ra.ytkv"-T;
ZWARTKOP
jÉqil
LUX
Toen zij geen„vermoeide huid 'meer had
vond zij dansen een genot.
r». JC IP
SHAMPODOR
SHAMPODOR-BLOND
23
gehouden in de zaal, waarover Anne de
leiding had. Alles had zieh glimmend
en smetteloos voorgedaan aan haar
doordringend oog. Zij was tevreden. En
haar zijdelingsche blik naar Anne, die
naast haar liep, nam nota van de onbe
rispelijke witte uniform, de brandheldere
manchetten, het verzorgde haar -en de
fijne handen van haar nieuwe zaal-
zuster. Neen, er mankeerde niets aan.
„U hebt hier een uitstekend begin
gemaakt, zuster," zei ze. „Ik mag
dr. Prescott wel dankbaar zijn, dat hij
u bij me heeft gestuurd. Wat ik zeggen
wou, u hebt zeker nog niet gehoord,
dat hij in.St. Martin benoemd is, 't
instituut voor zenuwpatiënten?"
Anne voelde een plotselinge beweging
van haar hart. Maar zij antwoordde
rustig
„Ik wist niet eens, dat hij in Londen
was."
„Ik dacht wel, dat u 't niet gehoord
zou hebben." De directrice glimlachte
toegeefelijk. „Maar 't heeft in sommige
kringen heel wat beweging veroorzaakt,
dat hij hier kwam. Hij heeft een huis
in Wimpole Street gehuurd en volgende
maand houdt hij voor de Lister Asso-
cation 'n voordracht over hersen-chirur-
gie. Dat wordt als een heele gebeurtenis
beschouwd, zegt dr. Verney. Ik ben er
heel erg in mijn schik mee. Ik heb Bob
Prescott al van kleinen jongen af ge
kend."
Anne zei niets. Het gaf haar een
vreemd gevoel van opgewektheid, dat
Prescott naar Londen was gekomen,
om zijn aanvallen op de vesting van
zijn ideaal te vernieuwen, zonder zich
uit het veld te laten slaan door de
teleurstellende houding van Bowley. Zij
betrapte zichzelf op den wensch, dat
miss Melville over hem zou blijven
spreken. Maar de directrice was alweer
heelemaal bij haar werk en begon over
personeel en werkzaamheden op de zaal.
,,'t Spijt me, dat uw zuster niet hier
kan komen, zooals uw idee was," zei ze.
„Nu heb ik iemand anders aangenomen.
Uw nieuwe helpster zal morgen in
dienst treden."
„Uitstekend, directrice."
Anne kon niet anders doen dan be
rusten. Er was nog een zwakke hoop in
haar overgebleven, dat zij Lucy toch
nog zou kunnen overhalen, bij haar te
komen. Lukte dat niet, dan had ze
misschien een van haar vriendinnen uit
Manchester kunnen krijgen, Nora of
Glennie. Maar nu was er natuurlijk
niets.meer aan te veranderen.
Dien heelen dag, terwijl ze haar werk
deed, was zij luchtiger gestemd dan
in vele dagen gebeurd was. Al had
Prescott, bij hun laatste onderhoud, nóg
zoo koel gedaan, toch bestond er tus-
schen hen een onzichtbare band, een
overeenstemming van doel en streven,
die haar den wensch inboezemde, dat
hij zou mogen slagen. Het kon niets
anders zijn, geen dwaas gevoel, geen
ziekelijk vertoon van aanhankelijkheid;
daar was zij van overtuigd.
De gedachte aan Prescott gaf grooter
stuwkracht aan haar eigen idealen. Toen
zij dien namiddag vrij van dienst kwam,
repte zij zich naar het zusterhuis en
trok zij over haar uniform een mantel
aan. Zij verliet het hospitaal, en liep
snel naar Kingswav, waar zij een bus
nam naar het bureau van den ver-
pleegstersbond op Museum Square. Het
bureau zelf was gesloten, maar op het
bescheiden bovenwoninkje, waar haar
nieuwe vriendin miss Gladstone, de
secretaresse, woonde, vond zij een harte
lijk welkom.
„Hallo. Lee," zei miss Gladstone. „Ik
hoopte al, dat je aan zou komen. Wil je
zelf maar koffie nemen? Staat op de
kachel. En in dien zak zit een broodje,
als je soms trek hebt."
Susan Gladstone was een kleine,
grijze, slordige vrouw van tegen de
zestig, met een mager, geestig, eigen
zinnig gezicht. Een vrouw, die zich
niets aantrok van haar uiterlijk, en
nog minder van haar gerief; een vrouw,
wier heele bestaan op een maatschappe
lijk belang was gericht.
„Dit moet je eens lezen, Lee," ging
ze voort, toen Anne zat. En zij gaf haar
bezoekster een exemplaar van de Eve
ning Times, waarin een bericht met een
blauwe streep was gemerkt. „Leuke
lectuur voor een winteravond."
