Door hevig met zijn gewel
dige vleugels te slaan geejt
deze zwaan te kennen, dat
hij er geen prijs op stelt
met zijn kroost gefoto -
grafeerd te worden.
hem te vangen en naar
een parkvijver te brengen.
Een onschuldig verhaal,
dat niets ten nadeele van
den zwaan bewijst, doch
als wij mededeelen, dat in
April 1937 een kind van
tien jaar, in Juli 1920 een
jongetje van zes door een
zwaan gedood werd, dan
zal men overtuigd zijn,
dat deze vogel, die er uitziet
alsof hij zich van niets of
niemand ooit iets aantrekt,
'n tamelijk gevaarlijk „huis
dier1' is, dat men, mocht
men het 's zomers in meer
of plas, in vijver of vaart
aantreffen, het best met
rust kan laten.
Zeer teeder betoonen de
zwanen zich jegens hun
kroost. Beide ouders be
waken het nest en verde
digen de jongen met buiten-
gewonen moed tegen gevaren,
totdat hun veeren zich ont
wikkeld hebben en zij zorg
en leiding kunnen ontberen.
Zwanen en honden kunnen elkaar niet luchten of zien en voor den houd is het geraden snel het
hazenpad te kiezen, vooral als hij het tegen twee op moet nemen.
Zelfs een volwassen man valt het niet gemakkelijk een zwaan in
bedwang te houden
bijzijn van kinderen of volwassenen die niet tus-
schenbeide durfden te komen. In 1925 viel een
zwaan een fietser aan. Een boer in de nabijheid
snelde te hulp, doch ook de zwaan kreeg hulp van een
collega, waarna nog drie passeerende automobilisten
zich bij de vechtenden voegden. De fietser kreeg zoo'n
hevigen beet van een snavel, dat zijn gezicht onher
kenbaar verminkt werd, de boer ontving een klap
van een vleugel, waarbij zijn arm brak. De eerste
automobilist slaagde er in één der zwanen te dooden,
maar de twee anderen waren zoo hang voor den over-
blijvenden vogel, dat zij vluchtten. Deze werd ten
slotte met veel moeite eveneens afgemaakt. De fietser
had den eersten zwaan niets gedaan, zoodat de
woedende aanval van het dier volkomen ongemoti
veerd was.
Ook jegens vogels, die niet tot hun soort hooren,
zijn zwanen zeer onverdraagzaamniet zelden worden
andere zwemvogels aanhoudend door hen achter
volgd, woedend aangevallen en zonder eenige reden
om het leven gebracht, alleen uit baldadigheid of om
te toonen, dat zij de sterkste zijn.
Zwanen raken tamelijk dikwijls verward in
telefoondraden of radio-antennes. Dit is verklaarbaar,
omdat de zware vogel een vrij lange „startbaan"
noodig heeft om op te stijgen. Hij is bijna niet in
staat zich van den vasten grond in de lucht te ver
heffen en om van het water op te stijgen beweegt
hij zich half loopend, half vliegend ongeveer twintig
meter ver en heeft dan eerst de noodige snelheid
verkregen. Zoo is het gebeurd, dat een zwaan op de
telefoondraden in het centrum van een stad terecht
kwam, waardoor liet telefoonverkeer vijf uur lang
gestoord werd.
De zwaan was ongedeerd. Hij wandelde
een museum binnen, waar hij vol belang
stelling de bezienswaardigheden bekeek,
terwijl de wachters een benauwd half uurtje
doorbrachten, bang, dat het dier wild zou
worden en de vitrines met kostbaarheden,
die tentoongesteld lagen, zou beschadigen.
Niemand durfde den vogel te verjagen, maar
gelukkig had hij na een drie kwartier ge
noeg van al het moois en waggelde rustig
de deur weer uit naar het midden van de
straat, waar hij 't verkeer twintig minuten
ophield vóór een politieagent er in slaagde