VLOT EN SPORTIEF
H'breklo jurk
Aan het einde van de 352e en van iedere volgende 5e
naald (dus van de 357e, 362e, 367e naald enz.) zetten
we er 1 st. bij op. Dit doen we tot we 122 st. op de
naald hebben. Voor het armsgat kanten we aan het
begin van de 453e naald 10 st. af, aan het begin van
de 455e, 457e en 459e naald 2 st. en aan het begin van
de 461e naald 1 st. (105 st.). Vanaf de 477e naald
breien we weer alle st. in tricotsteek, terwijl we bij
deze naald bij iedere streep den len en 2en av. st. (r.)
te zamen breien (95 st.).
Voor den hals kanten we aan het begin van de 508e
naald 31 st. af en aan het begin van de 12 volgende,
even naalden 2 st. Voor den schouder kanten we aan
het begin van de 541e en 7 volgende, oneven naalden
5 st. af.
HET REOH TE R VOORPA NI) breien we op
dezelfde, doch tegengestelde wijze als het lin
kervoorpand alleen breien we er nu knoops
gaten in. Dit doen we bij de 35e en iedere vol
gende 36e naald (dus bij de 71e, 107e, 143e naald,
enz.) door bij deze naalden eerst 3 st. te breien,
dan 6 st. af te kanten, nu 8 st. te breien, nog
eens 6 st. af te kanten en verder de naald volgens
de gewone methode uit te breien. Bij de volgende
naalden zetten we deze st. er dan weer bij op. (We
moeten een dubbel knoopsgat breien, daar we bij dit
pand in het midden een zoom maken.) Om moei
lijkheden te voorkomen, geven wij hieronder nog even
een beknopte beschrijving van dit pand, (doch geven
dan niet meer de knoopsgaten aan; deze dus niet
vergeten!). Opzetten 207 st.
Ie naald: 60 r., 3 av., 13 r. Vanaf 9 maal her
halen; eindigen met 3 av.
51e naald58 r., 2 st. r. te zamen breien, 3 av.,
2 st. r. te zamen breien, 9 r., 2 st. r. te zamen breien.
Van;f 9 maal herhalen; eindigen met 3 av.
101e naald: 57 r., 2 st. r. te zamen breien, 3 av.,
2 st. r. te zamen breien, 7 r., 2 st. r. te zamen breien.
Vanaf 9 maal herhalen; eindigen met 3 av.
151e naald: 56 r., 2 st. r. te zamen breien, 3 av.,
2 st. r. te zamen breien, 5 r., 2 st. r. te zamen breien.
Vanaf 9 maal herhalen, eindigen met 3 av.
201e naald: 55 r., 2 st. r. te zamen breien, 3 av.,
2 st. r. te zamen breien, 3 r., 2 st. r. te zamen breien.
Vanaf 9 maal herhalen; eindigen met 3 av.
251e naald: 54 r., 2 st. r. te zamen breien, 3 av.,
2 st. r. te zamen breien, 1 r., 2 st. r. te zamen breien,
Vanaf 9 maal herhalen; eindigen met 3 av. (112 st.)
Bij de 253e en iedere volgende 10e naald breien we
de laatste 2 st. van het gedeelte in tricotsteek te
zamen (dus de 2 st. voordat we de eerste maal 3 av.
breien). Dit doen we 10 maal (102 st.). Aan het einde
van de 351e en van iedere volgende 5e naald zetten
we er 1 st. bij op, tot we 122 st. op de naald hebben.
Voor het armsgat kanten we aan het begin van de
454e naald 10 st. af, aan het begin van de 456e, 458e
en 460e naald 2 st. en aan het begin van de 462e naald
1 st. (105 st.). Vanaf de 477e naald breien we weer
alle st. in tricotsteek, terwijl we bij deze naald bij
iedere streep den len en 2en av. st. te zamen breien
(95 st.). Voor den hals kanten we aan het begin van de
507e naald 31 st. af en aan het begin van de 12 vol
gende, oneven naalden 2 st.
Voor den schouder kanten we aan het begin van de
540e en 7 volgende, even naalden 5 st. af.
DE MOUW.
We zetten 103 st. op en breien hierboven als volgt:
le naald: 17 r., 3 av., 3 r. Vanaf 11 maal her
halen, dan 3 av., 17 r.
Alle volgende naalden breien we steeds r. boven r.
en av. boven av.
Aan het einde van de 9e, 10e, 19e, 20e, 29e, 30e, 39e
en 40e naald zetten we er 1 st. bij op (111 st.). Voor
den kop kanten we aan het begin van de 51e en 52e
naald 7 st. af, aan het begin van de 53e, 54e, 55e en
56e naald 3 st. en aan het begin van iedere volgende
naald 1 st., tot we nog 70 st. op de naald hebben. Bij
de 151e naald kanten we alle st. af.
Voor het strikje en bandje langs den hals zetten we
9 st. op en breien hierboven
De le naald: 3 r., 3 av., 3 r. Alle volgende naalden
breien we r. boven r. en av. boven av. Bij de
501e naald kanten we af.