Anne las het stukje. Het vertelde
kort en zakelijk, dat een bedaagde
vrouw, Robertson geheeten, ergens in
Bayswater op straat bewusteloos was
neergevallen en overgebracht naar een
ziekenhuis, waar zij aan ernstige onder
voeding bleek te lijden. Het bericht
eindigde met den zin: „De vrouw, die
blijkbaar geheel aan lager wal was ge
raakt, schijnt verpleegster van haar
beroep te zijn geweest."
„Ze was verpleegster," zei miss Glad
stone kalm, toen Anne opkeek. „Al
veertig jaar. Ik heb vroeger wel met
haar gewerkt. Ze heeft zich tot den
bond gewend om steun. We hebben
gedaan wat we konden, maar 't was
blijkbaar nog te weinig."
,,'t Is afschuwelijk," zei Anne, met
groote oogen van ontsteltenis.
„Ja, 't is afschuwelijk," zei miss Glad
stone somber. „En was zij de eenige nog
maar! Ik heb beneden een lijst van
bejaarde verpleegsters, die hun heek-
leven heel knap en heel ijverig hebben
gewerkt, en geen stuiver bezitten. En
dat totaal buiten hun eigen schuld.
Eenvoudig omdat ze nooit genoeg ver
diend hebben om rond te komen. En
als ze dan zoo oud zijn, dat ze niet
meer voort kunnen, worden ze op den
vuilnishoop gegooid."
,,'t Is een schande," zei Anne. ,,'t Is
eenvoudig geen menschwaardig bestaan
in ons vak!"
„Er zijn duizenden en duizenden vrou
wen, die hard werken, en geen mensch
waardig bestaan hebben, en nooit gehad
hebben. Ik zou je brieven van ver
pleegsters kunnen laten lezen, uit alle
streken van 't land, klaagbrieven en
protestbrieven en smeekbrieven, de be
wijzen, zwart op wit, van een schande
lijke exploitatie. Mijn bloed kan er van
koken! We zijn niet behoorlijk georgani
seerd, Lee. We moeten een sterken
vakbond hebben."
„Da's niet genoeg," zei Anne. „We
moeten de publieke opinie achter ons
hebben. Als we ons heele volk maar
eens wakker konden krijgen, als ze
maar eens zagen, welke misstanden er
heerschen in 't verpleegsters vak. dan
kwam 't best in orde."
Susan Gladstone bewoog krachtig
instemmend haar hoofd.
„Eén ding is zeker de tijd is rijp
voor verbetering," ging Anne langzaam
voort. „De arbeiders in andere vakken
werken al onder betere condities acht
uur werken per dag, en vacantie, terwijl
't loon doorgaat. Waarom zouden de
verpleegsters dat ook niet mogen
hebben? 't Werk is niets lichter, en heel
wat gevaarlijker, dan in andere vakken.
Waarom zouden wij ook geen fatsoen
lijk loon kunnen krijgen?"
„Ja, waarom niet!" zei miss Gladstone
haar bitter na. „Er heerscht een soort
bijgeloof, een soort betoovering, een
zeker Florence-Nightingale-idee, dat ons
kortwiekt en nekt. 't Fantasiepraatje
van de weldoende fee, die kussens staat
te aaien en uit pure menschenliefde den
zieken naaste komt helpen! Ik zou ze
't wel eens anders kunnen vertellen.
Vervolg op bladz. 26
Mia gaf als maar verkeerde i
Maar zij zat dan ook erg in de put. Dick
nam de laatste tijd minder notitie van
haar. Hoe kwam dat
r
Op een keer zei een
„Vroeger had ik ook eei
door al dat binnen
Toilet Zeep heeft mij -
van de meisjes
„vermoeide huid
kocht dezelfde dag
nog een stuk Lux Toilet
Zeep. de lievelingszeep
de filmsterren.
Enige weken later, op een feestavond, ontmoette/-
zij Dick weer. Het donzige schuim van Lux
Toilet Zeep had haar teint zo aantrekkelijk ge-
maakt, dat hij haar voor elke dans vroeg.
Waarom gebruiken de meeste filmsterren in Hollywood Lux
Toilet Zeep? Omdat het haar huid zo blank en zacht houdt en
vermoeide huid'' voorkomt! Het donzige schuim van
Lux Toilet Zeep doet wonderen
ook voor UW t
de beroemde filmster, gebruikt
Lux Toilet Zeep; 9 van de 10 filmsterren
in Hollywood kunnen er niet meer buiten
TOILET ZEEP
voorkomt t,vermoeide huid
LTZ 187-UHJ
rV- .-v M
V-
J n nie<Jw kapsel'Uw nieuwe lurk [J
en nu, een njeuw dople: £n vergeet U
Dat hoort bij t-> |entestemnn'ng v00rv/aarde
Dn het verhoogt de K 0p! L* zeep.