van Heek, bleek al spoedig die eigenschappen te be zitten, welke noodig zijn om dit monument tot nieuw leven te brengen. Zijn liefde voor Bergh bleek zoo groot, dat hij, die gedurende een kwart eeuw aan de verbetering en aankleeding van het huis Bergh ge werkt heeft, den moed kon vinden zijn door den brand van 1939 verwoesten arbeid opnieuw te begin nen. Al zijn de meeste door hem verzamelde schil derijen bij den brand gered, er is toch ook veel ver loren gegaan en wij betreuren met den heer van Heek, dat hierbij een portret was van een der graven, ver moedelijk Oswald III. Het kan den bezoeker niet anders dan tot vreugde stemmen wanneer hij in het weder in aanbouw zijnd kasteel het daadwerkelijk en overtuigend bewijs ziet van de liefde van den eigenaar in het instandhouden van het aan zijn zorgen toever trouwd monument, zijn kasteel. De met vier hoektorentjes bekroonde hoektoren van kasteel Bergh, genoemd de ,,Bergvrede", gezien vanuit den kasteeltuin. dezen zwager van het hoogste belang was. maar graaf Willem bleek een onzeker bondgenoot. Na aarzelingen koos hij ten slotte met zijn zoons partij voor den koning van Spanje, waarbij het hier niet de plaats is dieper op de vraag in te gaan of hij dit deed uit geloofsovertuiging dan wel uit gekwetste ijdelheid of uit berekening. Feit is, dat zijn kasteel de gevolgen ervan moest ondervinden. Van verschillende pogingen zich mees ter te maken van het kasteel Bergh en het nog sterkere Ulft, wil ik er een ver melden. In Mei 1572 waanden de Geuzen zich sterk genoeg een aanval op beide sterkten te wagen. Tevergeefs eisohten twee vendels stad en kasteel Bergh op met geweld werd de stad binnengedron gen, maar voor het slot liep de aanval dood. Onder commando van Anderleoht gedroeg de bezetting ervan zich zoo goed, dat de aanvallers, nadat hun aanvoerder gewond was, de stad verlieten. Drie dagen later kwamen zij echter terug, het kasteel werd omsingeld en van ver schillende kanten begon de besohieting. Tot overgave uitgeuoodigd, weigerde de ooinmandant Anderlecht andermaal, en verdedigde zich metslechts twaalf man zoo dapper, dat de Geuzen het beleg opbraken. Een derden aanval wilde de commandant evenwel niet af wachten. Hij besloot Bergh te verlaten, waarna stad en slot spoedig werden in genomen. Een detailfoto van een der in ons artikel genoemde hoektorentjes op den z.g. ,,Berg- vrede". van het slot, waarin Oswald III, graaf van den Bergh, en zijn gade Maria Leopoldina, gravin van Oost- Friesland en Rietberg, met name genoemd worden. Een brand in 1735 ontnam den „Bergvrede" zijn spits en had voorts verbouwingen ten gevolge, waardoor het middeleeuwsoh karakter een moderniseering onderging. Met bovengenoemden graaf Oswald stierf het tweede huis Bergh uit en door vererving kwamen de bezittingen aan de katholieke vorsten van Hohen- zollern-Sigmaringen. Van de vroegere geslachten, die over Bergh geregeerd hebben, dient eerst het dynastengeslacht van (den) Bergh vermeld te worden, dat in manlijke lijn uitstierf in 1416, toen Frederik III van Bergh overleed. Uit zijn huwelijk met Catharina van Buren was een dochter geboren, die in 1412 stierf en door haar huwelijk met Otto van der Leek, uit het huis van Polanen, dit roemruohtige ge slacht op Bergh bracht. De oude naam had evenwel zoo'n goeden klank, dat dit nieuwe geslacht den zijnen prijsgaf en zich voortaan van den Bergh ging noemen. Uit dit tweede huis is in de vader- landsohe geschiedenis bijzonder be kend geworden Willem IV, geboren in 1538 en gehuwd met Maria van Nassau, zuster van prins Willem den Zwijger. Het huis Bergh was toen op het toppunt van zijn maoht en aanzieneen reeks van verdien stelijke mannen was hem voorge gaan; het grondbezit strekte zich uit over Boxmeer, St. Stevens- weert, Hedel, Bylandt, Ulft, enz. De heeren hadden het recht van munt, Bergh zelf was een der vier Geldersche Bannerheerlijkheden. Het spreekt vanzelf, dat voor de zaak van Willem den Zwijger een partijganger van de beteekenis van De vorsten van Hohenzollern bewoonden het his torisch slot slechts zelden. Bewoning is voor oude ge bouwen nu eenmaal het beste middel tot instand houding; er gaat immers niets boven het oog van den meester, vooral wanneer deze bewondering paart aan eerbied voor het gebouw. Toen in 1912 een in dustrieel uit Twente de groote, gedurende meer dan acht eeuwen vererfde bezitting met het in onderhoud zoo kostbaar groote ,,Huis" van de vorsten van Hohenzollern kocht, was het aanvankelijk de vraag of hiermede de toekomst van dit historisch kasteel verzekerd zou zijn. De nieuwe eigenaar, de heer Jan De hoofdgevel van het kasteel Bergh na den brand. De als muurankers dienstdoende gesmeed-ijzeren letters tusschen de vensters bewaren de her innering aan een der eerste grafelijke bezitters en duiden den naam aan van Hermann Graf Zu Den Bergh, Markgraf, Marquis Van Bergen op Zoom.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1940 | | pagina 4