Bij de Magere Brug trekt de verhuizing veel publiek. In de sluizen tusschen Magere Brug en Hoogesluis. en als de schuitenvoerder een breedge- randen hoed ophad en een doek met fladderende einden om zijn middel kon hij wel een gondelier zijn. Zoo vaak werd Amsterdam het Venetië van het noorden genoemd, en nu lijkt dit waar heid geworden. Het laatste stuk naar de nieuwe woning Nu wordt het pas gezellig, want kennissen maken gebruik van hetzelftle verhuismiddel en laden op den Zwanenburgwal bij. Afscheid van vrienden op den wallekant en dan gaat het verder. passeert de schuit een lage donkere brug, dan weer opent de hemel in stralend blauw, en iets verder vormt dicht boomenloover steeds wisselende schaduwen. De statige grachtenhuizen glijden langs de boot voorbij, en de sluiswachter bij de Hoogesluis groet vriendelijk het zingende groepje menschen. Want bij den Zwanenburgwal is het gezel schap grooter geworden, kennissen, die ook verhuizen moesten, zijn er bijgekomen, en nu zitten op de schuit een achttal jongelui bijeen. Zij genieten van de zeldzame ervaring; met een beetje goeden wil en verbeelding lijkt deze verhuizing op een plezierreisje,

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1940 | | pagina 13