door dr. A. J. Cron in
22
ZEVENDE
VERVOLG
Anne liield zich, alsof ze die opmer
kingen niet gehoord had. Met een
koud, strak gezicht liep zij de ver
pleegster voorbij en de deur uit. Haar
diensttijd was om. zij verliet de zaal en
ging onmiddellijk naar haar kamer. Daar,
op haar bed gezeten, drukte zij haar hand
tegen haar bonzende voorhoofd. Al had zij
nog zooveel kalmte geveinsd, haar hart sloeg
pijnlijk wild. Afgetobd door de opeenhooping van
zorgen der laatste weken, voelde zij neiging, zich te
laten gaan in een vloed van wanhopige tranen.
Maar in enkele seconden was zij haar gevoelens
meester. Wat er ook gebeurde, zij zou doorvechten,
tot het bittere einde.
Snel overzag zij de mogelijkheden, die vóór haar
lagen. Als zij wachtte, tot zuster Gregg de directrice
een schrik aanjoeg met een verhaal over haar ont
slag in Shereford, was zij zeer zeker verloren. Al
had miss Melville haar nog zooveel welwillendheid
getoond, die schrik zou alles te niet doen. Er kon
maar één ding op volgen: voor
den zooveelsten keer inpakken
en heengaan. En hoe kwam dr.
Prescott er dan voor te staan
met zijn getuigschrift? Hoe zou
hij over haar denken, als hij een
stuk van haar verleden op een dergelijke manier
belicht zag?
De gedachte aan Prescott dreef haar geest in een
scherper bepaalde richting. Hij was de eenige, dien
zij werkelijk vertrouwen kon. Met een scherp inzicht
opeens, als bij ingeving, voelde zij, dat ze naar hem
toe moest gaan, en dat ze zijn raad moest inwinnen,
hoeveel het haar trots ook mocht kosten. Zij hoefde
Lucy niet te beschuldigen. Zij kon feiten noemen
zonder namen. En dan mocht hij zoo ijzig tegen haar
doen als hij wou. dat hij haar gelooven zou wist ze
wel zeker.
Met een laatste inspanning bracht Anne haar trots
ten onder. In ieder geval was 't nu geen tijd voor
kinderachtige aarzelingen. Zij verkleedde zich snel
en verliet het ziekenhuis door de zijdeur. Men snelle
schreden liep zij voort, in de richting van Wimpole
Street.
Robert Prescott stond in zijn spreekkamer voor
het raam. en staarde eenigszins verstrooid naar
buiten, 't Was hem meegeloopenten eerste was hij
in de St. Martin benoemd, ten tweede vertoonde zijn
particuliere practijk neiging, om zich op een onrust
barende manier uit te breiden. Zijn lezing voor de
Lister-Society was levendig toegejuicht. En hij had
vrienden gevonden in Londen mannen van ge
wicht, mannen met invloedde voornaamste hunner,
John Lowe, was in Cambridge een studievriend van
hem geweest.
Lowe had Prescott voorgedragen voor het lidmaat
schap van zijn eigen club, de Arlington. Zijn scherpe
geest ook had ingezien en te kennen gegeven, dat
zoo'n kliniek, als Prescott zich voorstelde, indien
handig begunstigd en gebruikt, voor de regeerings-
partij een aanmerkelijke steun kon worden bij de ver
kiezingen. Het kwam prachtig uit, dat er juist in 't
parlement gesproken werd over krachtiger maatrege
len ten bate der volksgezondheid.
Ja. Prescott had reden te over, om zichzelf geluk
te wenschen. Niettemin, nu hij zoo stond te kijken
naar een paar musschen, die rondhipten over de
steenen, sprak zijn gezicht noch blijdschap, noch
zelfs tevredenheid uit. Bijna zou men zeggen, dat het
getuigde van een zekere ontgoocheling, zooals iemand
gewaar wordt, als hij besef krijgt van 'n langdurig
onbewust zelfbedrog. Al die voorbije maanden had
hij 't weggedrongen, maar nu moest hij 't erkennen:
zijn leven en het vooruitzicht op succes konden hem
niet meer bekoren, zooals ze het steeds gedaan
hadden; en hij wist hoe dat kwam ook.
