a HAAGSCHE LANDHONGER - X x '5^*% ^3* V'l N -« W - r- EEN GOED BEGIN IS >T HALVE WERK! m _s£lr; Jzf' g ■■V :3 fa* Jt MR ^*rrMT1TV jttr^ ~Z* I V- *k «C^VK:_-o%<. ---—- 'ui& -s ZAi De vorige oorlog heeft ons het merkwaardige agrarisoh instituut van de volkstuintjes nagelaten. Wel heeft het nooit meer den bloei gekend van die mobilisatiejaren, maar de hartstoohtelijkste amateur-tuinders waren toch nooit heelemaal den smaak kwijt geraakt, propageerden in vereenigingen hun landelijke liefhebberij, slaagden er zelfs hier en daar in ze te ver- v... edelen tot een niet te miskennen kunst. Maar nu krijgen opnieuw de volks tuinders den wind in de zeilen. De weinige zekerheid van de toekomst heeft het verlangen n.i ar eigen land- en tuinbouwproduc ten weer doen op leven, en in stads tuinen en op braak- liggenden grond wordt allerwegen gespit en gemest. Drie boontjes bij elkaar in een kuiltje op afstanden nan veertig centimeter: dat is de manier V ivVjfVÏ f Tr: •:V '*>V - v- ~H ,.V Die sperzieboontjes kunnen wel wat dichter op elkaar! gezaaid en gepoot met een enthousiasme, dat in staat moet zijn, het gemis aan kennis en vaardigheid wel voor een groot deel te ver goeden. De Hagenaars hebben een sensationeele kans ge kregen aan de Laan van Meerdervoort. Heel aan het einde der stad, op den hoek van de'fhorbeokelaan, lag het 8.5 heotare. groote terrein, dat door de Do meinen was aangekocht voor den bouw van het nieuwe gebouw voor het hoofdbestuur der P.T.T. Daar waren wat kleine

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1940 | | pagina 4