RUBENS
DRIE EEUWEN GELEDEN STIERF
DE VLAAMSCHE MEESTER
PETER PAUWEL
6
vaardige hand geschapen of
slechts even aangeraakt, ze
verkondigen den roem van
dezen schilder-diplomaat
uit een veelbewogen eeuw
van Vlaanderen tot in
verre windstreken.
Ridder Rubens, „Heer
van Steen, geheimschrijver
van den Geheimen Raad
van Philips den Vierden,
koning van Spanje en de
beide Indien," werd de
schrandere inrichter van
een op grootschen voet
opgebouwd atelierbedrijf,
waaruit zeker meer dan
drieduizend werken en
er waren doeken onder
van reusachtige afmetin
gen de wereld werden
ingezonden.
Door zijn geboorte voor
bestemd om te verkeeren
onder de grooten der aarde,
reeds jong als page in
dienst bij de voorname
prinses Ligne, de weduwe
van graaf Lahiig, later
aan het hof te Mantua
werkzaam, walgde hij noch
tans zoo „van de hoven",
zooals hij eens zelf ge
tuigde, dat hij het atelier te Antwerpen verkoos
boven de salons te Brussel.
Een universeele geest was Rubens bovendien. Hij
sprak en schreef vloeiend verschillende talen, zooals
Duitsch, Fransch, Italiaansch en Spaansch, al
prefereerde hij als echte Vlaming zijn eigen sprake.
Als bouwheer mag men hem evenzeer roemen.
Zelf schiep hij zijn lustpaleis op den Wapper, waar
hij, omringd door de pronk en praal, wrelke een
reusachtig verinogen hem mogelijk maakte, gaarne
de élite der Europeesche staten ontving.
In een zijner ruime landschappen, op deze blad-
Rubens met
zijn eer;
het
ite tchtgenoote Isabella Brant, waarmee hij in 1609 in
huwelijk trad. Zij overleed in 1626.
zijden gereproduceerd, geeft Rubens ter linkerzijde
een vergezicht op het kasteel Steen. In verband
hiermede verwijzen we onze lezers naar de kleuren
plaat in ditzelfde nummer, waarop de meester met
zijn echtgenoote en gevolg en diens vriend en leerling
Anton van Dijck staan afgebeeld. Het is een roman
tische voorstelling van den Belgischen dieren- en
genre-schilder Ch. Ph. Tscliaggeny, die hierin zou
vastknoopen aan een legendarisch moment uit het
leven van den grootmeester der Vlaamsche school.
Men heeft namelijk wel beweerd, dat Anthonie
van Dijck, de jeugdige leerling en vriend van Rubens,
bij dezen in ongenade zou
zijn gevallen, omdat hij te
veel attenties bewees aan
diens jonge echtgenoote
Hélène Fourment. De schil
derij zou dan het moment
weergeven, waarop Rubens,
(in de poort staande) tot
zijn omgeving een opmer
king hierover maakt. Noch
het een, noch het ander is
intusschen historisch bewe
zen, en we doen het
beste de voorstelling dan
ook slechts te aanvaar
den voor hetgeen ze klaar
blijkelijk bedoelt te zijn
het vertrek van Rubens
en diens echtgenoote voor
een morgenrit te paard,
waarbij de jeugdige schil
der Anton van Dijck
aan de vrouw van zijn
Het herfstlandschap, waar
op Rubens de omgeving
schilderde van het door hem
buiten Antwerpen gebouwde
kasteel het Steen. De man
op den voorgrond is met
zijn hond op de patrijzen
jacht.
Den dertigsten van Meimaand 1640 stierf te
Antwerpen, waar hij meer dan dertig jaren
geleefd en gewerkt had, Peter Pauwel Rubens,
de ongekroonde koning der Vlaamsche schilderkunst
uit die eeuw en de eeuwen na hem, zoo rijk aan
groote talenten op dit gebied. Men heeft dezen ras
schilder van grootsclie allure wel eens het „juichende
hart" van het Vlaamsche volk genoemd. En inder
daad, om het weelderige van zijn voordracht, om
het levendige van zijn voorstelling, om het levens-
vreugdige van zijn inborst, om den zwierigen rijkdom
van zijn uitbeelding is deze vorst der Vlaamsche
school dien naam ten volle waardig. De kunst
schatten op zoo uiteenloopend gebied, door zijn
De oude vrouw met het kolenbekken.