Interessanter was verder do jacht, op den Belgi schen herder, die bij een vischkeldertje in de Jordaan werd aangetroffen. Het kostte heel wat lokvoer en de bijtpogingen van het beest waren griezelig gevaarlijk, doch ten slotte werd ook deze hond in den veiligen wagen geloodst. Doch laat ons niet te veel in details treden. We kwamen nog als een hulp-expeditie hij een kat, die van het dak was getuimeld; we joegen tevergeefs op een oolijk en wollig bastaard-pekineesje, dat in een formidabele spurt den heelen Nieuwendijk afrende, en vingen nog een origineelen straatterrier, die den wagen kennelijk als een veilige haven waardeerde. Het meest eohter trof ons de groote plaatselijke kennis van den vanger. Alle marktplaatsen voor levensmiddelen en alle naehtautomaten, waar de late eters met gulle hand aan bedelende honden schenken, kent hij als willige vangplaatsen, en de portieken, die voor zwervende honden een bijzondere aantrekkings kracht bezitten, zijn voor hem geen geheimen meer. Zoo is de Amsterdamsche hondenpatrouille, span nend en afwisselend, met nachten van succes en tegenslag. Typisch is de lange rit door het slapend Amsterdam, door de uitgestorven straten, waar de huizen als met gesloten oogen staan te droomen, langs het IJ, waar de stakerige kraanarmen als om genade smeekend ten hemel wijzen en langs de in tieme grachtjes, waar de boomen inktzwart en roer loos droomen boven het water, waarin de lampen der straatlantaarns zich met flauw golvende lijnen door de bogen der bruggen vlechten. Talrijk zijn dan de katten, wier oogen fel groen en glinsterend opdoemen in het licht der koplampen, spaarzaam en vaak weerspannig de honden, die gevangen moeten worden en raadselachtig de lieden, die zich in het diepst van den nacht in de straten ophouden. Achter iederen wandelaar schijnt dan een drama verborgen. Doch al deze somberheid viel van ons af, toen onze viervoetige dakloozen, weliswaar nog wat schuw en achterdochtig, doch overigens tevreden en opgewekt, de warme en ruime kooien betraden en hun eersten asylmaaltijd met smaak genoten. Toen begrepen we, dat door deze spannende nachtelijke ritten nameloos veel dieren leed wordt gelenigd. Ten slotte de vraag: wat gebeurt er met al die honden? Want als men weet, dat in het laatste boek jaar 944 honden werden gevangen, voelt men tevens, dat al die dieren niet in het asyl kunnen blijven. Welnu, eerst worden ze zes dagen vastgehouden, in welken termijn het leeuwendeel door de dankbare bazen en bazinnen wordt afgehaald. De rest komt tegen vergoeding van maximaal f 5 kostgeld ter beschikking van hen, waarvan men aanneemt, dat De start van den asylwagen voor den nachtelijken epeurtoeM vanaf 't politiebureau in de Linnaeusstraat. ze goed voor het beest zullen zijn ook in dien tijd komt nog vaak de oude eigenaar en slechts de absoluut Waardelooze, oude en zieke honden Worden volmaakt pijnloos afgemaakt. Doch overigens worden ook honden van het bekende vuil- nisbakkenras in het leven ge houden. Omtrent het afhalen der honden is evenmin eenige verwachting te maken. De kostbaarste honden blij ven soms zitten en de meest or dinaire „fikkies" worden soms met ontroerende blijken van hartelijk heid afgehaald. Geen hond wordt echter afgegeven, eer de honden belasting betaald is en dat is het eenige belang der gemeente. De rest gebeurt op kosten van de Vereeniging Dierenasyl ten bate van het verwaarloosde dier. TH. E. BOOSMAN Een vermoeid zwervertje wordt ontdekt onder eenhandkar. Het personeel van het asyl weet hoe het een zwer venden hond op z'n gemak moet stellen en in den auto lokken. Voedsel en een goed hok wachten den zwerver in het asyl. De kleine zwerver komt overeind en zal spoedig rustig met den asylman meegaan.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1940 | | pagina 15