AANVULLING
PANORAMA-OORLOGSKRONIEK
VAN 26 APRIL-28 ARRII, 1940
13
Vrijdag 26 April
Koning Leopold van België heeft een brief gericht
aan Pierlot, den Belgischen minister president, die
gisteren zijn. ontslag heeft aangeboden. Deze brief
luidde als volgt:
„Op het oogenblik, dat het leger de wacht houdt
aan de grenzen, en dat de toestand aan alle Belgen
den plicht Oplegt, zich nog hechter aaneen te sluiten,
is de tijd niet geschikt een ministercrisis te openen
over kwesties van binnenlandsehe politiek. Ik zou
tegen de hoogste belangen des lands handelen, indien
ik het ontslag van de regeering zou aanvaarden, juist
nadat de senaat oidangs nog bevestigd heeft, dat
onze buitenlandsche politiek practisch dè volkomen
instemming van de natie heeft. Ik verzoek u dus
onverwijld de taak voort te zetten, welke de regee
ring op zich genomen heeft en welke het belang van
het vaderland vereischt. Opnieuw spreek ik in u mijn
vertrouwen uit."
In verhand hiermee hebbende afgetreden kabinets
leden besloten, op hun ontslagaanvrage terug te
komen.
In Noorwegen hebben zich bij de verdere ont
wikkeling van de krijgsoperaties nieuwe fronten
gevormd. Het belangrijkste is wel, naar uit het
Noorsehe oorlogscommuniqué blijkt, dat de Duitsche
troepen, die Bergen bezet hebben, een offensief
begonnen zijn in de richting van Voss, aan den
spoorweg naar Oslo.
De Noren schijnen echter den opmarsch der
Duitschers langs genoemden spoorweg gestuit te
hebben. In de dalen, die van Oslo naar Drontheim
leiden, schijnen de Duitschers echter flink op te
schieten en de Engelsehen geven toe, dat zij hun
posities niet hebben kunnen handhaven.
Zaterdag 27 April
De Duitschers hebben het Noorsehe stadje Röros
voor de tweede maal bezet en rukken steeds verder
op. Zij naderen van verschillende kanten het
plaatsje Dombaas, dat van belang is als knooppunt
van spoorwegen.
Vandaag is te Londen de negende vergadering van
den oppersten oorlogsraad der geallieerden gehouden.
In het communiqué, dat daarna uitgegeven werd,
heet het o.a.: De raad bestudeerde de verschillende
situaties, die in de naaste toekomst kunnen ontstaan,
en nam nota van de maatregelen, ontworpen om
aan die situaties het hoofd te bieden.
REDE VAN VON RIBBENTROP
Heden hield de Duitsche minister van buiten
landsche zaken, Joachim vonRibhentrop, een rede
voor het corps di
plomatique en de
leden van de bui
tenlandsche pers.
De minister deelde
mede, dat men in
Noorwegen 'n aan
tal documenten ge
vonden had. waar
uit bleek, dat het
in de bedoeling der
geallieerden lag, het
oorlogsterrein uit
te breiden. Hij zei
o.a.
De in Narvik ge
vonden documen
ten bewijzen de
activiteit van de
British .Secret Ser
vice in Noorwegen
om langs de geheele
Noorsehe kust, Oslo
en andere steden
van het binnenland
deinlichtingen voor
te bereiden voor
een landing van catie van in Noorwegen gevon-
geallieerde troepen. den documenten aankondigde.
Het bewijs is geleverd, dat Engeland door een
stelselmatige spionnage alle details voor een landing
en opmarsch voorbereidde.
De Noorsehe regeering sympathiseerde toen reeds
in het geheim met, do geallieerden. Ook daarvoor zijn
de bewijzen voorhanden.
Op grond van het materiaal, dat de Duitsche rijks-
regeering in handen is geraakt, is komen vast
te staan:
lo. Dat de Zweedsche regeering in geen enkel
opzicht, zoowel in diplomatiek als in ander op
zicht, van haar neutraliteit is afgeweken.