Met een zucht keerde hij zich van het raam af, en
om ten minste iéts te doen begon hij de papieren opz'n
bureau te ordenen. Terwijl hij dit deed, werd er aan
de deur geklopt, en trad zijn secretaris, met zijn jas
aan en zijn hoed op, de kamer binnen.
WAKE
KORTE INHOUD. Ann Lee, een knap jong meisje, is met
haar zuster Lncy verpleegster in een ziekenhuis te Shereford.
Door onoplettendheid van Lncy sterft een tweejarig patiënt je;
Ann neemt de schuld hiervan op zich, daar haar zuster het
verpleegstersdiploma nog niet heeft en door deze.gebeurtenis
haar carrière gebroken zou zijn. Ze wordt onmiddellijk ont
slagen. Op den ochtend van haar vertrek ontmoet zij Joe
Shand, een jeugdvriend, die haar reeds meermalen ten huwelijk
heeft gevraagd. Met zijn taxi brengt hij haar naar Manchester,
waar ze in het ziekenhuis Hepperton wordt aangesteld.
Tijdens een blindedarm-operatie ontdekt Ann, dat 'n watje
in de wonde achterblijft. Van den patiënt, Matthew Bowley,
krijgt ze als dank hiervoor een taschje met een bankbiljet
van tien pond. Ann brengt een bezoek aan haar zuster Luey
in Londen, die tot haar groote verwondering met Joe Shand
getrouwd is. Op den terugweg verongelukt de bus nabii
Manchester, waarbij sommige passagiers ernstig gewond wor
den. Ann verleent de eerste hulp en neemt direct maatregelen.
Ze laat dr. Prescott uit Manchester roepen. Nadat de gewon
den verbonden zijn neemt hij haar mee naar z'n woning.
Hij vertelt haar, dat hij een kliniek voor hersenoperaties
wil stichten en hoopt op den moreelen en financieelen steun
van den rijken Matt Bowley. Ann heeft de huisverpleging
bij de zieke vrouw van Bowley op zich moeten nemen. Matt.
Bowley bezoekt Ann op haar kamer. In een gesprek tracht
Ann hem te interesseeren voor de plannen van dr. Prescott.
Bowley beklaagt zich bij haar, dat hij door de ziekte van
z'n vrouw zoo weinig gezelligheid heeft. Eensklaps slaat hij
z'n arm om haar schouder. Op 't zelfde moment komt mevrouw
Bowley het vertrek binnen. Ze wijst Ann de deur en dwingt
de directie van het ziekenhuis haar te ontslaan. Dr. Prescott
is ontstemd over haar bemoeiingen inzake de kliniek Bowley
heeft z'n steun geweigerd, waarom dr. Prescott eveneens z'n
ontslag neemt. Hij geeft Ann een aanbeveling voor het
Trafalgar-ziekenhuis, waar ze als hoofdverpleegster wordt
aangesteld. Als assistente krijgt ze zuster Gregg toegewezen,
die vroeger samen met haar in het ziekenhuis te Shereford
gewerkt heeft en mot de omstandigheden van haar vertrek
bekend is.
,,Er vraagt iemand naar u, mijnheer. Een ver
pleegster. Ze had niet afgesproken; maar toen ik zei.
dat bet te laat was, zei ze, dat u haar kende en dat
u baar wel ontvangen zoudt. Haar naam is Lee."
Prescott's gelaatsuitdrukking veranderde niet. Een
aanmerkelijke pooze bleef hij in dezelfde houding
staan, roerloos, als beschouwde hij een lotsbeschik
king, die vervuiling had gegeven aan zijn wensch.
Toen zei hij, met een ongewonen klank in zijn stem
„Laat haar maar hier."
Een halve minuut later kwam Anne snel binnen,
merkbaar zenuwachtig, en bleeker dan gewoonlijk.
Maar als zij bang was geweest voor een onvriendelijke
ontvangst, werd zij al heel gauw gerustgesteld. Hij
trad op haar toe en drukte haar rustig de hand. Toen
Lij haar con stoel had gegeven, ging hij
achter zijn bureau zitten en bekeek haar.
..Ik heb wel gevoeld, dat we elkaar terug
zouden zien," zei Lij, op een kalmeerenden
toon. „Ik begon zelfs't gevoel al te krijgen,
dat ons weerzien veel te lang uitbleef."
