OP DE FIETS DOOR ONS MOOIE LAND EEN PAAR PRACHTIGE TOCHTEN I In de Gooisehe heide. Het is vroeg in den morgen, nog glinstert de en waarin rijwieltochten worden omschreven door dauw aan de takken van 't dennenbosch. Een de aan natuurschoon rijke deelen onzer provincies, kwiek eekhoorntje klautert omhoog en het Die tochten voeren over uitstekend onderhouden bosch is vol gerucht van vogels. Verderop ligt een rijwielpaden, die alle door de zorgen van den golvende heidevlakte met, hier A.N.W.B. zijn voorzien van de en daar, een zilverig berkje. Er slingert zich een pad door de glooiende vlakte en daarover na dert een rijtje fietsers, 'n Heele familie is het en zelfs de jongste spruit van zeven jaar trapt al p arm an tic: mee op haar fietsje, bekende rijwielpadwijzers, de zoo genaamde „paddenstoelen". Nu de vaeantietijd weer na dert, zijn we eens naar het hoofd kantoorvan den A.N.W.B. te Den Haag gestapt en daar deelde men ons mede, dat de wegwijzers en de trappers voorloopig paddenstoelen, die in verschillen- nog houten blokken behoeven. Veel bagage hebben ze niet bij zich, wat regenklee- ding is op de bagagedragers gebonden en de mond voorraad voor den dag zit in de fietstasch van moeder. Al vroeg zijn ze er op uitgetrokken en ze zullen er stellig geen spijt van hebben, want wijd is de heide, de bosselien geuren, het gaat een stralende zomerdag worden. En waar'zal men zoo'n dag beter besteden dan in de vrije natuur? Daar gaan de fietsers, in luchtige lcleedij trappen ze voort. Hoe licht loopt het „karretje" in de frissche koelte van den zomer morgen. De Elk goed Nederlander kan fietsen en geen wonder, want welk een prachtig vervoermiddel is eigenlijk onze vertrouwde fiets! En vooral in de dagen, die wij thans beleven, nu het autoverkeer vrijwel is stopgezet en het reizen per trein soms ook bezwaren onder vindt. Een fietsende natie waren wij altijd reeds, doch in de komende vacantieweken zullen er stellig meer fietsen op onze wegen te zien zijn dan ooit te voren. Velen die vroeger in eigen wagens of autobussen hun zomerreisjes maakten, zullen thans hun stalen ros bestijgen. En waarom ook niet? Gelooft u niet, dat u Holland op z'n mooist ziet als u het land schap doorkruist over de talrijke fietspaden, die ons mooie land bezit? Wie over fietstochten spreekt, denkt onmiddellijk aan den A.N.W.B. En te recht, want deze bond heeft veel voor fietsend Neder land gedaan. Ieder kent de practische reisgidsen, die door den bond in grooten getale worden uitgegeven de deelen van ons land tijdens de mobilisatiemaanden verwijderd werden, thans overal weer geplaatst worden. Ook is hier en daar wat oorlogsschade te herstellen, maar over 't alge meen valt het hard mee. In elk geval, vóór het reis- seizoen begint, zal alles weer prima in orde zijn. IS UW FIETS IN ORDE Wie malheur krijgt tijdens z'n dagelijkschen fiets tocht naar zijn werkzaamheden, riskeert een te laat komen, maar wie, met een zwaar beladen fiets, pech heeft op een eenzaam rijwielpad door de hei, vergalt z'n vacantiegenoegens. Kijk daarom uw fiets goed na eer u zich aan groote tochten waagt. Zorg vooral, dat u een goeden „zit" heeft, d.w.z. stel het zadel niet te hoog of te laag ten opzichte van het stuur, want dan kost het fietsen u een extra-inspanning, die ge heel overbodig is. Uw fiets moet goed „loopen", de wielen mogen niet slingeren, de ketting moet in prima conditie zijn en als u de heuvelrjjke streken van ons Eemdijk bij Spakenburg. land voor een tocht uitzoekt, laat dan vooral uw remmen in orde zijn. Een andere raad, dien ervaren fiets- toeristen u zullen gevenbewaar tijdens den tocht zooveel mogelijk een regel matig tempo. Af en toe een fiksche „spurt" is funest voor het uithoudings vermogen. Dergelijke escapades kunt u rustig overlaten aan de wegrenners, die op hun lichte karretjes over onze wegen snellen. Schoonheid uit het Gooi: het Hilversum- sche raadhuis en een m oo i hoekje in Laren.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1940 | | pagina 5