EEN NIEUW PAKJE
VOOR BROER
U7
EEN AARDIG
BABYTRUII JE
JL
2V
Dit aardige pakje is bestemd voor onze kleintjes
van 2-2 y2 jaar en wij kunnen u verzekeren, dat
ze er allerliefst in zullen uitzienkijkt u maar
eens naar den boy van de foto! Blauw met wit. en
bruin met geel zijn heel geslaagde kleurencombina
ties.
Henoodigdhedenong. 100 gram witte en ong. 75
gram blauwe, dunne babywol, 2 lange, aluminium
breinaalden met knop nr. 2 y2. een haaknaald nr. 3,
6 knoopen (voor
het opknoopen van
het broekje), 2
knoopen voor de
sluiting van het
truitje en 3 druk
knoopjes.
Maten: lengte
truitje ong. 27 cm;
bovenwijdte ong.
58 cm lengte broek
ong. 24 cm.
Het truitje breien
2 6
we met de witte wol.
Het rugpand. We be
ginnen aan den onder
kant. zetten 82 st, op en
breien hier boven irt> tri
cotsteek (alle heengaande
naalden r. en alle terug
gaande naalden av.). Voor
de armsgaten kanten we
aan het begin van de 73e
en 74e naald 3 st. af, aan
het begin van de 75e. 76e.
77e en 78e naald 2 st. en
aan het begin van de 79e
en 80e naald 1 st. (66 st-.).
Van de 91e naald breien
we slechts 33 st, en keeren
dan om boven deze 33 sfA
breien we dan eerst den
rechterschouder af. Voor den
hals kanten we aan het
begin van de 108e naald
8 st. af en aan het begin
van de 110e en 112e naald
2 st. De overige 21 st.
kanten we bij de 114e
naald af.
Boven de overgebleven
33 st. van de 91e naald
breien we nu den linkerschouder op dezelfde, doch
tegengestelde wijze.
Het voorpand. We beginnen aan den onderkant,
zetten 81 st. op en breien hierboven als volgt:
le naald: 16 r., 4 maal: (1 av., 3 r.): 1 av.. 15 r., 4
maal: (1 av., 3 r.); 1 av., 16 r.
2e en alle volgende, even naalden: averecht.
3e naald: 17 r., 7 maal: (1 av., 1 r.); 1 av. Vanaf
steeds herhalen; eindigen met 17 r.
óe naald: 18 r.. 3 maal: (1 av.. 3 r.): 1 av., 19 r., 3
maal: (1 av., 3 r.); 1 av., 18 r.
7e naald: als de 3e naald.
8e naald: averecht.
Deze 8 naalden vormen het patroon en we herhalen
ze voortdurend. Voor de armsgaten kanten we aan het
begin van de 73e en 74e naald 3 st. af, aan het begin
van de 75e, 76e, 77e en 78e naald 2 st. en aan het
begin van de 79e en 80e naald 1 st. (65 st.).
Vanaf de 89e naald breien we boven alle st. in
patroon, dus
89e naald: steeds afwisselend 1 ;,v., 3 r.
90e en alle volgende, even naaldenaverecht.
91e naald: steeds afwisselend 1 r., 1 av.
93e naald: 2 r., verder steeds afwisselend 1 av., 3 r.
9.7e naald: als de 91e naald.
90e naald: averecht.
Deze laatste 8 naalden herhalen we nu voortdurend.
Bij de 107e naald kanten we voor den hals de mid
delste 11 st. af. Boven de laatste 27 st. van deze
naald breien we nu eerst den linkerschouder. Aan het
begin van de 109e en 111e naald kanten we 2 st. af,
aan het begin van de 113e en 115e naald 1 st. De
overige 21 st. kanten we bij de 114e naald af.
Boven de overgebleven 27 st. van do 107e naald
breien we den rechterschouder op dezelfde, doch tegen
gestelde wijze.
