3SE In de traditioneele kleederdracht van het tijdperk staan figuranten te wach ten ander de sterke schijnwerpers. historische costuumstukken, uit ge filmd tooneel, waarvan het scenario ook precies den tekst volgt, der oude Japansche drama's. Oogenschijnlijk is dit een voor den bloei van de industrie weinig opwekkend verschijnsel, doch als men in aanmerking neemt, dat de Japanner in wezen met de traditie vergroeid is (zonder er in te zijn vastgeroest), dan begrijpt men, dat deze voor ons gevoel ouderwetsche, ja zelfs droge stof het enthousiasme van den inheemschen toeschouwer kan trekken. Immers hij ziet hier de legenden, waarmee hij als kind op gevoed is, uitgebeeld, al de helden, die hij in zijn jeugd gekend heeft en ook nu nog ver eert, treden voor hem op alsof zij nog leefden, de oude gewoonten, de rijke costuums doen hem beseffen, dat hij zoon is van een lang en roemrijk levend volk, zijn natio naal bewustzijn wordt door de film versterkt, hij is meer Japanner dan ooit als hij de bioscoop verlaat. Dit in tegenstelling met een westersch bioscoopbezoeker, die in een voor hem vreemde taal een rolprent heeft gezien waarin de dingen van het dagelijksch leven, humoristisch of tragisch opgevat, een meer algemeen beeld geven van de ver langens en zorgen der menschen over de geheele wereld. Voor den westerling komt elke Japansche film op hetzelfde neer, omdat hij de historie, den achtergrond, de dikwijls voor hem onbegrijpelijke conflicten niet kan volgen. Begrippen als Een oorlogsschip, dat op stapel staat, vliegt in brapd. Opname uit „In de dagen, toen de shogoen Vele eeuwen lang was i~ shogoen het eigenlijke hoofd van den Japanschen staat, terwijl de keizer slechts de hoogste titels en titulaire waardigheden mocht ver- Ie enen en het recht had verdragen met vreemde mogendheden te sluiten. Kinugasa legt de laatste hand aan het toilet van de heldin, Toshiko Iizuka. Zooals men weet werden vrouwenrollen in Japan vroeger door mannen gespeeld; in den laatsten tijd is hier echter ver andering in gekomen. Sce ne van een terechts- zitting, waarbij een dai nty o (lelt. groote naam), een leenman van den shogoen, in het kasteel van den laatste ter verantwoording geroepen wordt. De daimyo's en samurai vormden den feodalen adel in Japan. De eersten heerschten tamelijk zelfstandig over een vrij groot gebied men was pas daimyo als men een leen had, dat 180 kg rijst per jaar opleverde). eer en moed, gehoorzaamheid en discipline zijn zoo geheel anders in het verre'oosten dan in Europa en zoo heeft dus hier een westersche techniek een geheel oostersch karakter aange nomen, een bewijs, wellicht een troost, dat de machine den menscli in wezen niet kan veranderen, doch dat zij ten slotte dienst baar gemaakt wordt aan een bepaalde idee. Een dichte menigte kijkt toe bij de opname van een film door Teinasuke Kinugasa, den „massa"- regisseur van Japan.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1940 | | pagina 3