~t»Z i'lvit i hvairANiA iVAOI B1M JMMTStilty •^/«iiooor vf.Rjsiijir' Mai .ffef reuzenschip in zinkenden toestand, naar gegevens van oog getuigen door Norman Wilkinson met veel technische precisie weer gegeven. Deze teekening schijnt ons zeer betrouwbaar. De bak- boordssloepen slaan nog onge bruikt aan dek. bleven radio-installatie en ondanks de zestien on middellijk toesnellende schepen ruim driekwart der opvarenden het leven verloor. Doch de Duitschers hadden vooruit gewaarschuwd, dat de Lusitania als hulpkruiser en munitieschip tot zinken zou worden gebracht. Zoo vielen deze dooden als slacht offers van een te groot vertrouwen in de veiligheid van dergelijke zeekasteelen. De social hall. Het, interieur is opgebouwd uit glanzend gepolitoerd mahonie, het plajond is rijk gcstuct, in het, gebrandschilderde glas van den lichtkoepel zijn symbolische voor stellingen aangebracht. Het tapijt is speciaal geweven, zooals dat ook het geval is met het gobelin, waarmee de fauteuOs zijn bekleed. De schoorsteen is uit. de fraaiste marmer soorten opgebouwd. tussehen de eerstgevierde sloep en de verschansing een kloof van ruim één meter. Daaronder klotste 14 a 15 meter lager de vaalgroene zee, zoodat het oversteken van deze kloof voor de passagiers, waaronder vrouwen en kinderen, te griezelig was. Er ontstond een run naar het sloependek, de daar geposteerde manschappen werden van hun posten gedrongen en zoo verspreidde zich een door panischen schrik bevangen horde over het sloependek, waar de zeelieden met de overige sloepen bezig waren. De loopers van de takels, (de touwen van de katrollen), geweldige rollen zwaar en stug manillatouw, werden door elkaar geschopt, rondom de boorden der sloepen werden veldslagen geleverd om een plaats en er zouden nog veel meer slachtoffers zijn ge vallen, als de tweede officier, Stephan Bruck, niet tot krasse maatregelen was overgegaan. Hij verzamelde alle zeelieden van de toch onbruikbare bakboordssloepen, wapende dezen met helmstokken, boots haken en wat meer voor de hand kwam en begon zoo een charge, waardoor hij alle overtollig publiek van het sloependek knuppelde. Dank zij dezen maatregel konden de stuurboordssloepen te water worden gelaten. Doch ook dit geschiedde niet zonder afschuwelijke ongelukken. Eén sloep bleef halfweg steken en ging met het schip ten onder, een tweede plofte van tien meter te wateren viel te pletter en een derde viel aan één zijde los, waardoor de levende inhoud hals over kop in zee tuimelde. Deze sloep raakte later echter los en bleef drijven, waarna anderen er in klommen en onmiddellijk aan den slag gingen,om de rondspartelende drenkelingen op te pikken. Zoodoende kwam zij toch aan talrijke opvarenden ten goede. Inmiddels echter rende het van het sloependek ver dreven publiek radeloos over het nu snel zinkende schip. Men trachtte tevergeefs reddingvlotten overhoord te werpen, om dan een sprong voor het leven te kunnen wagen, doch de vlotten bleken te zwaar. In dit geval zou het de wijste maatregel zijn geweest om deze vlotten een voudig op dek neer te zetten en er dan in te stappen. Dan zou het schip onder de vlotten zijn weggezonken. En al zouden waarschijnlijk enkele vlotten mee ten onder zijn gegaan, het meerendeel zou on getwijfeld aan de oppervlakte zijn blijven drijven. Doch in plaats van dezen maatregel te nemen, sprongen talrijken' in blind vertrouwen op hun zwemvest te water, waar zij jammerlijk omkwamen. De zwemvesten hadden zeker ge noeg drijf vermogen, om de drenkelingen aan de oppervlakte te houden, eventueel weer naar hoven te halen. Doch door de zuiging van het schip gingen tal rijke drenkelingen zoo Jang onder dat het weer bovenkomen geen nut meer had. Zoodoende kwam 1 het, dat ondanks de intact ge- VJiUH TH. R. BOOSMAN lien Duitsehe gedenkpenning, ge slagen ter herinnering aan het tot zinken brengen van de Lusitania. Keine Bannware bet eekent: geen contrabande. Een episode na het zinken, volgens aanwijzingen van een der geredden, door een Engelseh teekenaar ■met aangrijpend realisme in beeld gebracht. Wat nu het schip zelf betreft, het was een zuster schip van de Mauretania, die jarenlang den blau wen wimpel voerde. Het was 31.500 ton groot en werd door 68.000 paardekrachten met een vaart van ruim 24 zeemijl of 45 kilometer per uur door het water voortgestuwd. De boekwaarde beliep 10 millioen guldende lading was voor f 6.500.000 ver zekerd, terwijl zich bovendien voor f 2.400.000 aan goud in haren aan boord bevond. Na het vergaan van de Titanic van de White Star Line behoorde de Lusitania tot de grootste schepen van het Britsche rijk, zoodat kapitein Tur ner zijn commando als een schitterend slot van een prachtige carrière kon be schouwen. En al zijn de techniek en luxe, waarmee dit schip werd ingericht, sinds dien verbeterd, voor zijn tijd was het een pronkjuweel, zoo als ook de foto's wel be wijzen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1940 | | pagina 7