegen tusschen laatstgenoemde plaats en Ringebu. In het Österdal hebben de Duitschers Röroo, 100 km ten zuidoosten van Drontheim bereikt, doch kort daarop moesten zij zich weer ten zuiden van deze stad terugtrekken. DUITSCHE BESCHUEDiGIMGEN In het Duitsche stafbericht van hedenmorgen wordt gezegd, dat bij den raid van Britsche vlieg tuigen op het eiland Sylt ook de badplaats Wenn ing - stedt met bommen bestookt is, waardoor verscliillen- de huizen schade hebben opgeloopen. Ook aan den rand van het stadje Heide in Sleeswijk-Holstein heb ben volgens het Duitsche communiqué ,,in den nacht van 24 April vijandelijke vliegtuigen bommen gewor pen, ofschoon zich noch te Heide noch in de omgeving van deze plaats militaire doelen van welken aard dan ook bevinden". Het Duitsche stafbericht knoopt hieraan de vol gende conclusie vast: De vijand heeft op deze wijze den luchtoorlog tegen onbeschermde plaatsen zonder militaire beteekenis geopend. Eenheden van de Duitsche vloot, de begeleidingsvaartuigen Erwin Wassner en Saar op den achtergrond en heelemaal achteraan de Grille. Naar aanleiding vqn deze Duitsche berich ten heeft het Engelsche luchtvaartministerie het volgende commu niqué uitgegeven: Het Duitsche opper bevel beweert, dat Dinsdagavond Enge land den onbeperkten luchtoorlog heeft ge opend door onbe schermde plaatsen zon der militaire beteeke nis aan te vallen. Deze bewering is ongegrond. De aanval op het eiland Sylt was tegen het vliegveld Wester land gericht, dat een belangrijk militair doel is en een van de sterkst verdedigde plaatsen in Duitschland. Geen aanval is op de stad Heide gedaan. Er mag aan herinnerd worden, dat op 17 Maart de vijandelijke luchtmacht bommen op de Orkaden heeft laten vallen, waardoor burgers ge wond werden. In de Kamer van fasces en corporaties heeft het lid van den nationalen raad, Giunta, die korten tijd secretaris van de fascistische partij is geweest, een rede gehouden, die nogal eenig opzien gebaard schijnt t hebben. Hij'heeft o.m. gezegd: De oorlog zal zich uitbreiden, tot het een strijd is geworden van de volken tegen de bezitters en hen, die de grondgebieden in handen hebben. De Britsche vloot in de Middellandsche Zee brengt een oplossing van het Middellandsche-Zee-vraagstuk in gevaar. Wat Frankrijk betreft, mogen we niet vergeten, dat dit land altijd vijandig tegenover Italië is geweest. Wat Engeland betreft, omtrent welks macht twijfel begint te ontstaan, zijn traditioneele vriend schap voor ons is niets anders dan een gemeenplaats, die door de geschiedenis en de feiten geloochend wordt. Waarom zou Italië niet in staat zijn het pro bleem van zijn veiligheid in de Middellandsche Zee op te lossen, welke veiligheid door de aanwezigheid van de Britsche vloot bedreigd wordt? De Duitsche weermacht deelt mee, dat het in het Skagerrak tot een botsing tusschen een Duitsche flot tielje en 'n groep Fransche torpedobooten is gekomen. De Franschen zouden gedwongen zijn zich terug te trekken. Van Fransche zijde wordt gezegd, dat twee Duitsche patrouilleschepen tijdens dit gevecht tot zinken zijn gebracht. Caricatuur van Pierlot, den minister-president van Bel gië, die het ontslag van zijn ministerie aanbood, nadat de liberale kamer- groep op 25 April tegen de begrooting van onder wijs had gestemd.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1940 | | pagina 15