2e. Dat de vroegere Noorsehe regeering bereid was,
niet alleen een actie der geallieerden te dulden, maar
eventueel ook te steunen.
Het werd nu het, plan om Duitschland van neu-
traliteitsschending te betichten. De actie van de ge
allieerden moést er op uit, zijn om het evenwicht in de
Noorsehe wateren te bewaren. Reynaud verzekerde
begin Maart in een gesprek met een neutraal diplo
maat te Parijs op onvoorzichtige wijze, dat in de vol
gende dagen groot,e gebeurtenissen te wachten ston
den in het noorden.
Dit beteekende blijkbaar, dat de plannen op 't punt
van uitvoering stonden, waarop de Fiihrer, toen al
deze plannen de Duitsche regeering bekend waren
geworden, het bevel gaf om de Engelschen voor te
zijn, want op 8 April was de Engelsche transportvloot.
die Stavanger en Bergen bezetten zou, reeds op weg,
maar op het bericht van de Duitsche landing op
9 April kreeg zij het bevel, onmiddellijk terug
te keeren.
De Duitsche actie is dus juist op tijd gekomen.
In overeenstemming metVon Ribbentrop's aankon
diging heeft de Duitsche regeering vandaag haar
vierde witboek uitgegeven, waarin de in de rede
genoemde documenten gepubliceerd zijn.
De verklaring van den Duitscheq minister, dat een
Engelsche brigadestaf door de Duitschers gevangen
werd genomen, wordt door het Britsehe ministerie
van oorlog tegengesproken.
REDE VAN SAMUEL HOARE
Sir Samuel Hoare, de Britsehe minister van
luchtvaart, hield vanavond een radiorede, waarin hij
minister von Ribbentrop's rede en de taak der Brit
sehe luchtmacht besprak. Hij zei o.a.:
Ribbentrop heeft vanmiddag zijn met, veel reclame
aangekondigde rede gehouden. Wij kennen dezen
man. Hij is een gevaarlijk avonturier, die een sinistere
rol in staatszaken speelde. Geen eerlijk menseli
vertrouwt zijn woord. Geen onpartijdige neutrale
gelooft wat hij zegt. Het is een verachtelijke leugen
te zeggen, dat wij tegen neutrale landen hebben
gecomplotteerd en het is een onpasselijkmakende
huichelachtigheid, wanneer deze beschuldiging geuit
wordt door den moordenaar van Tsjecho-SIowakije en
Polen. Laat ik nu dezen man met zijn leugens laten
rusten en tot de misdaad komen, die Hitier en hij in
Noorwegen begaan.
Het voordeel, dat de Duitschers door hun laf
hartig gedrag behaalden, moet nu door hard vechten
te niet worden gedaan, aldus Hoare. We verheugen
ons in de heldhaftige leiding, die koning Haakon
geeft,. Hij is een ware koning, een waar hoofd van een
vechtend ras.
De Britsehe marine heeft den vijand al vele
slagen toegebracht. Het verlies van vele zijner sche
pen heeft ons vrijer dan ooit, gemaakt om onze vloot
over de zeeën te manoeuvreeren. daar waar we haar
voor onze strategie en verdediging noodig hebben.
De Duitschers hebben nog een wapen, dat zij
doeltreffend kunnen gebruiken. Hun luchtmacht
richt zich nu tegen onze posities aan de Noorsehe
kust en de verbindingen, die naar Noorwegen
leiden. We zijn in dezen luchtstrijd in groot
nadeel. De Duitschers hebben bases, Wij niet.
De Duitschers stijgen op van den Noorschen bo
dem, wij moeten 300 mijl over open zee vliegen om
het tooneel van den strijd te bereiken.
Ondanks al deze handicaps heeft de Britsehe lucht
macht twee weken van prachtige verrichtingen ach
ter den rug. Stavanger, Kristiansand, Aalborg, Oslo,
Drontheim. Westerland, al deze luchtbases zijn ge
bombardeerd en leden groote schade.
De regeering moet geen oogenblik verslappen
in haar vastbeslotenheid om den oorlog te win
nen en zoowel de heerschappij ter zee als in de
lucht te behouden.
