VIJF EEUWEN
BOEKDRUKKUNST
EEN INGEWIKKELD JUBILEUM
LLatmeJ
Ibftbftmant
jtütbfttzagf oó aiflcrirfi on brr nl atit
ipö fatten brunfmig mol echanr ipon
gultij gelltc mlöörieuflflöttfigetttfin:
onaudjanö mtfllargg uf uöbratrBg
on batf fcollf alle të oo mrtten labtn
|>ac2u lantgue oo litttm on romige
&oüf alicoU folhts brengt Shrauurbr
20 Irite on 2U gturae &o bömet unötfc
f nurat 1M Camttag oor fanr gallp
es morgens oem f unfften natie to b'
j^latenant
moltiff ir fcrê rirlite alle gtmrin öan
roo ir föölictr fprediêt nt in Oö inurc tin
teil fotj tt raiOti f atjtc D as mé tin üirtg
fcurijfebatte $ti urnrfnlifit tee on gut
I>a raa orb an öa* gne frijatf Out 2>ar
om üforgft otlj felbs oor an UJnsiftjn:
etlitbantiteirirlisfan^föellft odnool
rait geHugt broton min Volbrengt orb
jpHLBRAICËsi
Xf£-/ZDAIC£>
GM.CE,Óti
ARCANI CoksjlTI ARPARATIO
|D«Ur^üofer
Johann Gutenberg.
Bij een jubileum pleegt men te jubelen
en dat dit de edele kunst van het boek
drukken slechts met mate ten deel
valt, ligt niet aan dit bedrijf zelf. Hoezeer
men ook als pessimist van meening kan zijn,
dat deze uitvinding behalve gebruikt ook
misbruikt is en dat veel wat gedrukt is,
beter ongepubliceerd had kunnen blijven,
de vondst zelf is prijzenswaardig en in haar
eenvoud geniaal. Want eigenlijk was het
een voor de hand liggend geval: ver voor
de toepassing van de boekdrukkunst drukte
men met stempels, met zegels, met be
sneden blokken hout en als leek kan men
Een der eerste drukken
uit Gutenberg's werkplaats.
Laurens Jansz. Coster.
Titelblad van den Antwerpschen veeltaligen bijbel, op kosten Opdracht voor den veeltaligen bijbel,
van Philips II onder leiding van Arias Montanus bij Chris- te Antwerpen gedrukt. Rechts eenige
toffel Plantijn van 1569/72 in acht foliobanden gedrukt. voorstellingen uit het Oude Testament,.
nauwelijks beseffen, welke technische gevol
gen het simpele denkbeeld had, dat men
losse letters bij elkaar bond, er mee drukte,
en ze weer in 'n bakje gooide om ze er later
uit te halen en opnieuw te drukken. Uit
deze kleine verandering in een methode
ontstonden machtige persen, procédé's,
waarvan de argelooze lezer van krant of
tijdschrift even weinig begrip heeft als de
radioluisteraar van de constructie van zijn
toestel, dat als serie-apparaat in een groote
fabriek gemaakt wordt.
Een drukkerij is ook een fabriek, een
fabriek van gedrukt papier, en de eerste
fabriek ontstond in 1440, de eerste fabrikant
was Gutenberg of Coster.
En met deze beide laatste beweringen
zitten we midden in de hindernissen van
ons jubileum. Geleerde mannen hebben
vastgesteld, dat de boekdrukkunst in
1440 uitgevonden is, maar in 1923 is ook
al een jubileum gehouden en als alle deskun
digen him eigen feest zouden willen vieren,
dan konden we van 1923 tot 1954 of later
nog elk jaar jubelen. Met het jaar van de „ge
boorte" der boekdrukkunst zitten we dus lee-
lijk, maar de uitvinder, of liever de uitvin
ders, bezorgen ons nog meer moeilijkheden.
Als Gutenberg en Coster geweten hadden
hoeveel maal hun vondst gebruikt of mis
bruikt is om de eer aan den één of den ander
toe te kennen, dan hadden ze misschien in
huneerste publicaties hun werkmethodes uit
eengezet. Want de strijd gaat in het kort hier