Zij kreeg een kleur en sloeg haar oogen
neer. Onder zijn rustigen blik overviel haar
een ontzettend gevoel van zwakheid. Maar zij ver
weerde er zich tegen, en dwong zichzelf, door te
zetten, wat zij begonnen was. Zij hief haar hoofd en
zag hem met een vasten blik aan.
„Ik wou u spreken, maar 't is heel moeilijk voor me,
dr. Prescott,. Ik hoop. dat ik geen misbruik maak van
uw welwillendheid. Ik kom namelijk.... om hulp
vragen."
„Zoo," zei Lijmet een aanmoedigend lachje.
..Praat u maar eens door."
,,'t Is zoo'n lang verhaalen ik vind 't niet pret
tig, uw geduld op de proef te stellen. Maar ik zie geen
andere mogelijkheid dan te beginnen bij 't begin."
Zichzelf moed insprekend begon zij. Zoo beknopt
als zij kon vertelde zij, wat *fer in het ziekenhuis te
shereford was voorgevallen, zonder echter namen te
noemen; zij liet alleen doorschemeren, dat zij de
schuld op zich had genomen, en dat zij dientengevolge
nu door een ramp werd bedreigd.
Hij hoorde haar zwijgend aan. Zijn oogen weken
geen seconde van haar gezicht. Toen ze was uitge
sproken zei hij vriendelijk
„U moet wel erg veel van die verpleegster gehou
den hebben, om haar op zoo'n manier de hand boven
't hoofd te houden. Wie was 't? Zegt u 't maar ge
rust! In zulke omstandigheden is zelfopoffering mis
plaatst. Was 't uw zuster?"
„Ja," moest Anne antwoorden. Zij kon hem niet
bedriegen. Trouwens, zijn doorzicht had haar ant
woord al voorkomen.
„Ik moet zeggen," zei Prescott nadenkend, na een
korte pauze, „dat 't een buitengewoon dappere en
edelmoedige daad van u was. Maar toch geloof ik, dat
u verkeerd liebt. gedaan. Als uw zuster de straf had
gekregen die .ze verdiende, was 't misschien een zeer
heilzaam lesje voor haar geweestdan had ze van een
slordige verpleegster kunnen veranderen in 'n goede.
Maar nu. vertelt u me eens. is ze nog steeds in
Shereford?"
„Nee, ze is in Londen,"
„Waar?"
Anne kon er haast niet tóe komen, te antwoorden.
Eindelijk zei ze:
„Ze is verpleegster in een particuliere inrichting
de Rolgrave,"
„De Rolgrave!" Prescott sprong bijna op van zijn
stoel. „Maar dat is. dat is niets voor haar. Ze moet
er vandaan."
Opnieuw was er een stilte. Prescott leunde weer
achterover in zijn stoel en keek met hartelijke sym
pathie naar haar smalle figuurtje en haar bleeke.
lieve gezicht. Hij besefte, bijna met een pijnlijken
schok, hoeveel geluk 't hein gaf. haar weer te zien. Hij
was blijdat liij gelegenheid kreeg haar te helpen.
Vrouwen hadden in zijn leven nooit een rol van
beteekenis gespeeld. -Het idee alleen al, dat hij ooit
verliefd zou kunnen worden op een verpleegster,
zou hem een paar maanden geleden geprikkeld heb
ben tot een ongebreidelden spot. De houding, die
hij aanvankelijk tegenover Anne had aangenomen,
was dan ook niets geweest dan een omkeering van
dat complex. Hij had den nadruk gelegd op den
zakelyken aard van hun relatie, en hun omgaug strikt
beperkt tot hetgeen vereischt werd door hun werk,
omdat hij in zijn onderbewustzijn zichzelf wan
trouwde en vreesde. Nu was dat ónnoozele apparaat
van zelfverdediging bezweken.
De lange stilte verbrekend liet hij toe, dat enkele
zijner gedachten zich vormden tot woorden.
„Ik kan U niet zeggen hoe blij ik hen, dat u bij mij
bent, gekomen," zei hij. „En ik geloof, dat ik u helpen
kan ook. Of liever, ik weet het wel zeker. Miss Melvil
le is een heel oude vriendin van me. U kunt er op
rekenen, dat ik vanavond nog met haar ga praten.
We zullen de zonderlinge neigingen tot zelfopoffering