EEN LEUK JURKJE VOOR ONS MEISKE VAN 12 JAAR hw ■mm; .1- 28 Dit vlotte modelletje, waarvan de kraag met het ruime randje al bijzonder aardig is, zal onze kleine schat snoezig staan. Voor de afwerking gebruikten wij angorawol, doch daar dit materiaal nog al kostbaar is, zouden we het willen vervangen door dezelfde wolsoort, die wij voor het jurkje kozen; we nemen dan vanzelfsprekend een contrasteerende kleur, bijvoorbeeld rose of licht blauw. Benoodigdhedenong. 100 gram dunne witte babywol, 3 bolletjes (van 7 gram) rose angora wol, 3 kleine witte knoopjes, 2 lange aluminium breinaal den met knop no. 2% en een haaknaald nr. 2/2. Maten. Lengte ong. 40 cm; onderwijdte ong. 74 cm. We beginnen aan den onderkant, zetten 192 st. op en breien hierboven eerst 14 naalden recht (ribbels), daarna breien we verder als volgt: 15e naald: 5 r., 2 av., 16 r. Vanaf steeds her halen; eindigen met 2 av., 5 r. 16e naald: 4 av., 4 r., 14 av. Vanaf steeds her halen; eindigen met 4 r., 4 av. 17e naald: 4 r., 4 av., 14 r. Vanaf steeds her halen; eindigen met 4 av., 4 r. 18e naald: 5 av., 2 r., 16 av. Vanaf steeds her halen; eindigen met 2 r., 5 av. Nu breien we 10 naalden in tricotsteek, dus alle heengaande naalden r. en alle teruggaande naalden averecht. 29e naald: 14 r., 2 av., 16 r. Vanaf steeds her halen; eindigen met 2 av., 14 r. 30e naald: 13 av., 4 r., 14 av. Vanaf steeds herhalen; eindigen met 4 r., 13 av. 31e naald: 13 r., 4 av., 14 r. Vanaf steeds her halen; eindigen met 4 av., 13 r. 32e naald: 14 av., 2 r., 16 av. Vanaf steeds herhalen; eindigen met 2 r., 14 av. [De volgende lOnaalden breien we weerin tricotsteek. De laatste 28 naalden, dus de 15e naald tot en met de 42e naald, vormen het patroon en we herhalen ze dus voortdurend, tot we in totaal 106 naalden gebreid hebben. 107e naald: steeds afwisselend 1 r., 1 av. 108e naald: r. boven r. en av. boven av. 109e naald: steeds afwisselend 2 r., 2 st. r. te zamen breien (144 st.). We breien nu eerst het voorpandje boven de laatste 72 st. en wel geheel in tricot-steek, dus alle teruggaande (Mi' even naalden av. en alle heen gaande oneven naalden r. Voor de armsgaten kanten we aan het begin van de 125e en 126e naald 5 st. af en aan het begin van de 127e en 128e naald 2 st. (58 st.). Voor den hals kanten we bij de 164e naald de middelste 6 st. af. Boven de laatste 26 st. van deze naald breien we dan eerst den linkerschouder. Aan het begin van de 166e en 168e naald kanten we 3 st. af, aan het begin van de 170e naald 2 st. en aan het be gin van de 172e en 174e naald 1 st. Voor den schouder kan ten we aan het begin van de 175e en 177e naald 8 st. af. Boven de overgebleven 26 st. van de 164e naald breien we den rechterschouder op dezelfde, doch tegengestelde wijze. We kanten nu dus aan het begin van de 165e en 167e naald 3 st. af, aan het begin van de 169e naald 2 st. en aan het begin van de 171e en 173e naald 1 st. Voor den schouder kanten we aan het begin van de 174e en 176e naald 8 st. af. Het rugpand breien we (bo ven de overgebleven 72 st. van de 109e naald) op dezelfde wijze als het voorpandalleen kanten we nu voor de schou ders aan het begin van de 171e, 172e, 173e en 174e naald 8 st. af. Het kraagje. Met de rose wol zetten we 535 st. op en breien hierboven als volgt: le naald: steeds afwisselend 10 r., 5 av.; eindigen met 10 r. 2e en alle volgende even naaldenr. boven r. en av. boven av. 3e naald: 2 st. r. te zamen breien, 6 r., 2 st. r. te zamen breien, 5 av. Vanaf steeds herhalen. 