ROMANTISCHE FIGUREN DE MAN DIE EEN KLAP VAN DEN MOLEN KREEG DON QUICHOTTE DE LA MANCHA j juichende menigte krioelde rondom Sancho. VIERDE HOOFDSTUK HET EILAND VAN SANCHO EN HET EINDE VAN DEN DOOLTOCHT De ontmoeting met de Schoone Dame den volgenden dag werd voor Sancho het mooiste en meest gedenkwaardige avontuur. Zij togen tegen den middag, nadat zij den geheelen morgen nog geen mensch ontmoet hadden, naar een heuvel ter zijde van den weg om de omgeving te verkennen. Daar zagen zij na een kwartiertje een ruiterstoet naderen; in het midden van de groep reed een amazone op een prachtigen schimmel, en don Quichotte overdreef dezen keer niet, toen hij zijn schildknaap beval: „Spoed u naar deze jonkvrouw, wier schoonheid alle ridders moet bekoren, en zeg haar, dat don Quichotte, de dolende ridder, haar nederig zijn diensten aanbiedt, en dat de held der Leeuwen en Reuzen gelukkig zou zijn, wanneer zij zijn diensten wilde aanvaarden." Sancho bracht zijn boodschap mooi en goed over. Hij be dwong zijn bewonderende nieuwsgierigheid, gaapte de dame, die inderdaad buitengewoon knap was, niet aan, doch maakte een keurige buiging, knielde op één knie en sprak zijn begroeting zooveel mogelijk in de verheven taal zijns meesters uit: „Mevrouw, Sancho, de schildknaap van don Quichotte de la Mancha, groet u en biedt u de diensten van zijn meester aan. De Schrik der Leeuwen verzoekt u eerbiedig, zijn kracht en dapperheid in dienst te mogen stellen van Uwe Hoogheid." De schoonheid glimlachte beminnelijk. „Ik heb veel gehoord over uw meester, die wel de dapperste ridder van Spanje en Amerika moet zijn; ik ben heel blij, dat ik met hem kan kennis maken, en ik zou het een groote eer vinden, als hij eenigen tijd mijn gast wilde zijn." Sancho draafde weg om de vereerende invitatie over te brengen, en zoo gebeurde het, dat don Quichotte dien avond met alle eer ontvangen werd op het kasteel van den hertog van Marunalo. Zijn gastheer was even voorkomend en charmant als zijn vrouw; de dolende ridder zat bij het avondmaal op de eere plaats en hij moest honderduit vertellen over zijn strijd en avon turen. Toen het gesprek op Sancho kwam en de hertog hoorde van diens beerschersdroomen, besloot de edelman het ideaal van den dikkerd te verwezenlijken en hem voor eenigen tijd de volle glorie te schenken, waarover hij zoo lang had gefantaseerd. De opperceremoniemeester, de nar en de kamerdienaar van den hertog, een toonbeeld van voorname deftigheid, werden ont boden, plannen werden besproken met de voornaamste burgers van het stadje, dat bij het kasteel lag, en tot 's morgens vroeg was het in de straten een drukte, of er een nationale feestdag op til was. Tot sprakelooze verbazing van Sancho zag hij, toen hij den volgenden morgen na een kostelijke nachtrust ontwaakte, een verzameling deftigheden rondom zijn bed, die met onderdanige beleefdheid informeerden, hoe Zijne Hoogheid geslapen had de schildknaap werd naar een kleedkamer geleid, kwam ver volgens terecht in een eetzaal, waar een ontbijt klaar stond, dat even lekker als uitgebreid was, en daarna werd hij op een paard gezet. De dikkerd kneep zijn armen blauw, verfrom melde de manen van het paard, genoot nog né van het heerlijke ontbijt en kwam tot de conclusie, dat hij niét droomde; hij zét op een paard, een juichende menigte krioelde werkelijk om hem heen en er stond echt een heerschap in 'n pracht van een uniform vóór hem, die hem vertelde, hoe blij de burgers van Barotaria waren, dat hun nieuwe heer bezit van zijn rijk had genomen. Aha, don Quichotte had zijn belofte dus gehouden, Sancho had zijn eiland eindelijk gekregen. De deftige meneer vertelde ook, dat de nieuwe gouverneur van het eiland zoogezegd dadelijk aan het werk konvele geschillen en processen wachtten sinds lang op afdoening, en of het Zijne Hoogheid behaagde, dadelijk zijn plichten als opperste rechter te vervullen1? Nu, dat wilde Sancho wel; hij liet zich naar een of andere zaal brengen, installeerde zich breeduit op een soort troon en beduidde, dat hij klaar was om zijn proefstuk in de rechtspraak te leveren. De eerste zaak was erg moeilijktwee grijsaards traden binnen, .in het midden reed 'n amazone op een prachtigen schimmel.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1940 | | pagina 6