De mouw. We beginnen aan den onderkant, zetten
61 st. op en breien hierboven 12 naaiden in patroon;
daarna breien we verder in tricotsteek en wel alle
heengaande naalden av. en alle teruggaande naalden
r., zoodat bij het terugslaan van de manchet de r.
kant boven komt. Voor den kop kanten we aan het
begin van de 37e en 38e naald 3 st. af en aan het
begin van alle volgende naalden 2 st., tot we nog 19
st. over hebben; deze 19 st. kanten we dan bij de
volgende naald in ééns af.
Hel kraagje. We zetten 77 st. op en breien hier
boven 20 naalden in patroon, waarna we afkanten.
We persen de verschillende deelen luchtig onder
een vochtigen doek op, rijgen dan een blauwen draad
door de av. st. van de gedeelten gebreid in patroon
(zie foto) en naaien ze daarna in elkaar, terwijl we de
linkerhelft, van het kraagje open laten en dit, met
drukknoopjes sluiten. Langs hals, kraagje en split je
haken we één toer vasten, terwijl we aan het splitje
tegelijkertijd twee lusjes maken en hiertegenover de
knoopen naaien.
Het broekje breien we met de blauwe wol.
De voorkant. Voor het eerste pijpje zetten we 40 st.
op en breien hierboven 8 naalden steeds afwisselend
2 r.. 2 av. (r. boven r. enfnv. boven av.), daarna
breien we het tweede pijpje op dezelfde wijze en zet
ten dan de st. van beide pijpjes op één naald, terwijl
we er in het midden voor het kruisje 16 nieuwe st. bij
opzetten. We breien dan verder boven alle st. in
tricotsteek, terwijl we bij de 11e en alle volgende on
even naalden de eerste en laatste 2 st. van het kruisje
te zamen breien tot alle st. hiervan verdwenen zijn.
De 93e en alle volgende naalden breien we weer
steeds afwisselend 2 r., 2 av.
101e naald: 3 st. afkanten, 14 st, breien, 16 st. af
kanten, 14 st. breien, 16 st, afkanten. 14 st. breien,
3 st. af kanten.
Boven de laatste 14 st. breien we nu verder, terwijl
we aan het begin van de 102e en alle volgende naalden
2 st. te zamen breien, tot alle st. verdwenen zijn. Voor
het knoopsgat kanten we bij de 103e naald de mid
delste 2 st. af en zetten er bij de 104e naald weer 2
nieuwe st, bij op.
We hebben nu nog 2 maal 14 st. op de naald en
breien hierboven op dezelfde wijze als hierboven
beschreven
Den rugkant breien we op dezelfde manier als den
voorkant.
We persen nu beide deelen luchtig onder een voch
tigen doek op en naaien ze in elkaar. Langs de
knoopsgatenhoekjes haken we één toer vasten. De
knoopsgaten festonneeren we ten slotte en naaien
daarna op het truitje de knoopen om het broekje op
te knoopen.
Als er één kleedingstukje altijd graag nagebreid
wordt dan is het toch wel zoo'n gezellig
truitje voor den jongen wereldburger; het is
gauw af en valt als cadeautje altijd in den smaak.
Benoodigdheden: ong. 50 gram witte kantbouclé
of heel dunne driedraads wol, een paar lange alu
minium breinaalden met knop nr. 2 en ong. één el
smal zijden lint. We beginnen aan den onderkant
van den rug, zetten 68 st. op en breien hierboven
eerst 6 naalden steeds afwisselend 2 r., 2 av. (r.
boven r. en av. boven av.); daarna breien we als
volgt
7e naald: recht.
Se naaldaverecht.
9e naald: steeds afwisselend 4 r., 4 av.eindigen
met 4 r.
lOestiaald: 1 r., daarna steeds afwisselend 4 av.,
4 r.; eindigen met 3 av.
11e naald: 2 r., daarna steeds afwisselend 4 av.,
t r.; eindigen met 2 av.