De premier is hierin onwrikbaar. Hij is de man
voor dit beslissende uur. Hij heeft het tempera
ment om in kritieke oogenblikken koel, welover-
dacht en toch snel te handelen.
PERSVERORPENING IN WERKING
De procureur-generaal bij het gerechtshof te 's-Gra-
venhage heeft, op grond van de persverordening van
den opperbevelhebber, opdracht gegeven, de oplage
van het weekblad „Volk en Vaderland", dat gisteren
is verschenen, in het geheele arrondissement 's-Gra-
venhage in beslag te doen nemen.
Zondag 28 April
Van Britsehe zijde wordt bericht, dat de geallieerde
troepen in Noorwegen steeds krachtiger tegenstand
bieden aan de Duitschers, dat aanvallen van deze
laatsten in het Gudbrandsdal zijn afgeslagen en dat
nog steeds nieuwe afdeelingen ontscheept worden.
De Duitschers melden, dat tijdens luchtaanvallen
twee Britsehe kruisers en zeven geallieerde transport -
schepen getroffen zijn.
Halifax, de Britsehe minister van buitenlandsche
zaken, en Bastianini, de Italiaansche gezant, hebben
tijdens het weekeinde besprekingen gevoerd over
ile handelsbetrekkingen tusschen Italië en Engeland
VERKLARING VAN H/VMBRO
De voorzitter van het Noorsehe Storting, Hambro,
heeft in een persgesprek geantwoord op de rede van
den Duitschen minister van buitenlandsche zaken,
Von Ribbentrop. Hij zei o.a,:
„Wij hebben een massa verklaringen van loodsen,
havenmeesters en andere bij de scheepvaart betrok
ken personen, waaruit blijkt, dat de Duitsche
schepen, welke soldaten aan boord hadden, die in
onze voornaamste havens aan land gegaan zijn,
ruim een week voor 9 April uit Duitschland ver
trokken waren. Het is voorgekomen, dat volledig
bewapende en uitgeruste Duitsche soldaten uit
schepen gekomen zijn, die al vier of vijf dagen
voor den inval in de Noorsehe havens lagen.
De documenten, waarover Von Ribbentrop gespro
ken heeft, dateeren van begin Januari. Wij en iedereen
weten uit de openlijke verklaringen, dat de geallieer
den van plan waren en aangeboden hadden troepen en
materieel naar Finland te zenden. Het is ook alge
meen hekend, dat de Britten dat slechts konden doen
via de Noorsehe havens en dat wij geweigerd hebben
dat toe te staan. Wij weten ook, dat de geallieerden
zich verbonden hadden niet de neutraliteit van Noor
wegen en Zweden te schenden, indien deze beide
landen geen verlof wilden geven voor het vervoer
door hun landen van die troepen. Als strikt-neutralen
hebben wij die vergunning nooit, gegeven.
Rapporten, zooals de Duitschers publiceeren,
bewijzen niets, wat niet reeds lang bekend is. Jam
mer genoeg voor onze integriteit levert de afwezig
heid van Britsehe oorlogsschepen, toen de Duit
schers de Noorsehe havens bezetten, ons het nood-
lottigste bewijs, dat Engeland volkomen onvoor
bereid was op het aan land zetten van troepen
in Noorwegen, toen de Duitschers ons aanvielen
en dat het er zelfs niet op voorbereid was, ons even
vlug hulp te verleeneh, als wij aangevallen waren.
Dat wordt ook daardoor bewezen, dat de eerste
Brioche landingstroepen pas negen dagen, nadït
de buitsche troepen zich stevig op Noorsch gebied
verschanst hadden, aankwamen.
De Duitsche troepen hebben aan het front van
Bergen vorderingen gemaakt, en Voss, aan den spoor
weg door het Hollingdal naar Oslo, veroverd.
Carieatuur van den Duitsehen
minister ran buitenlandsche
zaken, Joachim von Ribbentrop,
die op Zaterdag 27 April een
rede hield, waarin hii de vubli-