De twee oudste zonen van Rubens in de weelderige kleedij van hun tijd. men er nog dagelijks kan bewon deren, moet, naar men meent te weten, dateeren uit 't jaar 1611. Weldra wemelde bet van opdrach ten. Iedere kerk in het Vlaam- sche land wenschte minstens één altaarstuk te bezitten van zijn hand, en de vorsten en prinselijke machthebbers, de burgerlijke en kerkelijke hoogwaardigheidsbeklee- ders boden groote sommen, wan neer de meester van Antwerpen, ridder Rubens, hen maar wilde „conterfeijten". En de meester schiep, met kwis tige hand; zelf maakte hij de klei nere ontwerpen, waarnaar zijn leerlingen de vergrootingen schil derden, later door hem zoo noodig bijgewerkt en verbeterd. Toen hij ouder werd en daardoor, zooals men ook bij andere meesters opmerkt, intenser schilder, ver kreeg het landschap meer en meer zijn aandacht. Hij schiep 't weidsch en heroïsch, met dramatisch bewo gen luchten, als een passende om geving voor wilde gevechtsscènes of jachttafereelen, grootsch van visie, breed van uitwerking, in drukwekkend van forschheid en elementaire kracht. Rubens schil derde de wereld die groot is in het groot, van de weelde van het paradijs tot de aangrij pende gewelddadigheid van het laatste oordeel toe. Het zijn vooral deze karakter trekken van Rubens' uitgebreid en veelomvattend levenswerk, die steeds het volk zullen blijven boei en, en die de figuur van dezen koninklijken schilder tot in verre jaren met luister zullen omringen. J. S. Een der vele bijbelsehe tafereelen. door Rubens in beeld gebracht: Christus op bezoek bij de zusters Martha en Maria. leermeester eerbiedig en galant uitgeleide doet. Zooals bij tal van groote genieën op verschillende gebieden van kunsten en wetenschappen het geval is, leerde hij zijn kunst al spelenderwijs beheerscben. Toen hij de Antwerpsche ateliers van leermeesters als Tobias Verhaecht, Adam van Noort en Otto Yaenius bezocht, behoefde men hem klaarblijkelijk nog slechts weinig te leeren. En toen hij, drieëntwintig jaar oud, een kunstreis maakte naar Italië, dat toen maals beschouwd werd als de hoogeschool op schilderkunstig gebied, kon hij zich dan ook onmiddellijk meten met de beste Ita- liaansche meesters van dien tijd. Achter eenvolgens schilderde hij aan het hof te Mantua, na eerst Venetië bezocht te heb ben, en te Rome, te Genua en in Spanje. Doch liever dan als hofschilder bij een vreemd hof te dienen, wilde de fiere, vrije kunstenaar zich wijden aan zijn liefste kunst in de vrije Sinjorenstad. Na 1608 Rubens was toen dus eenendertig jaar heeft hij zijn vaderstad, want dat was ze, al werd hij door omstandigheden ook in het Nassausche Siegen geboren, slechts voor korte zakenreizen of diplomatieke missies verlaten. Eerst daar kon hij zijn scheppingskracht volledig ontplooien, en aan zijn Vlaamsch temperament den bree- den wiekslag geven, welke hem den roem der eeuwen zou doen verwerven. De talrijke altaarstukken en de portret- tenreeksen, kort na zijn definitieve vesti ging te Antwerpen gemaakt, staan op één lijn, wat de kunstwaarde en den rijkdom van uit voering, de schittering van kleur en de uitdruk kingskracht betreft, met de werken der Italiaansche school uit die dagen. De Kruisafneming, het gewel dige. schilderij uit de Antwerpsche kathedraal, dat In 1630 huwde Rubens met Helene Fro- ment. Zij was de dochter van de zuster zijner eerste vrouw. Deze schilderij is in het bezit van het Mauritshuis in Den Haag.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1940 | | pagina 7