5e naald: 2 st. r. te zamen breien, 4 r., 2 st. r. te zamen breien, 5 av. Vanaf steeds herhalen. 7e naald: 2 st. r. te zamen breien, 2 r., 2 st. r. te zamen breien, 5 av. Vanaf steeds herhalen. 9e naald: 2 st. r. te zamen breien, 2 st. r. te zamen breien, 5 av. Vanaf steeds herhalen. Bij de 11e naald kanten we alle st. af. Met de witte wol zetten we 46 st. op en breien hierboven als volgt: le naald: steeds afwisselend 1 r., 1 av. 2e, 3e en 4e naald: r. boven r. en av. boven av. 5e naald: 4 r., omslaan, 2 st. r. te zamen breien, 16 r., omslaan, 2 st. r. te zamen breien, 16 r., omslaan, 2 st. r. te zamen breien, 4 r. 6e en alle volgende even naalden: averecht. 7e naald: 2 r., omslaan, 2 st. r. te zamen breien, 1 r., 2 st. r. te zamen breien, omslaan, 13 r. Vanaf herhalen. 9e naald: als de 5e naald. 10e naald: averecht. De volgende 8 naalden breien we in tricotsteek. 19e naald: 13 r., omslaan, 2 st. r. te zamen breien, 16 r., omslaan, 2 st. r. te zamen breien, 13 r. Vanaf herhalen. 21e naald: 11 r., omslaan, 2 st. r. te zamen breien, 1 r., 2 st. r. te zamen breien, omslaan, 13 r. Vanaf herhalen. 23e naald: als de 19e naald. De volgende 9 naalden breien we weer in tricot steek. Bij de 24e naald kanten we de middelste 14 st. af. We breien nu eerst verder boven de laatste 16 st. van deze naald. Aan het einde van de 25e en 27e naald breien we 2 st. te zamen (14 st.). 33enaald: 4 r., omslaan, 2 st. r. te zamen breien, 8 r. 35e naald: 2 r., omslaan, 2 st. r. te zamen breien, 1 r., 2 st. r. te zamen breien, omslaan, 7 r. 37e naald: als de 33e naald. De volgende 9 naalden weer in tricotsteek en aan het einde van de 44e en 46e naald 1 steek er bij opzet ten (16 st.). 47e naald: 13 r., omslaan, 2 st. r. te zamen breien, 1 r., 1 st. er bij opzetten (17 st.) 49e naald: 11 r., omslaan, 2 st. r. te zamen breien, 1 r., 2 st. r. te zamen breien, omslaan, 1 r., 4 st. er bij opzetten (21 st.). 51e naald: als de 47e naald, alleen breien we nu aan het einde 6 r. in plaats van 1 r. Bij de 53e naald kanten we alle st. af. Boven de overgebleven 16 st. van de 24e naald breien we de tweede helft op dezelfde doch tegenge stelde wijze. De strikjes. Met de rose wol zetten we 12 st. op en breien hier boven in ribbelpatroon (alle naalden recht), terwijl we aan het begin van iedere 2e naald 2 st. te zamen breien en er aan het einde van deze naalden 1 st. bij opzetten. Bij de 17e naald kanten we af. We breien drie strikjes. We persen nu de verschillende deelen luchtig onder een vochtigen doek op en naaien ze in elkaar. Langs de armsgaten haken we met de witte wol één toer vasten. Van het kraagje naaien we het witte en rose deel aan elkaar en naaien het daarna op het jurkje; vanaf het linkerschoudertje, dat we niet dicht naaien, laten we het kraagje los hangen; aan het uiteinde haken we dan een lusje, en naaien op het jurkje een klein knoopje. Langs het linkerschoudertje haken we één toer vasten en tegelijkertijd aan den voorkant hiervan twee lusjes; op den achterkant naaien we dan hiertegenover twee kleine knoopjes. Ten slotte rimpelen we de drie strikjes in het midden eenigszins in en naaien deze midden op het voor pandje (zie foto).

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1940 | | pagina 28