We persen nu de verschillende deelen luchtig
onder een vochtigen doek op en naaien ze in elkaar.
In den kop van de mouw maken we eenige plooien.
De knoopvormen overtrekken we met ripslint,
terwijl we van de rest hiervan een ceintuur maken.
De knoopsgaten festonneeren we ten slotte.
101e naald: 3 av., 2 st.
r. te zamen breien, 7 r., 2
st. r. te zamen breien. Vanaf
voortdurend herhalen.
151enaald: 3av., 2 st. r.
te zamen breien, 5 r., 2 st.
r. te zamen breien. Vanaf
voortdurend herhalen.
201e naald: 3 av., 2 st.
r. te zamen breien, 3 r., 2
st. r. te zamen breien. Vanaf
voortdurend herhalen.
251e naald: 3 av., 2 st.
r. te zamen breien, 1 r., 2
st. r. te zamen breien.
Vanaf voortdurend her
halen (141 st.).
Hierna breien we steeds
afwisselend 3 av., 3 r. (r.
boven r. en av. boven av.)
Aan het einde van de
351e en 352e, en van iedere
volgende 5e en 6e naald
(dus van de 356e en 357e,
de 361e en 362e naald, enz.)
zetten we er 1 st. bij op.
Dit doen we tot we 181
st. op de naald hebben.
(Deze bijgemaakte st. ne
men we vanzelfsprekend in
het patroon op.)
Voor de armsgaten kanten
we aan het begin van de
453e en 454e naald 8 st. af,
aan het begin van de 455e
tot en met 460e naald 2 st.
en aan het begin van de
461e en 462e naald 1 st.
(151 st.).
Vanaf de 477e naald
breien we alle st. in tricot-
steek (dus alle heengaande
naalden r. en alle terug
gaande naalden av.), terwijl
we bij deze naald bij iedere
streep den len en 2en av.
st. te zamen breien (recht
natuurlijk, daar de geheele
naald r. gebreid wordt).
We hebben dan nog 126
st. op de naald. Voor de
schouders kanten we aan
het begin van de 537e tot
en met de 552e naald 5
st. af. De overige 46 st.
kanten we bij de 553e naald
in eens af voor den hals.
We zetten 207
op en
- breien hierboven als volgt
(ONG. 96 CM BOVENWIJDTE)
Bij het aanvullen van onze zomergarderobe
mogen we in géén geval een sportief, warm
jurkje vergeten; op koele zomerdagen is een
dergelijk kleedingstuk namelijk onmisbaar. Voor het
model van onze afbeelding gebruikten wij lichtgrijze
wol, terwijl we voor de knoopen en de ceintuur
rood ripslint namen.
Benoodigdhedenong. 650 gram kantwol, 14 knoop
vormen, ong. 2 m ripslint, 2 lange aluminium brei
naalden met knop nr. 2.
HET RUGPAND.
We zetten 371 st. op en breien hierboven eerst 50
naalden steeds afwisselend 3 av., 13 r. (eindigen met
3 av.) en wel altijd r. boven r. en av. boven av.
51e naald: 3 av., 2 st. r. te zamen breien, 9 r.,
2 st. r. te zamen breien. Vanaf voortdurend her
halen.
Alle volgende niet genoemde naalden breien we r.
boven r. en av. boven av.
Vanaf 9 maal herhalen,
dan 3 av., 60 r.
Alle volgende niet ge
noemde naalden breien we
r. boven r. en av. boven av.
51e naald: 3 av., 2 st.
r. te zamen breien, 9 r., 2
st. r. te zamen breien. Vanaf
9 maal herbalen, dan 3 av., 2 st. r. te zamen
breien, 58 r.
101e naald: 3 av., 2 st. r. te zamen breien, 7 r., 2
st. r. te zamen breien. Vanaf 9 maal herhalen, dan
3 av., 2 st. r. te zamen breien, 57 r.
151e naald: 3 av., 2 st. r. te zamen breien, 5 r.,
2 st. r. te zamen breien. Vanaf 9 maal herhalen,
dan 3 av., 2 st. r. te zamen breien, 56 r.
201e naald: 3 av., 2 st. r. te zamen breien, 3 r., 2
st. r. te zamen breien. Vanaf 9 maal herhalen, dan
3 av., 2 st. r. te zamen breien, 55 r.
251e naald: 3 av., 2 st. r. te zamen breien, 1 r.,
2 st. r. te zamen breien. Vanaf 9 maal herhalen, dan
3 av., 2 st. r. te zamen breien, 54 r. (112 st.).
Bij de 253e en iedere volgende 10e naald (dus bij
de 263e, 273e, 283e naald, enz.) breien we de eerste 2
st. van het gedeelte in tricotsteek te zamen. (Dus
nadat we bij deze naalden den laatsten keer 3 av.
gebreid hebben, breien we 2 st. r. te zamen). Dit doen
we 10 maal: we hebben dan dus 102 st. op de naald.
HET LINKERVOOR
PAND.